2016
Geworteld in Christus
August 2016


Geworteld in Christus

In dit en het volgende artikel getuigen ouderling Clayton en zijn vrouw van de Heiland en van diens vermogen om Gods kinderen te helpen hun eeuwig potentieel te bereiken.

Afbeelding
tree and Christ

Afbeeldingen van bomen © iStock/Thinkstock

Een van de meest verontrustende gebeurtenissen in de Schriften staat in het boek Johannes. Het gebeurde nadat de Heiland in de hof van Gethsémané onbegrijpelijke pijn voor onze zonden en sterfelijke gebreken had ondergaan (zie LV 19:15–18).

Hij was verraden en gearresteerd en had een nacht van vernederingen en lichamelijk misbruik door de Joodse leiders ondergaan. Hij was wreed gegeseld door de Romeinse soldaten in opdracht van Pontius Pilatus. Er was een doornenkroon op zijn hoofd gezet.

Pilatus besloot dat Jezus niets had gedaan dat kruisiging verdiende. Hij gaf het bevel om Jezus te geselen, een extreme maar meestal niet-dodelijke lijfstraf. Misschien hoopte Pilatus de Joodse leiders te overtuigen dat de Heiland zo folteren en vernederen een verschrikkelijk pijnlijke les voor Hem was en dat Hij als voorbeeld was gesteld. Misschien hoopte hij dat er een zweem van mededogen in hen zou ontwaken. Daarom beval Pilatus na de geseling dat Jezus aan het publiek werd getoond.

‘Zie, de Mens!’

‘Jezus dan kwam naar buiten met de doornenkroon op en het purperen bovenkleed aan. En Pilatus zei tegen hen: Zie, de Mens!

‘Toen dan de overpriesters en de dienaars Hem zagen, schreeuwden zij: Kruisig Hem, Kruisig Hem! Pilatus zei tegen hen: Neemt u Hem en kruisig Hem, want ik vind in Hem geen schuld’ (Johannes 19:5–6).

Hoewel de rest van het verhaal erg belangrijk is, blijf ik even stilstaan bij de woorden van Pilatus: ‘Zie, de Mens!’

De smeekbede van Pilatus was grotesk ironisch. Het uiterlijk van Jezus was op dat moment ontsierd, maar nog nooit vooraf of achteraf is er een man of vrouw geweest die het meer verdiende om te worden ‘gezien’. Zijn leven was volmaakt. Hij had geen gelijke. Nooit had er iemand geleefd zoals Hij. Nooit zou iemand dat nog doen. Hij bezat elke deugd in volmaakte vorm.

De Heiland had volledige zelfbeheersing. Zijn emoties en gevoelens waren volmaakt, net als zijn gedachten. Zijn begrip was eindeloos. Alleen Hij verdiende het om te worden gezien — vanuit elk perspectief — en om te worden onderzocht, beoordeeld en aanbeden. In geen enkel opzicht konden zijn verstand, hart en gevoelens ooit teleurstellen. Het was Hem toen helemaal niet aan te zien, maar Jezus wás de belichaming van het overvloedige leven.

En dus is het niet zijn aangezicht op dat moment van lijden dat wij voornamelijk dienen te onthouden (zie Jesaja 53:2). Het is wie Hij was binnen die geteisterde fysieke tabernakel dat absoluut alles betekende voor ons allemaal. Wat Hij was, maakte het mogelijk te doen wat Hij deed. Het was de pracht van wat Hij was dat onze aandacht vraagt.

Wat wij horen te zien als wij ‘de Mens zien’ is zijn toenemende triomf over de krachten van het kwaad, hoewel het toen helemaal geen overwinning leek te zijn. Het was zijn volmaakte rust in het oog van de hevigste storm die een mens ooit heeft meegemaakt. Elk duivels trucje dat de vijand ooit heeft uitgevonden, was al of zou spoedig tegen Hem gebruikt worden. Hij doorstond en overwon ze allemaal. Hij stond voor Pilatus in volmaakte gemoedsrust en kalmte.

Zijn beheersing van de fysieke elementen van de wereld en de omstandigheden van het mensdom werden zonder enige twijfel aangetoond. Hij beval kwade geesten. Hij genas de zieken, gaf de blinden het licht in hun ogen en herstelde het gehoor van de doven. Hij wekte de doden op, onder wie kinderen die Hij met hun ouders herenigde. Hij nam ieders gedachten en gevoelens waar. Hij vergaf zonden en reinigde melaatsen. In de nacht voor de gebeurtenis met Pilatus droeg Hij de last van de zonden, pijn, ziektes en gebreken van de hele mensheid. Ironisch genoeg leed Hij zelfs voor de zonden van wie Hem op dat moment mishandelden.

