2011
We luisterden naar de Geest
Januari 2011


We luisterden naar de Geest

Michael Angelo M. Ramírez, Nieuw-Zeeland

Op een ochtend besloten mijn collega en ik dat we langs de deuren zouden gaan in een klein dorp in ons gebied in het zuiden van de Filipijnen. Terwijl we langs de deuren gingen, kwam er een man naar ons toe die vroeg wat we aan het doen waren. We merkten dat hij gedronken had.

We dachten dat hij geen interesse in onze boodschap zou hebben, dus gaven we hem een brochure over het doel van het leven. We zeiden dat als hij de brochure zou lezen en die avond niet zou drinken, we de volgende dag naar zijn huis konden komen om hem over het doel van het leven te vertellen. Hij knikte en zei dat hij op ons zou wachten. We gingen gauw verder naar een afspraak die we hadden.

We waren echt niet van plan om terug te gaan en hem te onderwijzen. Maar iedere dag dat we langs zijn huis kwamen, kreeg ik het gevoel dat we met hem moesten praten. Ik sloeg geen acht op dat gevoel en rechtvaardigde mijn beslissing door mezelf wijs te maken dat hij waarschijnlijk te dronken zou zijn om te luisteren.

Na enkele dagen werd het gevoel zo sterk dat ik er geen weerstand meer aan kon bieden. Toen we aanbelden, kwam er een ontstelde dame aan de deur die vroeg waarom we niet zoals beloofd waren langsgekomen. Ze zei dat haar man op ons had gewacht en voor de eerste keer in zijn huwelijk niet had gedronken.

We schaamden ons en boden onze excuses aan. We maakten een nieuwe afspraak om die avond langs te komen en haar en haar man te onderwijzen. Al snel bekeerde broeder Gumabay (naam veranderd) zich van al zijn slechte gewoonten. Hij liet zich dopen en werd een steunpilaar in de omgeving.

Enkele dagen na zijn doop werd ik overgeplaatst en had ik geen contact meer met het gezin. Ik kon alleen maar hopen en bidden dat ze actief in de kerk zouden blijven.

Later hoorde ik dat het dorp waar broeder en zuster Gumabay woonden een gemeente had en toen een wijk. Broeder Gumabay werd geroepen als bisschop van die wijk. Ik hoorde ook dat bijna al zijn familieleden lid van de kerk waren geworden.

Toen ik later mijn oude zendingsgebied bezocht, hoorde ik dat veel mensen door het goede voorbeeld van bisschop Gumabay lid van de kerk waren geworden. Hij had zijn leven in de handen van de Heer geplaatst en Hem aan het roer van zijn gezin en zijn dagelijkse activiteiten gezet.

Ik ben zo dankbaar dat we naar de influisteringen van de Geest hebben geluisterd om naar de familie Gumabay te gaan. Door die ervaring ben ik gaan begrijpen wat de Heer bedoelde toen Hij zei: ‘Zij, die gezond zijn, hebben geen geneesheer nodig, maar zij, die ziek zijn’ (Matteüs 9:12).