Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 16: De ouderen in de kerk


Hoofdstuk 16

De ouderen in de kerk

‘Mogen deze gouden jaren uw allerbeste jaren zijn; leef ten volle, heb lief en dien. En God zegene hen die in uw behoeften voorzien — uw familie, uw vrienden, en uw broeders en zusters in de kerk.’

Uit het leven van Ezra Taft Benson

Ezra Taft Benson was 86 jaar oud toen hij president van de kerk werd. Hij begreep de vreugde en moeilijkheden die met het ouder worden gepaard gaan. Hij vond onder meer vreugde in de voortdurende omgang met zijn vrouw, Flora. Het paar vierde hun 60-jarig huwelijk in zijn eerste jaar als president. Zij genoten van elkaars gezelschap en gingen vrijwel elke vrijdagochtend samen naar de tempel. Op zijn 87ste verjaardag vroeg iemand president Benson naar het geheim van zijn lange, gelukkige leven. ‘Voordat hij kon antwoorden, zei zuster Benson, plagend maar veelzeggend: “Hij heeft een goede vrouw.”’1

Op hun oude dag brachten president en zuster Benson graag tijd met hun kinderen en kleinkinderen door, en bleef hun familie van hun voorbeeld leren. ‘Eén kleindochter woonde de eerste anderhalf jaar van zijn ambtstermijn als president voor een lange periode bij haar grootouders in en reisde op hun verzoek vaak met hen mee om bijstand en hulp te bieden. En ze zag met eigen ogen hoe haar grootouders thuis met elkaar omgingen — hun uitjes naar een ijssalon; samen op de bank, hand in hand, zingend, lachend en herinneringen ophalend; de hartelijke gesprekken met de huisonderwijzers en anderen die op bezoek kwamen.’2

De kleinkinderen beseften dat de invloed van wijze en liefdevolle grootouders hen enorm tot zegen was. ‘Een kleindochter schreef een bedankbriefje nadat president Benson haar en haar man advies had gegeven aangaande een moeilijke beslissing. “We vroegen wat u ervan vond en u zei: ‘Bid erover. Ik vertrouw erop dat jullie de juiste beslissing zullen nemen.’ Uw geloof in ons gaf ons extra zelfvertrouwen.”’3

Voor de algemene conferentie die volgde op zijn negentigste verjaardag, had president Benson een toespraak voorbereid die hij richtte ‘tot de ouderen in de kerk, en tot hun familie en degenen die voor hen zorgen’. In zijn inleidende woorden uitte hij zijn persoonlijke betrokkenheid bij dit onderwerp: ‘Ik voel me nauw betrokken bij de ouderen — voor deze geweldige groep mannen en vrouwen. Ik heb het idee dat ik ze begrijp, want ik ben een van hen.’4

Afbeelding
President Ezra Taft Benson smiling. Photographed at the October 1982 general conference.

‘Ik voel me nauw betrokken bij de ouderen. […] Ik heb het idee dat ik ze begrijp, want ik ben een van hen.’

Leringen van Ezra Taft Benson

1

De Heer kent en houdt van de ouderen en heeft veel van de zwaarste taken op hun schouders gelegd.

De Heer kent en houdt van de ouderen onder zijn volk. Dat is altijd zo geweest, en veel van de zwaarste taken heeft Hij op hun schouders gelegd. In verschillende bedelingen heeft Hij zijn volk door profeten geleid die al op gevorderde leeftijd waren. Hij heeft hun wijsheid en levenservaring nodig, de geïnspireerde leiding van hen die door de jaren heen hun trouw aan zijn evangelie hebben bewezen.

De Heer zegende Sara, zodat zij op hoge leeftijd Abrahams zoon kon baren. Koning Benjamin hield zijn belangrijkste toespraak toen hij al heel oud was en niet lang meer te leven had. Hij was waarlijk een werktuig in de handen van de Heer, hij leidde zijn volk en vestigde vrede onder hen.

In de loop der eeuwen hebben vele andere mannen en vrouwen op hoge leeftijd grote dingen tot stand gebracht door de Heer en zijn kinderen te dienen.