Inderdaad, ‘Zie, de Mens’. Hij is de Zoon van de levende God. Hij is het rolmodel voor ons leven, Diegene die gestuurd is om ons de weg te tonen en de Weg te zijn. Hij is ‘de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Johannes 14:6) voor ons allemaal. Met deze drie woorden, ‘zie de Mens’, sprak Pilatus onwetend en onbedoeld de simpele formule uit om de hoogste doelen van het leven te bereiken.

Toen Pilatus de Joden vroeg de Heiland te zien, wees hij hun en ons op die Ene, de Enige, die ons leven overvloedig kan maken en onze ‘redding uit de nacht’ kan zijn.1 Vandaar dus het bevel ‘[op te zien naar] God en [te leven]’ (zie Alma 37:47).

Als wij Hem aanzien, dienen wij in gedachten te houden dat ook wij, dankzij Hem en alles wat Hij heeft gedaan en alles wat Hij was, kunnen zegevieren. Ook wij kunnen overwinnen. Wij kunnen overvloedig leven te midden van beproevingen. Als wij ervoor kiezen Hem te ‘zien’ en zijn reddende evangelie te aanvaarden en toe te passen, zal Hij ons redden. Hij zal ons redden van de gevolgen van onze gevallen staat en onze zwakheden, en Hij zal ons redden van zonde, geestelijke middelmatigheid en van ultieme, eeuwige mislukking. Hij zal ons louteren, verfijnen, verfraaien en uiteindelijk zelfs vervolmaken. Hij zal ons vreugde en vrede geven. Hij is de sleutel tot het overvloedige leven.

Een zedenles over zaailingen

Afbeelding
acorn

Mijn vrouw Kathy en ik wonen op een heuvel. Daar groeit een kleine soort eikenbomen. In tegenstelling tot grote en machtige eiken, worden deze eiken nooit groot, maar ze zijn wel stevig en mooi.

Enkele jaren geleden plaatsten wij een grote bloempot langs het pad naar de voordeur. Wij plantten kleurrijke bloemen in de pot die onder de takken van deze lage eiken staat. Aan het begin van de herfst, begonnen de zaden van de eiken, oftewel eikels, te vallen, en sommige vielen in de bloempot.

Op een lentedag merkte ik dat er enkele zaailingen waren ontsproten. Wij wilden alleen bloemen in de pot, dus begon ik de zaailingen uit de potgrond te trekken. Tot mijn verbazing waren de wortels drie tot vier keer groter dan het bovengrondse, zichtbare gedeelte van de zaailingen.

In de Amerikaanse staat Utah zijn er hete zomers, met weinig regen, en zijn er koude winters met wind en sneeuw. Maar de diepe wortels van de eikenzaailingen schieten snel door de oppervlaktelaag. Hierdoor is er meer van de wortel dat vocht en voedingsstoffen kan opnemen uit de bodem. De diepe wortels verankeren de bomen zo stevig dat zij recht en standvastig in de wind blijven staan, al van jongs af aan. Diepe wortels maken het de eiken makkelijker om te overleven. Terwijl de zaailingen uiteindelijk tot hun volledige hoogte uitgroeien, blijven de wortels ze voeden, beschermen en ondersteunen.

Wij kunnen een les leren van deze eiken. Wij ervaren allemaal zaken die net als hete zomers en koude winters zijn. Wij hebben makkelijke en moeilijke tijden, successen en mislukkingen, tijden van gezondheid en ziekte, periodes van geluk en momenten van verdriet. Het leven is dynamisch. Het gaat niet van een leien dakje.

Het leven heeft nog andere overeenkomsten. Wij worden allemaal omgeven door de cultuur en tradities van ons geboorteland en de plaatselijke gemeenschap. Sommige van die invloeden zijn goed, andere weer slecht. Sommige bouwen ons op en andere kleineren en vernederen ons. Ons huis kan gezegend zijn met het licht van het evangelie of verdorven omdat wij de geboden van God niet onderhouden. Het voorbeeld van vrienden kan schitterend of verschrikkelijk zijn. Niemand onder ons weet waar het leven ons toe zal leiden. Wij kunnen niet met zekerheid onze toekomstige gezondheid of rijkdom voorspellen. Wij kunnen de invloed van oorlog of het weer niet voorspellen. Wij allen ondervinden moeilijkheden door allerlei veranderlijke omstandigheden die wij niet in de hand hebben.

Maar in tegenstelling tot bomen, kiezen wij er bewust voor om de spirituele wortels van ons leven te ontwikkelen. Wij besluiten waar wij ons gaan wortelen en hoe diep wij onze wortels in de bodem verankeren. Onze dagelijkse beslissingen veroorzaken minuscule, bijna onmerkbare verschillen aan de wortels van ons geloof, maar dit heeft zijn uitwerking op onze grondvesting.

