Algemene conferentie
Het voortdurende mededogen van de Heiland
Algemene oktoberconferentie 2021


Het voortdurende mededogen van de Heiland

Anderen mededogen betonen, is de kern van het evangelie van Jezus Christus.

Een van de opvallendste beginselen waarin de Heiland tijdens zijn aardse bediening onderwees, was anderen mededogend te behandelen. Laten we eens naar dat beginsel kijken, en aan de hand van het verhaal van Jezus’ bezoek aan het huis van de farizeeër Simon bedenken hoe we het kunnen toepassen.

Volgens het evangelie van Lukas kwam een vrouw die als zondares werd beschouwd Simons woning binnen terwijl Jezus daar was. Ze knielde vol nederig berouw bij Jezus neer, waste zijn voeten met haar tranen, droogde ze met haar haren, kuste ze, en zalfde ze met balsem.1 De trotse gastheer, die vond dat hij in moreel opzicht boven de vrouw stond, dacht verwijtend en arrogant: ‘Deze Man zou, als Hij een profeet was, wel weten wie en wat voor vrouw het is die Hem aanraakt, want zij is een zondares.’2

De superieure houding van de farizeeër leidde ertoe dat hij zowel Jezus als de vrouw onrechtvaardig veroordeelde. Maar de alwetende Heiland wist wat Simon dacht, en in zijn grote wijsheid keurde hij Simons verachtende houding af en vermaande Hij hem wegens zijn gebrek aan hoffelijkheid tegenover de bijzondere gast die Hij als Heiland was. In feite was zijn ondubbelzinnige vermaning van de farizeeër ook een bewijs dat Jezus werkelijk de gave van profetie bezat, en dat Hij de nederige, berouwvolle vrouw wegens haar bekering haar zonden had vergeven.3

Net als veel andere voorvallen tijdens Jezus’ aardse bediening bewijst dit verhaal ook weer dat de Heiland iedereen die tot Hem kwam zonder onderscheid vol medeleven behandelde, en vooral hen die zijn hulp het hardst nodig hadden. Het berouw en de eerbiedige liefde die de vrouw Jezus toonde, waren voor Jezus het bewijs dat ze zich oprecht bekeerd had, en dat ze vergeving van haar zonden wilde ontvangen. Maar door zijn meerderwaardigheidscomplex en verharde hart4 kon Simon die bekeerlijke ziel geen empathie tonen, en dacht hij zelfs met onverschilligheid en verachting over de Heiland van de wereld. Met zijn houding liet hij zien dat zijn levenswijze niets meer inhield dan een strikte, zelfverheerlijkende, schijnheilige en onoprechte naleving van regels, en uiterlijk vertoon van zijn overtuigingen.5

De mededogende, persoonlijke bediening van Jezus in dit verhaal is het volmaakte voorbeeld van de manier waarop wij met onze medemens moeten omgaan. In de Schriften staan talloze voorbeelden van de manier waarop de Heiland, altijd gedreven door diepgaand mededogen, omging met de mensen uit zijn tijd, en hoe Hij mensen hielp die leden, en hen die ‘vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder’ hadden.6 Hij strekte zijn barmhartige hand uit naar hen die verlichting van hun fysieke en geestelijke lasten nodig hadden.7

De mededogende houding van Jezus kwam voort uit zijn naastenliefde,8 zijn zuivere, volmaakte liefde, die aan zijn zoenoffer ten grondslag ligt. Mededogen is een fundamenteel kenmerk van mensen die naar heiliging streven, en deze goddelijke eigenschap is verweven met andere christelijke eigenschappen zoals rouwen met hen die rouwen, en anderen empathie, barmhartigheid en vriendelijkheid betonen.9 Anderen mededogen betonen, is in feite het wezen van het evangelie van Jezus Christus, en het is een treffend bewijs van onze geestelijke en emotionele band met de Heiland. Daarnaast is het een blijk van de invloed die Hij op onze levenswijze heeft, en geeft het de grootsheid van onze geest aan.

Het is veelzeggend om op te merken dat Jezus’ medelevende daden geen incidentele of opgelegde manifestaties waren, en geen punten op een takenlijstje, maar alledaagse uitingen van zijn werkelijke, zuivere liefde voor God en diens kinderen, en zijn voortdurende verlangen om hen te helpen.

Jezus kon zelfs op afstand vaststellen wat iemand nodig had. Het is dus niet verrassend dat Jezus bijvoorbeeld na de genezing van de dienstknecht van een hoofdman over honderd10 van Kapernaüm naar de stad Naïn reisde. Daar verrichtte Jezus een van de ontroerendste wonderen van zijn aardse bediening door een overleden jongeman, de enige zoon van een weduwe, op te dragen om weer levend te worden en op te staan. Jezus voelde niet alleen het hevige lijden van die arme moeder aan, maar ook de moeilijke omstandigheden waarin zij verkeerde, en Hij werd met waar mededogen voor haar bewogen.11

Net als de zondares en de weduwe van Naïn verlangen veel mensen in onze invloedssfeer naar troost, aandacht, betrokkenheid, en wat voor hulp we ze maar kunnen bieden. Ieder van ons kan een werktuig in de handen van de Heer zijn en net als Jezus mensen in nood met medeleven behandelen.