Van de […] profeten die in deze bedeling door de Heer geroepen zijn, waren er velen in de zeventig of tachtig, of zelfs nog ouder. Wat houdt de Heer veel van zijn kinderen die door de jaren van hun ervaring heen zoveel gegeven hebben, en wat kent Hij hen goed!

Ouderen in de kerk: wij houden van u. Zowel in de wereld als in de kerk bent u de snelst groeiende groep.

Ons verlangen voor u is dat u van uw oude dag zult genieten en er voldoening in zult vinden. Wij bidden dat u met vreugde zult kunnen terugzien op een goed leven vol dierbare herinneringen, en met nog grotere verwachtingen dankzij Christus’ verzoening. Wij hopen dat u de vrede zult voelen die de Heer heeft beloofd aan wie ernaar blijven streven om zijn geboden te onderhouden en zijn voorbeeld te volgen. Wij hopen dat u elke dag iets om handen hebt, dat u anderen kunt dienen die minder gezegend zijn dan u. Ouder betekent bijna altijd beter, want uw schat aan wijsheid en ervaring blijft toenemen door anderen te dienen.5

2

We kunnen onze oude dag zinvol besteden.

Ik wil acht manieren voorstellen om uw oude dag zinvol te besteden:

1. Werk in de tempel en ga er vaak naartoe. Wij ouderen moeten onze energie niet alleen gebruiken om onze voorouders tot zegen te zijn, maar we moeten er ook op toezien, voor zover dat in ons vermogen ligt, dat al onze nakomelingen de verordeningen van de verhoging ontvangen in de tempel. Werk met de gezinnen, geef hen raad en bid voor hen die zich nu nog niet willen voorbereiden.

Wij moedigen iedereen aan om de tempel zo mogelijk vaak te bezoeken en, als de gezondheid en afstand dat toelaten, een roeping in de tempel te aanvaarden. Wij hebben u nodig bij het tempelwerk. Met het toenemende aantal tempels hebben wij steeds meer leden nodig die zich op dit heerlijke werk voorbereiden. Mijn vrouw en ik zijn dankbaar dat wij bijna elke week samen naar de tempel kunnen gaan. Wat is dat een grote zegen in ons leven!

2. Verzamel en schrijf familiegeschiedenissen. Wij roepen u op om met grote gedrevenheid persoonlijke en familiegeschiedenissen te verzamelen en te schrijven. In veel gevallen bent u de enige die de geschiedenis kent. U draagt de nagedachtenis van dierbaren in u, u kent de datums en de gebeurtenissen. In sommige gevallen bent u de familiegeschiedenis. Er zijn weinig manieren waarop uw erfgoed beter bewaard blijft dan door uw geschiedenissen te verzamelen en te schrijven.

3. Raak betrokken bij het zendingswerk. Wij hebben steeds meer oudere zendelingen nodig. Wij doen een beroep op honderden echtparen om, waar de gezondheid en financiën dat toelaten, hun leven en zaken op orde te brengen en op zending te gaan. Wij hebben u hard nodig in het zendingsveld! Uw manier van zendingswerk opent deuren die onze jonge zendelingen niet open krijgen.

Ik ben dankbaar dat twee van mijn zussen, die weduwe zijn, samen een zending in Engeland konden vervullen. Toen ze geroepen werden, waren ze 68 en 73 jaar oud, en ze hebben het allebei geweldig gehad.

Wat een voorbeeld is het voor het nageslacht als opa en oma op zending gaan. De meeste oudere echtparen die gaan, ervaren hun zendingswerk als versterkend en verkwikkend. Op dit gewijde pad van dienstbetoon worden velen geheiligd en voelen zij hoe fijn het is om aan anderen de volheid van het evangelie van Jezus Christus bekend te maken. […]

4. Geef leiding door een hechte familieband te smeden. Wij sporen al onze oudere leden aan om, waar mogelijk, hun familie bij elkaar te roepen. Smeed de gezinnen tot een hecht geheel samen. Leid familiebijeenkomsten. Organiseer familiereünies waar vriendschap en het familie-erfgoed gevoeld en geleerd kunnen worden. Ik heb erg fijne herinneringen aan onze eigen familiereünies en -bijeenkomsten. Stel heerlijke familietradities in, die u voor eeuwig zullen samenbinden. Op die manier scheppen wij binnen onze eigen familie een stukje hemel op aarde. De eeuwigheid is in feite een voortzetting van een rechtschapen familieleven.

