Joseph Smith, een werktuig in de handen van de Heer

Als jongeman zocht Joseph Smith naar de waarheid. Verwarring onder bestaande kerken zette hem ertoe God te vragen welke van hen waar was. In antwoord op dat gebed verscheen er volgens hem een kolom van helder licht. In zijn eigen woorden:

‘Toen het licht op mij rustte, zag ik twee Personen, wier glans en heerlijkheid elke beschrijving tarten, boven mij in de lucht staan. Een van Hen sprak tot mij, mij bij de naam noemend, en zei, wijzend op de ander: Dit is mijn geliefde Zoon. Hoor Hem!’ (GJS 1:17.)

Joseph vroeg de tweede persoon, Jezus Christus, welke van de christelijke sekten juist was. Hij kreeg te horen dat hij zich bij geen ervan moest aansluiten, dat geen ervan juist was.⁴

Wanneer God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus de aarde bezoeken, zoals dat in 1820 bij hun verschijning aan de jonge profeet, Joseph Smith, het geval was, gaat dat niet slechts een handjevol mensen aan. Het gaat om een boodschap en een openbaring die voor alle kinderen van onze Vader op het aardoppervlak bestemd zijn. Het was de grootste gebeurtenis in deze wereld sinds de opstanding van de Meester. Soms denk ik dat we het zo normaal vinden, dat we de betekenis, het belang en de omvang ervan niet volledig naar waarde schatten.⁵

Het eerste visioen van de profeet Joseph Smith is een fundamenteel stuk theologie voor de kerk.⁶

De duidelijkste waarheid die uit de ervaring van de profeet in 1820 naar voren kwam, was het bestaan van God en het feit dat Jezus Christus werkelijk uit de dood is opgestaan. Hij zag Hen als afzonderlijke, verschillende verheerlijkte personen die met hem spraken zoals de ene mens met een ander spreekt.⁷

Ik ben erg dankbaar voor de kennis die ik heb dat God de Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, deze aarde in onze tijd, in deze bedeling, wederom als verheerlijkt wezens hebben bezocht; dat zij werkelijk aan de jonge profeet zijn verschenen. […] Dit was de heerlijkste manifestatie van God de Vader en de Zoon die opgetekend is.⁸

Het is algemeen bekend dat het geloof van de leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen berust op de bewering dat Joseph Smith een profeet van God is, en ook dat hij heeft verklaard dat de verschijning van het Boek van Mormon het resultaat was van de bezoeken van een engel aan hem tussen 1823 en 1827.

Als sommige mensen hiervan horen, vinden zij het een belachelijk idee dat engelen in deze moderne tijd de aarde zouden bezoeken.

De Bijbel bevat getuigenissen dat God de aangelegenheden van zijn kerk op aarde meer dan vierduizend jaar door middel van openbaring en, waar nodig, door hemelse boodschappers heeft bestuurd.

In zijn beschrijving van de omstandigheden in de laatste dagen met betrekking tot de wederkomst van Jezus Christus profeteerde Johannes in het Nieuwe Testament dat de wereld vóór de wederkomst van de Heiland gewaarschuwd zou worden dat het uur van Gods oordeel nabij was. Die waarschuwing zou door een engel uit de hemel geschieden, die een ‘eeuwig evangelie’ zou verkondigen. Luister naar zijn woorden:

‘Ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie;

‘en hij zeide met luider stem: Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van zijn oordeel is gekomen, en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.’ (Openbaring 14:6–7.)

Als men het getuigenis van Johannes de Openbaarder aanneemt, valt nieuwe openbaring en het bezoek aan de aarde door een hemelse boodschapper te verwachten.

Wij getuigen plechtig dat deze hemelse boodschapper aan het begin van de negentiende eeuw als engel aan de profeet Joseph Smith is verschenen. Deze aankondiging dat een engel van God in onze tijd aan een profeet is verschenen, is geheel in overeenstemming met de profetieën van het Nieuwe Testament en verdient dan ook de aandacht van elke oprechte zoeker naar de waarheid.⁹

Op de avond van 21 september 1823 verscheen een engel aan de profeet Joseph Smith. De naam van de engel was Moroni. Hij was de laatste van een lange reeks profeten van weleer uit twee grote beschavingen die eeuwen geleden […] op het Amerikaanse continent leefden.¹⁰

Het overtuigendste bewijs dat Joseph Smith een spreekbuis voor de Almachtige was, is de publicatie van een Schriftuurlijk verslag, het Boek van Mormon.

