Wat wij geloven
Wij geloven dat we de tien geboden moeten onderhouden
De tien geboden zijn in het Oude Testament te vinden (zie Exodus 20:1–17), maar heiligen der laatste dagen weten dat die geboden in alle tijdperken van toepassing zijn, niet alleen in de tijd van het Oude Testament. In het Boek van Mormon staat dat Abinadi in de tien geboden onderwees (zie Mosiah 12:33–36; 13:13–24), en de Heer openbaarde ze voor onze tijd aan de profeet Joseph Smith (zie LV 42:18–29; 59:5–13).
Hoewel de mensen in verschillende samenlevingen deze geboden nu negeren, zijn wij van mening dat ze nog steeds van kracht zijn. President Thomas S. Monson heeft uitgelegd:
‘Gedrag dat vroeger als ongepast en immoreel werd beschouwd, wordt nu niet alleen gedoogd maar door velen als aanvaardbaar gezien. […]
‘Hoewel de wereld veranderd is, blijven de wetten van God constant. Ze zijn niet veranderd; ze gaan niet veranderen. De tien geboden zijn nog steeds de tien geboden. Het zijn geen suggesties. Ze zijn nu nog even hard nodig als toen God ze aan de kinderen Israëls gaf.’1
We spreken geen kwaad over anderen die de geboden niet naleven. Maar we kijken naar ons eigen leven en bepalen hoe goed wij de instructies opvolgen die God ons heeft gegeven.
De tien geboden zijn fundamentele gedragsnormen die in twee groepen verdeeld kunnen worden: hoe we met God omgaan en hoe we met anderen omgaan. Om ervoor te zorgen dat God het middelpunt van ons leven is, gebiedt Hij ons geen andere goden te aanbidden, de sabbat te heiligen en godslastering en afgoderij te vermijden. Om ervoor te zorgen dat wij Gods kinderen liefhebben, gebiedt Hij ons onze ouders te eren, en niet te stelen, moorden, liegen, begeren of overspel te plegen.
Door Gods voortdurende openbaringen aan zijn profeten weten we wat Hij van ons verwacht. Maar de tien geboden blijven een goed begin om God gehoorzaam te zijn. ‘God heeft ons geboden gegeven omdat Hij ons liefheeft. Wij laten Hem zien dat we Hem liefhebben als we die geboden naleven.’2
Illustraties J. Beth Jepson