5. Aanvaard en vervul een roeping in de kerk. Wij vertrouwen erop dat alle oudere leden die daartoe in staat zijn, een roeping in de kerk zullen aanvaarden en die waardig vervullen. Ik ben dankbaar dat ik broeders ken die in de zeventig, tachtig zijn en als bisschop of gemeentepresident werkzaam zijn. We hebben uw raad en invloed hard nodig, u die het levenspad bewandeld hebt! We hebben er allemaal baat bij om van uw successen te horen en hoe u verdriet, pijn en teleurstelling te boven bent gekomen en er sterker door geworden bent.

In de meeste organisaties van de kerk is er voor u gelegenheid te over om dienstbaar te zijn. U hebt de tijd en de solide basis in het evangelie om een groot werk te verrichten. U gaat in vele opzichten voorop in het trouwe dienstbetoon in de kerk. Wij danken u voor alles wat u hebt gedaan en bidden dat de Heer u de kracht zal geven om meer te doen.

6. Stel uw financiële toekomst veilig. Wij moedigen u die toeleven naar uw pensioen en de jaren die daarop volgen aan om u met wijsheid op die jaren voor te bereiden. Laten we geen onnodige schulden maken. Ook manen wij tot voorzichtigheid bij borgstelling, zelfs voor familieleden, als het pensioen daardoor te zwaar belast zou worden.

Wees op hogere leeftijd zelfs nog voorzichtiger met handeltjes die snelle rijkdom voorspiegelen, een tweede hypotheek op het huis of riskante investeringen. Ga met overleg te werk, zodat de vruchten van jarenlange arbeid niet door een of meer financiële misstappen verloren gaan. Plan uw financiële toekomst al in een vroeg stadium en houd u dan aan het plan.

7. Verricht christelijk dienstbetoon. Christelijk dienstbetoon verheft. Dit wetende roepen wij al onze oudere leden op om, waar mogelijk, hun sikkel in te slaan en anderen te dienen. Dit kan deel uitmaken van het heiligingsproces. De Heer heeft beloofd dat zij die zich verliezen in de dienst van anderen, zichzelf zullen vinden. De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat we ‘ons leven aanwenden en verslijten’ moeten om de oogmerken van de Heer te verwezenlijken (LV 123:13).

Gemoedsrust, vreugde en zegeningen zijn het deel van hen die anderen dienen. Ja, wij moedigen iedereen tot christelijk dienstbetoon aan, maar het is vooral vreugdevol in het leven van de ouderen.

8. Blijf lichamelijk fit, gezond en actief. We vinden het geweldig dat zoveel ouderen moeite doen om gezond te blijven. […]

We zien onze oudere leden graag vitaal en actief blijven! Door actief te blijven, functioneren lichaam en geest beter.6

Afbeelding
A Brazilian man reading the scriptures. He is sitting on a bus.

‘Mogen deze gouden jaren uw allerbeste jaren zijn; leef ten volle, heb lief en dien.’

3

Anderen van dienst zijn helpt mensen die een dierbare verloren hebben of die bang zijn voor eenzaamheid.

We willen ook onze liefde uiten aan u die uw metgezel verloren hebt. Sommigen van u ervaren een gevoel van nutteloosheid en eenzaamheid dat soms overweldigend is. Dat hoeft in veel gevallen niet zo te zijn. Naast de acht suggesties die ik net heb gedaan, noem ik hier nog enkele activiteiten waar anderen baat bij gevonden hebben.

Sommigen die alleen zijn, blijven bezig door voor ieder kleinkind dat gaat trouwen of geboren wordt een quiltdeken te maken. Anderen schrijven brieven op verjaardagen of wonen schooluitvoeringen of wedstrijden van kleinkinderen bij wanneer ze dat kunnen. Sommigen maken fotoalbums voor elk kleinkind voor hun verjaardag. […]

Ook zien we talloze weduwen als vrijwilligster in een ziekenhuis werken of ander sociaal werk doen. Velen vinden voldoening door zich op die manier verdienstelijk te maken.