Het Boek van Mormon is een kroniek van vroegere bewoners van het Amerikaanse continent en doet verslag van het bezoek en de bediening van Jezus Christus onder het volk op dit continent na zijn hemelvaart te Jeruzalem. Het voornaamste doel van de kroniek is latere generaties ervan te overtuigen dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Het Boek van Mormon is dus, naast de Bijbel, eveneens een getuige van de goddelijkheid van Jezus Christus.

Joseph Smith kreeg deze oude kroniek van een hemelse boodschapper, precies zoals Johannes geprofeteerd had. Deze engel verscheen aan hem en maakte de locatie van oude kronieken bekend die op metalen platen waren gegraveerd en in een stenen kist begraven en verborgen waren. Op de bestemde tijd kreeg de jonge profeet de platen en de middelen ter vertaling ervan in handen. Daarna werd het boek voor de wereld als gecanoniseerde Schriftuur gepubliceerd.

Het boek bevat tevens, in overeenstemming met het getuigenis van Johannes, het ‘eeuwig evangelie’. Het wordt momenteel door onze zendelingen aan de wereld gepredikt.

Wij nodigen u uit om de waarheid van ons getuigenis over de oorsprong van het Boek van Mormon te beproeven. Dat kunt u doen door het boek te lezen en onze hemelse Vader te vragen of deze dingen waar zijn. Ik beloof u, als u oprecht bent, dat u door de Heilige Geest een bevestiging van de waarheid zult ontvangen. Miljoenen mensen getuigen ernstig en oprecht dat zij weten dat het van God komt.¹¹

Als het Boek van Mormon waar is, dan is Jezus de Christus, dan was Joseph Smith zijn profeet, dan is De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waar en staat die onder leiding van een profeet die openbaring ontvangt.¹²

Christelijke kerkgenootschappen over de hele wereld bidden al eeuwenlang dat het koninkrijk van God moge komen [zie Matteüs 6:10]. Wij verklaren in alle ernst en openheid: die dag is nu aangebroken!¹³

Het gebed van een veertienjarige jongen, in het heilige bos, luidde een nieuwe evangeliebedeling in.¹⁴

God heeft zijn koninkrijk wederom op aarde gevestigd zoals geprofeteerd is. […]

[…] Joseph Smith was door God geroepen om dat koninkrijk opnieuw te vestigen — De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik getuig dat hij dit werk tot stand gebracht heeft, dat hij de fundamenten gelegd heeft en dat hij de sleutels en machten aan de kerk heeft overgedragen om het grote werk in de laatste dagen voort te zetten, dat hij op aanwijzing van de Almachtige begonnen was.¹⁵

Ook anderen zijn aan Joseph Smith verschenen, onder wie Johannes de Doper en Petrus, Jakobus en Johannes, die hem het gezag verleenden om in de naam van God te handelen (zie GJS 1:68–72; LV 27:5–13). De kerk en het koninkrijk van God werd in deze laatste dagen hersteld, ja, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, met alle gaven, rechten, machten, leerstellingen, functionarissen en zegeningen van de kerk van weleer. (Zie LV 65; 115:3–4.)¹⁶

De profeet Joseph werd geboden als werktuig in de handen van God voort te gaan en de kerk te organiseren, om voor de wereld, als tweede getuige van de goddelijkheid van Jezus Christus, het Boek van Mormon te publiceren, dat van de heilige kronieken afkomstig was. […]

Deze herstelling van het evangelie, het terugbrengen van licht en waarheid, is bedoeld om alle kinderen van God tot nut en zegen te zijn. En zo trekken onze zendelingen nederig en dankbaar de wereld in om te verkondigen dat er een afval van de waarheid is geweest, maar dat de hemelen door Gods goedheid wederom geopend zijn en dat het evangelie door middel van de profeet Joseph Smith aan de mens geopenbaard is.¹⁷