Ik ken een meisje dat met een ernstig geval van hazenlip en gespleten gehemelte is geboren. De dag na haar geboorte moest ze al de eerste van een reeks operaties ondergaan. Gedreven door oprecht mededogen voor hen die met ditzelfde probleem kampen, probeert dit meisje met haar ouders steun, begrip en emotionele bijstand te bieden aan anderen die met deze complexe realiteit geconfronteerd worden. In hun eigen woorden: ‘Door het probleem van onze dochter maakten we kennis met geweldige mensen die troost, steun en aanmoediging nodig hadden. Een tijdje geleden sprak onze dochter, die nu 11 jaar is, met de ouders van een baby die hetzelfde probleem had. Tijdens dit gesprek deed onze dochter even het mondkapje af dat ze wegens de pandemie op had, zodat de ouders konden zien dat er hoop is – hoewel de baby de komende jaren nog een lange weg af te leggen heeft voordat het probleem is opgelost. We zijn dankbaar voor de gelegenheid om empathie te hebben voor mensen die lijden, net als de Heiland empathie voor ons heeft. Het voelt alsof we ons eigen verdriet verlichten telkens als we het verdriet van iemand anders verlichten.’

Beste vrienden, als wij er bewust naar streven om in onze levenswijze een medelevende houding aan te nemen, naar het voorbeeld van de Heiland, dan zullen wij meer openstaan voor de behoeften van anderen. En als we daar meer voor openstaan, zullen al onze daden door oprechte belangstelling en liefde gekenmerkt worden. De Heer zal onze inzet erkennen, en we zullen beslist gezegend worden met gelegenheden om een werktuig in zijn handen te zijn dat harten verzacht, en hen met ‘handen die slap neerhangen’ verlichting brengt.12

Jezus’ vermaning van de farizeeër Simon maakte ook duidelijk dat we onze medemens nooit hardvochtig en wreed mogen veroordelen, want wij hebben allemaal van onze liefdevolle hemelse Vader begrip en barmhartigheid voor onze onvolmaaktheden nodig. Was dit niet precies wat de Heiland ons een andere keer leerde, toen Hij zei: ‘Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op?’13

We moeten beseffen dat het niet makkelijk is om alle omstandigheden te begrijpen die aan iemands houding of reactie bijdragen. Schijn bedriegt, en vaak gedragen mensen zich anders dan ze zich voelen. In tegenstelling tot u en mij, kan Christus alle facetten van een situatie helder inschatten.14 Ook al kent Hij al onze zwakheden, de Heiland zal ons niet overhaast veroordelen, maar vol medeleven met ons bezig blijven, en ons helpen om de balk uit ons oog weg te nemen. Jezus kijkt altijd naar het hart, niet naar het uiterlijk.15 De Heiland heeft gezegd: ‘Oordeel niet naar wat voor ogen is.’16

Denk nu eens na over de wijze raad die de Heiland in dit verband aan de twaalf Nephitische discipelen gaf:

‘En weet dat u de rechters van dit volk zult zijn, volgens het oordeel dat Ik u geven zal, dat rechtvaardig zal zijn. Wat voor mannen behoort u daarom te zijn? Voorwaar, Ik zeg u, zoals Ik ben.’17

‘Welnu, Ik wil dat u volmaakt bent zoals Ik, of zoals uw Vader die in de hemel is, volmaakt is.’18

In deze context oordeelt de Heer hen die anderen wegens hun tekortkomingen onrechtvaardig veroordelen. Om in aanmerking te komen voor het vellen van een rechtvaardig oordeel moeten wij ernaar streven om zoals de Heiland te worden en andermans onvolmaaktheden vol mededogen met zijn ogen te zien. Aangezien we nog veel te verbeteren hebben voordat we volmaking bereiken, is het misschien beter als we aan Jezus’ voeten om barmhartigheid voor onze eigen onvolmaaktheden smeken, zoals de bekeerlijke vrouw in het huis van de farizeeër, en ons niet zo lang en uitgebreid blindstaren op de onvolmaaktheden van anderen.

Beste vrienden, ik getuig dat als wij ernaar streven om het mededogende voorbeeld van de Heiland in onze levenswijze te volgen, ons vermogen om onze naasten wegens hun deugden te prijzen zal toenemen, en dat onze natuurlijke neiging om ze wegens hun onvolmaaktheden te veroordelen zal afnemen. Ons contact met God zal nauwer worden, en ons leven zal beslist fijner worden, onze gevoelens milder, en we zullen een oneindige bron van geluk ontdekken. We zullen bekendstaan als vredestichters19 die woorden spreken die zo zacht zijn als de dauw op een voorjaarsochtend.

Ik bid dat wij lankmoediger zullen worden, dat we meer begrip voor onze medemens zullen krijgen, en dat de barmhartigheid van de Heer ons in volslagen zachtmoedigheid meer geduld met de onvolmaaktheden van anderen zal geven. Daartoe zet de Heiland ons aan. Ik getuig dat Hij leeft. Hij is het volmaakte voorbeeld van barmhartig, geduldig discipelschap. Ik getuig van deze waarheid in de heilige naam van de Heiland, Jezus Christus. Amen.