De sleutel om eenzaamheid en het gevoel van nutteloosheid van u af te schudden is, waar de gezondheid dat toelaat, naar buiten te treden en mensen te helpen die werkelijk hulp nodig hebben. Wij beloven hun die op deze manier dienen, dat hun verdriet om een overleden dierbare of de angst om alleen te zijn verlicht zal worden. De manier om je gelukkiger te voelen met je eigen situatie, is de situatie van een ander te verbeteren.7

4

In tijden van ziekte en pijn kunnen wij mentaal en geestelijk sterk blijven.

Ook willen wij zeggen dat wij bijzondere liefde en zorg voelen voor hen die ziek zijn en pijn lijden, of gebukt gaan onder de problemen van het leven. Ons hart en onze gebeden gaan naar u uit. Denk aan wat vader Lehi zei toen hij zijn zoon Jakob zegende, die geleden had door toedoen van zijn oudere broers Laman en Lemuël. Hij zei: ‘Gij [kent] de grootheid Gods; en Hij zal uw ellende voor uw welzijn heiligen’ (2 Nephi 2:2). Dat zal hij ook voor u doen.

Wij bidden dat u altijd zult proberen om mentaal en geestelijk sterk te blijven. We weten dat dat niet altijd gemakkelijk is. Wij bidden dat zij die dingen voor u doen die u zelf niet meer kunt doen, dit met liefde, vriendelijkheid en zorgzaamheid zullen doen.

Wij hopen dat u goede gedachten en gevoelens blijft koesteren, en dat u snel de gedachten en gevoelens uitbant die schadelijk zijn en u ondermijnen. Wij vertrouwen erop dat u elke dag bidt, ja, zo nodig elk uur. In het Boek van Mormon staat: ‘Leeft met dagelijkse dankbetuiging voor de vele barmhartigheden en zegeningen die [God] u schenkt’ (Alma 34:38).

U zult merken dat uw geest door dagelijks in het Boek van Mormon te lezen opgebeurd wordt, u dichter tot uw Heiland nadert en u iemand wordt die kennis van het evangelie heeft en grote waarheden aan anderen kan overbrengen.8

5

Het is belangrijk dat gezinnen hun bejaarde ouders en grootouders de liefde, de zorg en het respect geven die ze verdienen.

Nu wil ik mij graag een paar minuten tot de familie van de ouderen richten. Wij citeren uit Psalmen: ‘Verwerp mij niet ten tijde des ouderdoms, begeef mij niet, nu mijn kracht vergaat’ (Psalmen 71:9).

Wij moedigen gezinnen aan om hun bejaarde ouders en grootouders de liefde, zorg en aandacht te geven die ze verdienen. Laten we het Schriftuurlijke gebod indachtig zijn dat we voor de onzen moeten zorgen, opdat wij niet ‘erger dan een ongelovige’ bevonden worden (1 Timoteüs 5:8). Ik ben zo dankbaar voor mijn eigen kinderen en voor de liefdevolle zorg die zij hun ouders in de loop der jaren gegeven hebben.

Bedenk dat ouders en grootouders onder onze verantwoordelijkheid vallen en dat wij zo goed als we kunnen voor hen moeten zorgen. Als de ouderen geen familie hebben om voor hen te zorgen, moeten de priesterschapsleiders en ZHV-leidsters al het mogelijke doen om op dezelfde liefdevolle wijze in hun behoeften te voorzien. Hier volgen enkele suggesties voor de familie van ouderen.

Sinds de Heer op de berg Sinaï de tien geboden in steen schreef, heeft door de eeuwen heen het gebod weerklonken: ‘Eer uw vader en uw moeder’ (Exodus 20:12).

Onze ouders eren en respecteren betekent dat wij hen hoogachten. Wij waarderen hen en houden van hen, en bekommeren ons om hun geluk en welzijn. Wij behandelen hen hoffelijk en attent. Wij proberen hun standpunt te begrijpen. Eren houdt zeer zeker ook in dat we de rechtvaardige verlangens en wensen van onze ouders inwilligen.