Geworteld in de Heiland

Afbeelding
seedlings and roots

Wij weten niet wanneer of hoe onze moeilijkheden komen, of hoe lang ons persoonlijke winter- of zomerseizoen zal duren. Daarom is het het beste om onze wortels zo diep mogelijk te laten schieten in de enige echte bron van voeding voor onze ziel, de Heer Jezus Christus. Hij wil dat ons leven overvloedig is. Hij nodigt ons uit om tot Hem te komen. Hij heeft verklaard: ‘Leer van Mij en luister naar mijn woorden; wandel in de zachtmoedigheid van mijn Geest, en u zult vrede hebben in Mij’ (LV 19:23).

Door van Hem te leren, versterken wij onze ziel om de stormen in ons leven het hoofd te bieden. Wij leren door studie en gebed. Wij leren door rechtvaardige voorbeelden te bekijken. Wij leren Hem dienen door anderen te dienen (zie Mattheüs 25:40). Wij leren als wij ernaar streven op elke mogelijke wijze op Hem te gaan lijken.

Luisteren betekent acht slaan en gehoor geven, niet enkel horen. Wij luisteren naar Hem in persoonlijke Schriftstudie. Wij luisteren tijdens de avondmaalsdienst en in de tempel. Wij horen Hem in ‘het suizen van een zachte stilte’ (1 Koningen 19:12). Wij luisteren naar Hem in de stem van de levende profeten en apostelen.

Als we aandachtig luisteren, worden we aan deze tekst herinnerd: ‘De mens zal niet van brood alleen leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt’ (Mattheüs 4:4). Wij versterken onze wortels met stapsgewijze groei. Als we luisteren, volgen wij het pad dat Hij bewandelde. Hij is het pad dat naar het overvloedig leven leidt, en Hij is het licht dat het verlicht (zie Johannes 8:12).

Onderhoud de geboden

Het is geen geheim of verrassing wat wij kunnen en horen te doen om onze wortels te ontwikkelen: wij onderhouden de geboden van God. Ons vermogen om zijn wil te doen, neemt toe als wij zijn wil doen. Het wordt eenvoudiger omdat wij groeien in overtuiging en geloof. Wanneer wij trouw en volhardend de kernbeginselen van het evangelie toepassen, zegent de Heer ons met grotere innerlijke kracht.

Waardige, bedachtzame aanbidding is een belangrijke bijdrage aan de diepte van onze spirituele wortels. Eerbiedig de avondmaalsdienst bijwonen en met een oprechte bedoeling deelnemen aan het avondmaal maken van de sabbat meer dan gewoon een zondag. Onze wortels schieten alleen diep door als wij ‘Hem altijd indachtig […] zijn’ (LV 20:77, 79). Als wij ons op onze bijeenkomsten voorbereiden, is de sabbat voor ons een rijkere ervaring. Als wij nadenken over onze behoefte aan vergiffenis en de zegen om zijn Geest altijd bij ons te hebben, zien wij de kerk als een heiligdom en het avondmaal als een tijd van heiliging.

Daarom zijn er enkele zaken die wij altijd bij ons dienen te hebben als wij naar de kerk gaan. Allereerst een gebroken hart en een verslagen geest. Wij dienen gretig te zijn om de zegeningen van de verzoening van de Heiland aan te nemen en te voelen. Zo zijn er ook enkele zaken die wij thuis moeten laten. Gedachten aan sport, werk, vermaak, en winkelen dienen thuis in een kast opgeborgen te zitten, waar we ze op een andere dag dan de sabbat uit kunnen halen. Oprechte aanbidding zorgt voor echte bekering en helpt ons de wortels van ons geloof diep te laten schieten, waar wij een geestelijk reservoir vinden, dat ‘in [ons] een bron [zal] worden van water dat opwelt tot in het eeuwige leven’ (Johannes 4:14).

Paulus heeft geschreven:

‘Zoals u dan Christus Jezus, de Heere, hebt aangenomen, wandel in Hem,

geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, zoals u onderwezen bent; wees daarin overvloedig, met dankzegging’ (Kolossenzen 2:6–7).

Als wij geen persoonlijke stormen of droogtes ervaren, krijgen onze wortels nooit de kans om sterk te worden. Ironisch genoeg is het ook een beproeving als alles van een leiden dakje gaat — en nog wel een zware ook. Een gebrek aan problemen kan ons verzwakken als wij niet voorzichtig zijn. Misschien letten wij ‘niet op [onszelf], en op [onze] gedachten en op [onze] woorden en op [onze] daden, en [onderhouden wij] de geboden Gods niet, en [volharden wij] niet in het geloof’ (Mosiah 4:30) zonder een beproeving die onze knieën buigt en inwerkt op ons hart.