Tegelijk met de eerste groei van de kerk heerste er een geest van verzet en vervolging. Waar het ‘mosterdzaadje’ ook gezaaid werd, probeerde men de groei ervan tegen te werken.¹⁸

De veertienjarige jongen hield zich staande tegen de wereld. God kende zijn zoon toen hij gekozen werd. Hij wist dat hij zelfs tot in de dood loyaal en trouw zou blijven.¹⁹

Sommigen keken met grote minachting op [Joseph Smiths] getuigenis neer en begonnen onware verhalen en vervolging tegen hem aan te wakkeren. De jonge profeet wilde zijn getuigenis, net als de apostel Paulus van weleer, niet terugnemen, maar zette die in deze woorden kracht bij:

‘Ik had een visioen gezien; ik wist het, en ik wist dat God het wist, en ik kon het niet loochenen, noch durfde ik dat; in ieder geval wist ik dat ik God daarmee aanstoot zou geven en onder veroordeling zou komen.’ (GJS 1:25.)²⁰

De profeet Joseph Smith trad zijn dood bereidwillig tegemoet. Hij bezegelde zijn getuigenis met zijn leven — zijn eigen bloed. Op die noodlottige dag in Nauvoo (Illinois) keek hij op weg naar de gevangenis te Carthage en zijn martelaarschap om naar zijn stad en de mensen die hij liefhad, en verklaarde: ‘Dit zijn de lieflijkste plek en de beste mensen onder de hemel; zij beseffen nauwelijks welke beproevingen hen te wachten staan.’ [History of the Church, deel 6, p. 554.]

Later zei de profeet met veel gevoel, maar toch kalm en moedig: ‘Ik ga als een lam ter slachting, maar ik ben zo kalm als een zomermorgen. Mijn geweten is vrij van schuld jegens God en jegens alle mensen. Ik zal onschuldig sterven, en mijn bloed zal uit de grond om wraak roepen, en er zal van mij worden gezegd: hij werd in koelen bloede vermoord.”’ [History of the Church, deel 6, p. 555.]²¹

Aldus kwam het aardse leven van de profeet Joseph Smith tot zijn climax en had hij het sterfelijke deel van zijn door God opgedragen zending vervuld. Die aardse zending, maakte hij duidelijk, zou niet eindigen voordat die volledig voltooid was. Net als de zending van de Heiland, ‘het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld’ [zie Openbaring 13:8], was ook Joseph werkelijk voor zijn grote zending voorgeordend.²²

Ik weet dat Joseph Smith, hoewel hij als martelaar voor de waarheid is vermoord, voortleeft en dat hij in de komende eeuwigheden aan het hoofd van deze bedeling — de grootste van alle evangeliebedelingen — zal blijven staan.²³

De boodschap van Joseph Smith — de boodschap van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, de boodschap van het mormonisme — is de belangrijkste boodschap in deze wereld. En de profeet Joseph Smith, die heden ten dage leeft, blijft een belangrijke rol in haar te volgen koers op aarde spelen.²⁴

Om het belang van de zending van de profeet te kunnen begrijpen, moeten we die bezien in het licht van de eeuwigheid. Hij bevond zich onder ‘de edelen en groten’ die door Abraham als volgt werden omschreven:

‘De Heer nu had mij, Abraham, de intelligenties getoond die waren georganiseerd eer de wereld was; en onder al dezen waren er velen van de edelen en groten;

en God zag deze zielen, dat zij goed waren; en Hij stond te midden van hen en Hij zeide: Dezen zal Ik tot mijn heersers maken; want Hij stond te midden van hen die geesten waren, en Hij zag dat zij goed waren; en Hij zeide tot mij: Abraham, gij zijt een van hen; gij waart gekozen eer gij geboren waart.’ (Abraham 3:22–23.)

Dat betrof ook Joseph Smith. Ook hij was daar. Ook hij bevond zich onder de edelen en groten. Hij nam een voorname, eervolle plaats in en hij heeft ongetwijfeld aan de planning en uitvoering van het grote werk van de Heer meegewerkt om ‘de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’, het heil van alle kinderen van de Vader [zie Mozes 1:39]. Zijn zending is van invloed geweest en zal nog van invloed zijn op allen die hebben geleefd, allen die toen leefden en de miljoenen die nog geboren moeten worden.