Daar komt bij dat onze ouders onze eer en respect verdienen omdat ze ons het leven gegeven hebben. Daarnaast hebben zij bijna altijd talloze offers gebracht om ons als baby en kind te verzorgen; zij hebben in onze levensbehoeften voorzien, en ze waren er voor ons als we ziek waren of met de emotionele problemen der jeugd te kampen hadden. In veel gevallen stelden ze ons in staat om een opleiding te volgen, en tot op zekere hoogte hebben zij ons zelf opgeleid. Veel van wat we weten en doen, hebben we door hun voorbeeld geleerd. Mogen wij hun altijd dankbaar zijn en die dankbaarheid tonen.

Laten wij ook leren om vergevensgezind te zijn jegens onze ouders. Zij hebben misschien fouten gemaakt bij de opvoeding, maar handelden vrijwel altijd naar beste kunnen. Mogen wij hun vergeven zoals ook wij graag vergeving ontvangen van onze kinderen voor de fouten die wij maken.

Zelfs wanneer ouders bejaard worden, moeten we hen eren door ze zo lang mogelijk hun keuzevrijheid en onafhankelijkheid te gunnen. Laten we geen keuzen voor hen maken waartoe ze zelf nog in staat zijn. Sommige ouders kunnen tot op hoge leeftijd nog voor zichzelf zorgen en willen dat ook. Als ze dat kunnen, laat hen dan.

Als ze niet meer zonder hulp op zichzelf kunnen wonen, zullen familie, kerk en maatschappelijke instanties moeten bijspringen. Wanneer ouderen niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, ook niet met hulp, worden zij zo mogelijk bij een familielid thuis verzorgd. In dat geval kan ook hulp vanuit de kerk en andere instanties nodig zijn.

De rol van de verzorger is essentieel. Zo iemand heeft grote behoefte aan hulp en steun. Vaak is het een bejaarde huwelijkspartner of een dochter op middelbare leeftijd die nu voor haar bejaarde ouder én haar eigen kinderen moet zorgen.9

6

Zij die met een nauwe band met grootouders en andere ouderen gezegend zijn, bezitten iets kostbaars dat gekoesterd moet worden.

Wij hopen dat de ouderen waar mogelijk bij gezinsactiviteiten betrokken worden. Wat heerlijk is het toch om een lieve grootouder door levenslustige, lieve kleinkinderen omringd te zien. Kinderen genieten van die momenten. Ze vinden het prachtig als opa en oma op bezoek komen en mee-eten, aan de gezinsavond meedoen of voor een andere bijzondere gebeurtenis komen. Dit schept mogelijkheden om te laten zien hoe je ouderen eert, liefhebt, respecteert en verzorgt.

Grootouders kunnen een verstrekkende invloed op hun kleinkinderen hebben. Ze hebben meestal minder verplichtingen en meer tijd dan de ouders, dus er kunnen boeken opengeslagen en voorgelezen worden, verhalen verteld en voorbeelden van de toepassing van evangeliebeginselen gegeven. Kinderen krijgen zo een kijk op het leven die niet alleen waardevol is, maar hun ook geborgenheid, gemoedsrust en kracht kan geven. Het is ook een idee om brieven, [opnames] en foto’s te sturen, vooral waar de afstanden groot zijn en men elkaar niet vaak kan opzoeken. Zij die met een nauwe band met grootouders en andere ouderen gezegend zijn, bezitten iets kostbaars dat gekoesterd moet worden. Zij kunnen met de rest van de familie aanwezig zijn bij diploma-uitreikingen, huwelijken, tempeldagen […] en andere bijzondere gebeurtenissen.

Wij vinden het fijn om te zien hoe onze kinderen en kleinkinderen op hun eigen manier opgroeien en presteren. Wij delen in de vreugde van hun overwinningen. Als onze kinderen in hun eigen leven vooruitstreven en goede dingen bereiken, zijn wij ook gelukkig. In 3 Johannes 1:4 lezen we: ‘Groter blijdschap ken ik niet, dan dat ik hoor, dat mijn kinderen in de waarheid wandelen.’ Met die kennis kunnen wij onze eigen problemen met hernieuwde liefde en moed onder ogen zien.10

Afbeelding
A young woman visting with an elderly woman in a wheelchair.

