2011
De opvatting van heiligen der laatste dagen over het huwelijk
Juni 2011


Evangelieparels

De opvatting van heiligen der laatste dagen over het huwelijk

Hugh B. Brown is op 24 oktober 1883 in Granger (Utah) geboren. In 1958 werd hij tot apostel geordend. Hij is acht jaar lang als raadgever van president David O. McKay werkzaam geweest. Het volgende artikel is een extract uit zijn boek You and Your Marriage.

Afbeelding
President Hugh B. Brown

Het huwelijk is een sacrament en hoort dat ook te zijn. Het woord sacrament kent verschillende definities, maar christenen verstaan er een religieuze handeling of ceremonie onder, uitgevoerd door iemand met het juiste gezag. Het is een plechtige belofte en een verbond, een geestelijk teken of bondgenootschap tussen de betrokken partijen onderling en tussen hen en God. Dat het huwelijk door de Heer zelf is ingesteld en geheiligd, blijkt uit de volgende citaten:

‘En de Here God zeide: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past. (…)

‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn’ (Genesis 2:18, 24).

Toen Jezus uit Galilea vertrok en over de Jordaan in het gebied van Judea kwam, werd hij door een grote menigte gevolgd. De Farizeeën ondervroegen hem aangaande echtscheiding.

‘Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt?

‘En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn.

‘Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet’ (Matteüs 19:4–6).

Het huwelijk vervult Gods doeleinden

Het is duidelijk dat het Gods bedoeling is dat man en vrouw één worden. Door dat eerste huwelijk persoonlijk te voltrekken, heiligde Hij de instelling van het huwelijk. Het huwelijk is een normale, gezonde en wenselijke staat en is ingesteld om Gods doeleinden op aarde te vervullen.

Het is het centrale element bij de vorming van een gezin. Het is meer dan een door mensen ingesteld instituut dat alleen op wetten en gewoonten is gebaseerd. Het is meer dan een overeenkomst die door morele wetten wordt gesanctioneerd. Het is een religieus sacrament, en hoort dat ook te zijn, waardoor een man en een vrouw zich plechtig voornemen om met God samen te werken aan de verwezenlijking van zijn doel: het aardse leven en de sterfelijkheid voor zijn geestkinderen mogelijk maken, en hun onsterfelijkheid en eeuwige leven tot stand brengen.

Sommigen zeggen dat de hoogste, meest toegewijde en meest wenselijke staat in het leven buiten het huwelijksverbond te realiseren valt. Met andere woorden, zij verbieden wie de hoogste heerlijkheid nastreven om zich ‘met lichamelijke en dierlijke omgangsvormen te verontreinigen’. Die leer wordt nergens gestaafd in de Schriften. In het boek Spreuken staat: ‘Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de Here verworven’ (Spreuken 18:22). (…)

In de Leer en Verbonden staat: ‘En voorts, voorwaar, Ik zeg u dat wie verbiedt te huwen, het is hem niet verordonneerd door God, want het huwelijk is de mens door God verordonneerd’ (LV 49:15).

Een tempelhuwelijk zorgt voor waar geluk

De heiligen der laatste dagen geloven dat een man en een vrouw voor tijd en eeuwigheid in de tempel gehuwd moeten zijn om het beste en het grootste geluk in het aardse leven én hierna te verwezenlijken. Zonder de verordeningen ter verzegeling van een tempelhuwelijk kan een mens geen goddelijke staat bereiken of een volheid van vreugde ontvangen. (…)

Voor heiligen der laatste dagen is slechts één soort huwelijk volkomen acceptabel: een tempel- of eeuwig huwelijk, dat alleen in de tempels van de kerk wordt gesloten. Tempels worden gebouwd en ingewijd en bieden een door de Heer geheiligde plek waar geestelijke en eeuwige ceremoniën en verordeningen verricht kunnen worden. Hoewel wij een burgerlijk huwelijk erkennen dat door geestelijken van andere kerkgenootschappen en ambtenaren of andere wettelijk daartoe bevoegden wordt gesloten, geloven wij dat alleen in een tempel van God een huwelijk voor tijd en eeuwigheid gesloten kan worden door iemand met het gezag dat Christus aan Petrus gaf toen Hij zei: ‘Wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen’ (Matteüs 16:19).

Dat gezag wordt in de Schriften ‘de sleutels van het Koninkrijk der hemelen’ genoemd (Matteüs 16:19), en door een celestiaal huwelijk wordt met die sleutels de deur naar dat koninkrijk geopend.

Behoeften worden volkomen vervuld

De mens heeft bepaalde basisbehoeften — op moreel, sociaal, biologisch en geestelijk gebied — en die zijn alleen in het door God ingestelde instituut van een eeuwig huwelijk volkomen te vervullen.

Voor een overvloedig leven hier en het eeuwige leven hierna moet de mens liefde kunnen geven en ontvangen, dienen en offers brengen, verantwoordelijkheid dragen en de door God gegeven scheppende macht gebruiken. ‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed’ (Johannes 10:10).

Maar de grootste waarde van het huwelijk ligt wellicht niet in wat de man en vrouw afzonderlijk verwerven. Het doel van hun eenwording is in het begin door de Heer met het volgende gebod aangeduid: ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar’ (Genesis 1:28). In een goed huwelijk kan de man zijn natuurlijke scheppingsdrang tot uiting brengen. Die drang kan alleen in een huwelijksrelatie door het voortbrengen en grootbrengen van kinderen ten volle in vreugde worden geuit en beleefd. Ouders dienen te beseffen dat de kinderen die ze krijgen — hun kinderen — ook de kinderen van God zijn. Hij is de Vader van ons geestlichaam, en in ons vooraards bestaan trof Hij wijze maatregelen voor de onscheidbare samenvoeging van eeuwige materie en een eeuwige geest om zo een volheid van vreugde te ontvangen. Heiligen der laatste dagen geloven dan ook dat God de derde partij is in deze relatie en dat kinderen op de wereld zetten binnen het goddelijke instituut van het huwelijk onderdeel is van zijn plan om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.