De profeet Joseph Smith maakte dit eeuwige feit met de volgende woorden duidelijk: ‘Eenieder die geroepen is om het evangelie aan de inwoners der wereld te verkondigen, was reeds voor dat doel in de grote raadsvergadering aangesteld vóór deze wereld bestond. Ik ga er van uit dat ik in die grote raadsvergadering voor dit ambt ben geordend. Dat is het getuigenis dat ik wil hebben, dat ik Gods dienstknecht ben en dat dit volk zijn volk is.’ [zie History of the Church, deel 6, p. 364.] […]

Het belangrijkste werk in deze wereld of in de komende wereld heeft direct met het werk en de zending van Joseph Smith te maken — een man met een missie, profeet van God. Dat werk is het heil en het eeuwige leven van de mens. Voor dat grote doel werd deze aarde geschapen, worden profeten van God geroepen, worden hemelse boodschappers gestuurd, en bij heilige en belangrijke gelegenheden daalt zelfs God, de Vader van ons allen, op deze aarde neer om zijn geliefde Zoon te introduceren.

De profeet Joseph Smith was niet alleen ‘een van de edelen en groten’, maar hij blijft, zelfs in deze tijd, vanuit hogere regionen aandacht aan belangrijke zaken op aarde schenken. Want in de ogen van de Heer, de God van deze wereld onder de Vader, is het allemaal één groot eeuwige plan, waarin de profeet Joseph een belangrijke rol speelt, en wel door het eeuwige priesterschap en gezag van God.²⁵

Ik getuig tot u dat Joseph Smith een profeet van God was en is, een van de waarlijk grote profeten van alle tijden, een man met een missie, een man met karakter, een man met moed, een man met diepe spiritualiteit, een goddelijk profeet van de Heer, een echte edele en grote in de hele geschiedenis.²⁶

Ja, Joseph Smith, de profeet van de laatste dagen, was een werktuig in de handen van de Heer om een nieuwe evangeliebedeling in te luiden, de laatste en grootste van alle evangeliebedelingen.²⁷

• Waarom denkt u dat het eerste visioen van Joseph Smith ‘de grootste gebeurtenis […] sinds de opstanding van de Meester’ was? (Zie paragraaf 1.) In welke opzichten is uw leven door die gebeurtenis beïnvloed?

• Wat hebt u aan de kennis dat Johannes de Openbaarder over Moroni’s bezoeken aan Joseph Smith heeft geprofeteerd? (Zie paragraaf 2.)

• President Benson zegt dat het Boek van Mormon ‘het overtuigendste bewijs’ is dat Joseph Smith een profeet is (zie paragraaf 3). In welke zin is uw getuigenis van de zending van Joseph Smith door uw studie van het Boek van Mormon versterkt?

• Denk na over president Bensons getuigenis in paragraaf 4. Welke zegeningen heeft de herstelling van het evangelie u en uw familieleden zoal gebracht?

• Wat leert u uit paragraaf 5 aangaande het verduren van vervolging? Wat kunnen we van Joseph Smiths voorbeeld leren wanneer mensen ons getuigenis in twijfel trekken?

• Aangaande de voorsterfelijke ordening van Joseph Smith zegt president Benson: ‘Zijn zending is van invloed geweest en zal nog van invloed zijn op allen die hebben geleefd, allen die toen leefden en de miljoenen die nog geboren moeten worden’ (paragraaf 6). In welke opzichten is de zending van Joseph Smith van invloed op allen die op aarde geleefd hebben? In welke zin bent u er zelf door beïnvloed?

Jesaja 29:13–14; 2 Nephi 3:3–15; 3 Nephi 21:9–11; LV 5:9–10; 135; Geschiedenis van Joseph Smith

‘Vraag de deelnemers wat zij uit hun studie van het hoofdstuk hebben geleerd. U kunt bijvoorbeeld een paar deelnemers in de week voorafgaand aan de les vragen of ze de komende zondag willen vertellen wat ze hebben geleerd’ (p. VII in dit boek).