‘Grootouders kunnen een verstrekkende invloed op hun kleinkinderen hebben.’

7

Kerkleiders behoren zich onder gebed open te stellen voor de Geest om in de behoeften van ouderen te voorzien.

Wij […] sporen de priesterschapsleiders van de ouderen aan om zich open te stellen voor de Geest van onze Vader in de hemel bij het vaststellen van en voorzien in de geestelijke, lichamelijke, emotionele en financiële behoeften van de ouderen. Wij vertrouwen erop dat u bij deze belangrijke taak gebruikmaakt van uw raadgevers, MP-quorumleiders, ZHV-leidsters, huisonderwijzers en huisbezoeksters, want wij moeten deze plichten zonder tegenzin of aarzelen vervullen.

Wij hopen dat de leidinggevenden in de priesterschap en hulporganisaties de ouderen steeds een roeping zullen geven waarbij hun schat aan wijsheid en verstandige raad goed van pas komt. Wij hopen dat ze waar mogelijk op huisonderwijs of huisbezoek gaan. Zelfs zij die aan huis of bed gebonden zijn, kunnen soms bij deze zorg voor anderen behulpzaam zijn door middel van telefoontjes, briefjes of andere gerichte taken.

Een priesterschapsleider kan veel doen om alleenstaanden en echtparen aan te moedigen zich op een zending voor te bereiden. Het data-extractieprogramma [nu indexering genoemd] en welzijnsprogramma’s worden voor een groot deel gedragen door ouderen die in de gelegenheid zijn zich op die gebieden dienstbaar te maken.

Wij hopen dat alle oudere alleenstaanden en echtparen tactvolle en zorgzame huisonderwijzers en huisbezoeksters toegewezen krijgen. Het is voor ouderen een geruststellende gedachte dat ze iemand hebben tot wie ze zich in geval van nood of problemen kunnen wenden. Het is van belang dat er bij het vaststellen en lenigen van dergelijke behoeften met tact, diplomatie en oprechtheid gehandeld wordt.

Wij hopen dat u de zelfstandige ouderen bij liefdediensten zult betrekken. Geef hun ook een aandeel in ontspannende activiteiten van wijk en ring, vooral alleenstaande leden en leden met een afhankelijke partner. Zij worden zo vaak vergeten. Vooral als een huwelijkspartner overlijdt, is liefdevolle zorg hard nodig. Dat is een moeilijke en emotionele tijd voor de meesten van ons.

Op gezette tijden hebben mensen die dag in dag uit lichamelijke en geestelijke zorg aan een hulpbehoevend familielid geven, grote behoefte aan een tijdelijke ‘aflossing van de wacht’. Het is belangrijk om een gezin te helpen als gezin te blijven functioneren door het af en toe van de zware taken te ontlasten die chronische of terminale ziekten kunnen opleggen. Allen hebben behoefte aan liefdevolle steun bij en verlichting van de soms overweldigende taken bij ernstige ziekte of problemen.

Vervoer is vaak een groot probleem voor ouderen. Wij kunnen hier een handje helpen door het ze mogelijk te maken om de kerk te bezoeken, bezoekjes af te leggen, te winkelen, of naar de dokter of het ziekenhuis te gaan.

Ook hier geldt dat we ons bij de zorg voor de ouderen voor inspiratie en leiding moeten openstellen. Alle mensen zijn anders en hun behoeften ook.11

8

Onze oude dag kan de beste tijd van ons leven zijn.

God zegene de ouderen in de kerk. Ik heb u met heel mijn hart lief. Ik ben een van u.

U hebt zoveel om voor te leven. Mogen deze gouden jaren uw allerbeste jaren zijn; leef ten volle, heb lief en dien. En God zegene hen die in uw behoeften voorzien — uw familie, uw vrienden, en uw broeders en zusters in de kerk.