Het leven weet iedereen op een of andere manier tegenspoed te bezorgen, zelfs als wij ons best doen. Behalve als wij vreselijke keuzes maken, die altijd in tragedie eindigen, kiezen wij er meestal niet voor hoe of wanneer de problemen van het leven ons overvallen. Maar wij beslissen wél dagelijks hoe wij er ons op voorbereiden. Vandaar de aansporing van Jozua: ‘Kies voor u heden wie u zult dienen’ (Jozua 24:15).

Nog een aansporing:

‘Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan;

maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden’ (Mattheüs 7:13–14).

Het moet ons niet verbazen dat wij een geloofscrisis ondergaan als wij op de rand van het nauwe en smalle pad wandelen. Wat wij doen en niet doen is echt van belang, want handelingen hebben gevolgen, en het nalaten ervan ook. Als wij geen aandacht meer besteden aan de kleine, dagelijkse, terugkerende maar essentiële geloofshandelingen, verzwakken wij onze wortels. Na verloop van tijd onttrekken wij ons langzaam aan God.

De manier waarop wij met elkaar praten, de boeken en artikelen die wij lezen, de televisieprogramma’s en films die wij bekijken, de zaken die wij niet lezen en nooit zouden bekijken, en de grappen waar wij bewust niet naar luisteren en die we niet herhalen, geven allemaal aan waar wij ons op het nauwe en smalle pad bevinden — in het midden of op de rand. Wij kunnen niet beweren dat wij onze wortels voeden als de zaken die wij doen, of nalaten te doen, er niet op berekend zijn van ons betere heiligen te maken. Alleen het midden van het nauwe en smalle pad biedt veiligheid.

Het pad naar vrede

Afbeelding
tree and Christ

Er is nergens een beter patroon voor het leven, geen zekerder manier om vrede en de weg voor ons uit te vinden, dan door de Heer Jezus Christus te volgen. Zijn naam is de enige naam die onder de hemel is gegeven met de macht om ons leven hemelser te maken (zie 2 Nephi 31:21; Mozes 6:52). Er is niemand anders die wij kunnen ‘zien’ die de reddende, vernieuwende, veranderende macht heeft die de Heiland bezit.

De woorden van Judas leggen de onvermijdelijke leegte van het leven vast die uiteindelijk hen omsingelt die voor iemand of iets anders dan de Heiland kiezen: ‘Zij zijn wolken zonder water, die door de winden heen en weer gedreven worden. Zij zijn als bomen in de late herfst, zonder vrucht, tweemaal gestorven en ontworteld’ (Judas 1:12).

Onze zielen zouden zo diep in Christus moeten geworteld zijn dat wij elke moeilijkheid kunnen doorstaan, over elke aandoening kunnen triomferen, elke aanval op ons geloof kunnen weerstaan en als een eik worden — stevig, onbeweeglijk en standvastig. Die manier van geworteld zijn, overstijgt de tijd en overleeft elke vijand, zelfs de meest subtiele, onzichtbare en verraderlijke.

Wij leren van Helaman dat de belofte van kracht als een rots afhangt van de manier waarop wij ons leven bouwen op onze Verlosser, ‘en als de mensen op dat fundament bouwen, kunnen zij niet vallen’ (Helaman 5:12). Jesaja heeft in enkele woorden samengevat wat de essentie is van in de Heer Jezus Christus geworteld te zijn en in onze ziel iets van de eigenschappen van de Heiland als vrucht te laten rijpen. Hij heeft geschreven: ‘En de Heere zal u voortdurend leiden, Hij zal uw ziel in dorre streken verzadigen, uw beenderen kracht geven; u zult zijn als een bevloeide tuin, als een bron waarvan het water nooit ontbreekt’ (Jesaja 58:11).

De Heiland Jezus Christus is het voorbeeld van elke deugd. Hij was de enige volmaakte mens die ooit geleefd heeft. Hij heeft verzoening gebracht voor onze zonden. Door zijn verzoening kunnen wij vrouwen en mannen van Christus worden. Wij kunnen worden gereinigd, veranderd, genezen en gezuiverd. Onze ziel kan iets moois worden.

Mogen wij ‘de Mens [vollediger zien]’. Mogen wij zijn voorbeeld eerbiediger volgen. Mogen wij Hem gretiger volgen. Mogen wij onze wortels dieper in de grond van heil schieten totdat wij op Hem rusten, de rots van onze Verlosser. Mogen wij in toenemende mate genieten van de zegeningen van het overvloedig leven dat Hij ons aanbiedt.

Noot

  1. ‘O God, onz’ eeuw’ge Vader,’ Lofzangen, nr. 117.