Algemene conferentie
De Here gewijd
Algemene oktoberconferentie 2021


De Here gewijd

Opoffering draait minder om ‘opgeven’ en meer om ‘geven aan’ de Heer.

Afgelopen jaar, toen ik lid van het presidium van het gebied Azië-Noord was, kreeg ik een telefoontje van president Russell M. Nelson met het verzoek om tweede raadgever in de Presiderende Bisschap te worden. Hij was zo vriendelijk om mijn vrouw, Lori, te vragen aan het gesprek deel te nemen. Na het telefoongesprek konden we het nog steeds niet geloven, en mijn vrouw vroeg: ‘Wat doet de Presiderende Bisschap eigenlijk?’ Ik dacht daar even over na en antwoordde: ‘Dat weet ik niet precies!’

Een jaar later – en na momenten van diepe nederigheid en dankbaarheid – kan ik de vraag van mijn vrouw met meer inzicht beantwoorden. De Presiderende Bisschap ziet onder meer toe op het welzijns- en humanitaire werk van de kerk. Dat werk beslaat de hele wereld en is meer van Gods kinderen tot zegen dan ooit tevoren.

Als Presiderende Bisschap zijn we gezegend met geweldige werknemers van de kerk en anderen, zoals het algemeen ZHV-presidium, die met ons zitting in het comité Welzijn en zelfredzaamheid van de kerk hebben. In onze hoedanigheid als leden van dat comité heeft het Eerste Presidium zuster Eubank, die gisteravond tot ons sprak, en mij gevraagd om u bij te praten over de recente humanitaire hulp die de kerk heeft verleend. Ze hebben ons ook gevraagd om onze grote dankbaarheid uit te spreken – want, broeders en zusters, u hebt deze humanitaire hulp mogelijk gemaakt.

Afbeelding
Bijdragen humanitaire hulp
Afbeelding
Aanvullende bijdragen humanitaire hulp

Toen we met bezorgdheid de eerste economische gevolgen van de COVID-19-crisis over de hele wereld zagen, hadden we best een afname in de bijdragen van de heiligen kunnen verwachten. Tenslotte waren onze eigen leden niet immuun voor de nadelen van de pandemie. Denkt u zich eens in hoe we ons voelden toen we zagen dat het omgekeerde gebeurde! De bijdragen voor humanitaire hulp waren in 2020 hoger dan ooit, en de trend is dit jaar zelfs nog hoger. Door uw gulle gaven is de kerk in staat geweest om meer hulp uit het fonds voor humanitaire hulp te verstrekken dan ooit sinds de oprichting ervan, met ruim 1.500 covidhulpprojecten in meer dan 150 landen. Die bijdragen die u zo onzelfzuchtig aan de Heer doet, zijn omgezet in voedsel voor levensonderhoud, zuurstof, medische benodigdheden, en vaccinaties voor hen die ze anders misschien niet gekregen zouden hebben.

Afbeelding
Vluchtelingen
Afbeelding
Vluchtelingen
Afbeelding
Vluchtelingen

Net zo opmerkelijk als de bijdragen voor goederen is de enorme bijdrage van tijd en energie die kerkleden aan humanitaire hulp leveren. Zelfs tijdens de pandemie heeft de wereld onophoudelijk natuurrampen, burgerconflicten en economische instabiliteit meegemaakt, en zijn miljoenen mensen uit hun woning verdreven. Volgens een verslag van de Verenigde Naties zijn ruim 82 miljoen mensen in de wereld van huis en haard verdreven.1 Voeg daar de miljoenen mensen aan toe die besluiten armoede of verdrukking te ontvluchten, op zoek naar een beter leven voor zichzelf of voor hun kinderen, en dan kunt u een glimp opvangen van de enorme omvang van deze wereldwijde situatie.

Het doet mij genoegen te rapporteren dat de kerk dankzij de tijd en talenten van talloze vrijwilligers op meerdere plaatsen in de Verenigde Staten en Europa onthaalcentra voor vluchtelingen en immigranten runt. Dankzij uw bijdragen verschaffen wij goederen, financiering en vrijwilligers om soortgelijke programma’s van andere organisaties over de hele wereld te helpen.

Ik wil vanuit de grond van mijn hart de heiligen danken die hulp hebben geboden om deze vluchtelingen te voeden en te kleden, vriendschap met ze te sluiten, en ze te helpen zich te vestigen en zelfredzaam te worden.