De eeuwige aard van het huwelijk

Toen de Heer Jezus Christus de liefde voor God en onze naaste als de twee grootste geboden bestempelde, verheerlijkte Hij daarmee de liefde. We leren zelfs dat God liefde is. Aangezien God eeuwig is, moet liefde ook eeuwig zijn, en zijn de vruchten en zegeningen ervan bedoeld om in de komende eeuwigheid voort te duren. Maar om de voorrechten en zegeningen van eeuwige liefde met betrekking tot echtelieden, ouders en kinderen te genieten, is de verordening waarmee deze prachtigste relatie wordt bekrachtigd en geheiligd niet acceptabel als die de beperking ‘tot de dood u scheidt’ bevat. Familie- en huwelijksbanden zijn slechts eeuwig als de huwelijksverbintenis met het juiste gezag ‘voor tijd en alle eeuwigheid’ wordt gesloten.

Alle mensen dienen zich bewust te zijn van hun verantwoordelijkheid jegens hun nageslacht en van de verbonden die zij in dat opzicht sluiten. Toen de Heer zei: ‘Zonder hen kunnen wij niet tot volmaking komen’ (LV 128:18), doelde Hij op een keten waarvan de schakels zich zowel in de toekomst als in het verleden uitstrekken. In feite hebben we meer directe verantwoordelijkheid voor wie ons in dit leven zijn toevertrouwd dan voor onze voorouders. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de zonden, zowel de actieve als passieve, van onze voorouders. Maar Hij heeft ons gewaarschuwd dat we voor de zonden van ons nageslacht wel verantwoording dragen als we onze plicht jegens hen verzaken.

Een van de zegeningen van wie de hoogste graad in het celestiale koninkrijk beërven, is de zegen van eeuwig nakomelingschap. Dat houdt onder meer in dat men zelfs na de dood nog met God kan blijven samenwerken om de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen.

Vooruitgang maken als eeuwige partners

De kijk van de heiligen der laatste dagen op eeuwige vooruitgang omvat eeuwige ontwikkeling, eeuwige vermeerdering van kennis, macht, intelligentie, bewustzijn en alle eigenschappen en vermogens die het godschap inhouden. Maar volgens Gods bestel kan een mens die staat van voortdurende volmaking niet in een onvoltooide of ongehuwde staat bereiken. Groei en ontwikkeling van de hele mens is vereist— ofwel de mens die zijn of haar wederhelft heeft gevonden en zich ermee heeft verenigd.

Deze opvatting over het huwelijk, met het goddelijke perspectief ervan, geeft het idee van het huwelijk nieuwe betekenis en een toegevoegde waarde, waardigheid en heerlijkheid. Met deze opvatting zal de bedachtzame persoon voorzichtiger en selectiever zijn in de keuze van zijn of haar eeuwige partner. Zowel mannen als vrouwen dienen nederig en behoedzaam en onder gebed naar goddelijke leiding te zoeken voordat ze een dergelijke eeuwige verbintenis aangaan.

De religieuze heiligheid en bekrachtiging van de huwelijksrelatie [worden] zeer versterkt en meer gewaardeerd als het paar vóór het huwelijk — en beiden dienen noodzakelijkerwijs hetzelfde geloof te hebben — er met hetzelfde doel voor ogen aan begint. Ze dienen zich voor te bereiden en waardig te zijn om de heilige verordeningen te ontvangen in gebouwen waar alleen de getrouwen mogen binnengaan. Daar ontvangen zij onderricht, sluiten zij verbonden en beloven zij elkaar, in de tegenwoordigheid van God en van engelen, aan het altaar eeuwige liefde en trouw. Een dergelijke opvatting en toepassing ervan, met de bijbehorende verplichtingen, smeden de gezinsleden aan elkaar, verheerlijken het huwelijk als instituut en verlossen de ziel van de mens.

Een daad van geloof

Een dergelijk huwelijk is in feite een daad van geloof, bindend gemaakt in de tegenwoordigheid van een goddelijke partner. Er komen geloof en moed bij kijken om eraan vast te houden, te volharden tot het einde, ondanks de moeilijkheden, de beproevingen, de teleurstellingen en het verlies die zich kunnen voordoen.

Als iemand de voorwaarden en verplichtingen van dit eeuwige partnerschap aanvaardt, dient hij of zij te beseffen dat een mislukking in dit opzicht nagenoeg een totale mislukking inhoudt. Welke verdere successen hij of zij op andere terreinen ook boekt, als iemand zich aan de verplichtingen van het eeuwige verbond onttrekt, is het verlies van de celestiale heerlijkheid de afschuwelijke straf die daarop volgt, plus de verantwoordelijkheid voor het verlies van degenen met wie de verbintenis is aangegaan en voor wie men verantwoording draagt.

‘Het huwelijk is de mens door God verordonneerd.

‘Daarom is het wettig dat hij één vrouw heeft, en die twee zullen één vlees zijn, en wel opdat de aarde aan het doel van haar schepping zal beantwoorden;

‘en opdat zij vervuld zal worden met de mate der mensen, volgens hun schepping voordat de wereld gemaakt werd’ (LV 49:15–17).

Foto-illustratie Jerry Garns

Boven: foto-illustratie Jerry Garns; onder: foto-illustratie April Newman