Ik geef u mijn getuigenis van de vreugde van het leven — van de vreugden van een overvloedig leven in het evangelie, en van het louterende vuur en het heiligingsproces dat plaatsvindt. Zoals de apostel Paulus het zo treffend zei: ‘Wij weten nu, dat [God] alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben’ (Romeinen 8:28).

Ik laat u mijn zegen. De Heiland leeft. Dit is zijn kerk. Dit werk is waar, en in de woorden van onze Heer en Heiland: ‘Vertrouwt op Mij en volhardt tot het einde, en gij zult leven; want aan hem die tot het einde volhardt, zal Ik het eeuwige leven geven’ (3 Nephi 15:9).12

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • Hoe bent u gezegend door de ‘wijsheid en ervaring’ van mensen die ouder zijn dan u? (Zie paragraaf 1.)

  • In paragraaf 2 noemt president Benson acht manieren waarop ouderen hun ‘oude dag zinvol [kunnen] besteden’. Denk over elke suggestie na. Hoe kunnen die suggesties ons leven ongeacht onze leeftijd verrijken?

  • Waarom denkt u dat anderen helpen de ‘sleutel [is] om eenzaamheid en het gevoel van nutteloosheid van u af te schudden’? (Zie paragraaf 3.) Wanneer hebt u gemerkt dat dit waar is?

  • Denk na over president Bensons raad aan ons wanneer we ziekte en pijn doormaken (paragraaf 4). Hoe kan die raad ons helpen ‘mentaal en geestelijk sterk te blijven’?

  • Overweeg president Bensons leringen in paragraaf 5. Op welke manieren kunnen kinderen en kleinkinderen hun bejaarde ouders en grootouders eren?

  • Wanneer hebt u jonge en oude mensen van elkaars gezelschap zien genieten? (Zie paragraaf 6.) Wat kunnen we in onze familie en in de kerk doen om een dergelijke band te bevorderen?

  • Wat kunnen kerkleiders en leden in de wijk of gemeente zoal doen om in de behoeften van ouderen te voorzien? (Zie paragraaf 7 voor enkele voorbeelden.)

  • Wat betekent het voor u om ‘de vreugden van een overvloedig leven in het evangelie’ te ervaren? (Zie paragraaf 8.) Welke voorbeelden hebt u gezien van mensen die trouw tot het einde toe hebben volhard?

Relevante Schriftteksten

Spreuken 20:29; Jesaja 46:3–4; Lucas 2:36–38; Efeziërs 6:1–3; Titus 2:1–5; Jakobus 1:27; LV 121:7–8

Studietip

‘Als u doet wat u hebt geleerd, zult u meer kennis ontvangen. (Zie Johannes 7:17.)’ (Predik mijn evangelie [2004], p. 19.) Vraag u af hoe u evangelieleringen thuis, op het werk en in uw kerktaken kunt toepassen.

Noten

  1. Sheri L. Dew, Ezra Taft Benson: A Biography (1987), p. 502.

  2. Sheri L. Dew, Ezra Taft Benson: A Biography, p. 504.

  3. Sheri L. Dew, Ezra Taft Benson: A Biography, pp. 504–505.

  4. Conference Report, oktober 1989, p. 3; zie ook Ensign, november 1989, p. 4.

  5. Conference Report, oktober 1989, p. 3; zie ook Ensign, november 1989, p. 4.

  6. Conference Report, oktober 1989, pp. 3–5; zie ook Ensign, november 1989, pp. 4–6.

  7. Conference Report, oktober 1989, p. 5; zie ook Ensign, november 1989, p. 6.

  8. Conference Report, oktober 1989, pp. 5–6; zie ook Ensign, november 1989, p. 6.

  9. Conference Report, oktober 1989, pp. 6–7; zie ook Ensign, november 1989, pp. 6–7.

  10. Conference Report, oktober 1989, p. 7; zie ook Ensign, november 1989, p. 7.

  11. Conference Report, oktober 1989, pp. 7–8; zie ook Ensign, november 1989, pp. 7–8.

  12. Conference Report, oktober 1989, p. 8; zie ook Ensign, november 1989, p. 8.