Gisteravond heeft zuster Eubank u al wat verteld over enkele van de geweldige inspanningen van de heiligen op dit gebied. Als ik aan die inspanningen denk, moet ik vaak ook denken aan het beginsel van opoffering, en het rechtstreekse verband van dat beginsel met de twee grote geboden om God en onze naasten lief te hebben.

Tegenwoordig heeft opoffering de connotatie van het denkbeeld dat we dingen ‘opgeven’ voor de Heer en zijn koninkrijk. In de oudheid was de betekenis van opoffering oftewel sacrificie echter nauwer verbonden met de stam uit het Latijn, dat uit twee woorden bestaat: sacer, wat sacraal oftewel heilig betekent, en facere, wat ‘maken’ betekent.2 In de oudheid betekende opoffering dus letterlijk dat het iets of iemand ‘heilig maakt’.3 Als we het zo beschouwen, is opoffering een proces om ons te heiligen en God te leren kennen, en niet een gebeurtenis, noch een ritueel om dingen ‘op te geven’ voor de Heer.

De Heer heeft gezegd: ‘Want Ik vind vreugde in [naastenliefde] en niet in offer, in kennis van God meer dan in brandoffers!’4 De Heer wil dat wij heilig worden,5 dat wij naastenliefde bezitten,6 en dat wij Hem leren kennen.7 Zoals de apostel Paulus heeft gezegd: ‘En al zou ik al mijn bezittingen uitdelen tot levensonderhoud van de armen, en al zou ik mijn lichaam overgeven om verbrand te worden, maar ik had de liefde niet, het baatte mij niets.’8 Uiteindelijk wil de Heer ons hart; Hij wil dat wij een nieuwe schepping in Christus worden.9 Zoals Hij de Nephieten instrueerde: ‘U zult Mij als offer een gebroken hart en een verslagen geest brengen.’10

Afbeelding
De Here gewijd

Opoffering draait minder om ‘opgeven’ en meer om ‘geven aan’ de Heer. Boven de ingang van al onze tempels zijn de woorden ‘De Here gewijd; het huis des Heren’ gegraveerd. Houden wij ons door opoffering aan onze verbonden, dan worden wij door de genade van Jezus Christus heilig, en aan de altaren in de tempel wijden wij onszelf aan de Heer toe door Hem ons gebroken hart en een verslagen geest te offeren. Ouderling Neal A. Maxwell heeft gezegd: ‘De onderwerping van onze wil [of ons hart11] is in feite het enige écht persoonlijke dat we op Gods altaar kunnen leggen. […] Maar als u en ik ons uiteindelijk onderwerpen door onze eigen wil te laten opgaan in die van God, dan pas geven we Hem écht iets!12

Als de offers die we voor anderen brengen vanuit het perspectief van ‘opgeven’ worden bekeken, zouden we ze als een last kunnen beschouwen, en zouden we ontmoedigd kunnen raken als onze opofferingen niet erkend of beloond worden. Maar als we ze bekijken vanuit een perspectief van ‘geven aan’ de Heer worden onze offers ten behoeve van anderen geschenken, en wordt de vreugde van gul geven een beloning op zich. Bevrijd van de behoefte aan liefde, goedkeuring of waardering van anderen, worden onze opofferingen de zuiverste en diepste uitingen van onze dankbaarheid en liefde voor de Heiland en onze medemens. Elk hoogmoedig idee van zelfopoffering maakt plaats voor dankbaarheid, gulheid, voldoening en vreugde.13

Iets wordt niet alleen heilig – of dat nu ons leven is, onze bezittingen, onze tijd of onze talenten – door het eenvoudigweg op te geven, maar door het toe te wijden14 aan de Heer. Het humanitaire werk van de Heer is zo’n geschenk. Het is het product van de collectieve, toegewijde offergaven van de heiligen, een uiting van onze liefde voor God en zijn kinderen.15

Afbeelding
Zuster Canfield met mensen die zij dient

Steve en Anita Canfield vertegenwoordigen heiligen der laatste dagen over de hele wereld die aan den lijve de transformerende zegeningen van geven aan de Heer hebben ondervonden. De Canfields werden als zendelingen voor welzijn en zelfredzaamheid geroepen om hulp te verlenen in vluchtelingenkampen en immigrantencentra door heel Europa. Zuster Canfield was een vooraanstaand interieurontwerpster die voor rijke klanten het interieur van luxueuze woningen en hotels verfraaide. Door te dienen onder mensen die wat aardse bezittingen betreft bijna alles waren kwijtgeraakt, kwam ze plots in een totaal andere wereld terecht. Ze zegt dat ze ‘marmeren gangen voor aarden vloeren’ verwisselde, en dat ze daarin oneindig veel voldoening vond toen zij en haar man vriendschap sloten met de mensen die hun zorg nodig hadden, en die ze al snel zouden gaan liefhebben en aanvaarden.

De Canfields merkten op: ‘We hadden niet het gevoel dat we iets hadden “opgegeven” om de Heer te dienen. Wij wilden Hem gewoon onze tijd en energie “geven” om zijn kinderen te zegenen op een manier die Hem paste. Toen we zij aan zij met onze broeders en zusters werkten, zagen we geen uiterlijke verschillen meer – in achtergrond of bezittingen – en zagen we alleen nog maar het hart van de ander. Geen enkel succes in een carrière of materieel gewin kan opwegen tegen de manier waarop deze ervaringen, onder de nederigsten van Gods kinderen, ons hebben verrijkt.’

Door het verhaal van de Canfields, en door veel soortgelijke verhalen, ben ik de tekst van een eenvoudig maar diepzinnig jeugdwerkliedje gaan waarderen:

Geef, zegt het beekje klein

als het naar het dal toestroomt:

Ik ben wel klein maar waar ik kom

zijn de velden fris en groen.

Ja, in ons eentje zijn we klein, maar als we ons samen inspannen om aan God en onze medemens te geven, dan worden overal waar we komen levens verrijkt, en worden er mensen gezegend.

De derde strofe van dit liedje is minder bekend, maar het besluit met deze liefdevolle aanmoediging:

Geef, omdat Jezus geeft,

want het geven maakt je blij:

doe als de beek en de regendrop:

wees goed voor al wat leeft.16

Geliefde broeders en zusters, als wij voor God en voor anderen leven door van onze middelen, tijd en ja, van onszelf te geven, maken wij de wereld wat groener, maken wij Gods kinderen wat blijer, en worden wij door dat alles een beetje heiliger.

Moge de Heer u rijkelijk zegenen voor de offers die u zo vrijelijk aan Hem brengt.

Ik getuig dat God leeft. ‘Mens der Heiligheid is zijn naam.’17 Jezus Christus is zijn Zoon, en Hij is de Gever van alle goede gaven.18 Mogen wij door zijn genade en het nakomen van onze verbonden door opoffering heilig gemaakt worden, en mogen wij ons dan met nog meer liefde aan de Heer toewijden.19 In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Zie ‘Global Trends: Forced Displacement in 2020’, UNHCR-rapport, 18 juni 2021, unhcr.org.

  2. Het Engelse woord sacrifice [in het Nederlands ‘sacrificie’ oftewel ‘opoffering’] komt van het Latijnse sacrificium, wat uit twee Latijnse stammen bestaat – sacer en facere – volgens het Merriam-Webster Dictionary (zie merriam-webster.com). Het woord sacer betekent gewijd aan, of heilig, en het woord facere betekent maken of doen.

  3. Gids bij de Schriften, ‘Offer, offerande, offeren’, schriften.ChurchofJesusChrist.org.

  4. Hosea 6:6. Zie ook Mattheüs 9:10–13; 12:7.

  5. Zie Leviticus 11:44.

  6. Zie Moroni 7:47.

  7. Zie Mosiah 5:13.

  8. 1 Korinthe 13:3; zie ook Mosiah 2:21.

  9. Zie 2 Korinthe 5:17.

  10. 3 Nephi 9:20, cursivering toegevoegd; zie ook vers 19.

  11. Het woord hart is hier toegevoegd als synoniem van wil.

  12. Neal A. Maxwell, ‘Swallowed Up in the Will of the Father’, Ensign, november 1995, 24; cursivering toegevoegd. Zie ook Omni 1:26; Romeinen 12:1.

  13. Zie Moroni 10:3.

  14. Toewijden betekent ‘door een al dan niet eigenlijke wijding ter beschikking of onder de bijzondere hoede stellen van een godheid, een heilige enz.’ volgens de Dikke Van Dale Online.

  15. Zie Mattheüs 22:36–40.

  16. ‘Geef, zegt het beekje klein’, Kinderliedjes, p. 116.

  17. Mozes 6:57.

  18. Zie Moroni 10:18.

  19. Zie Leer en Verbonden 97:8.