‘Een vriendin van me heeft het gevoel dat ik haar enige vriendin in de kerk ben. Hoe kan ik haar helpen?’

Moedig haar aan en help haar om andere jongeren te benaderen. Individueel zijn we sterk, maar samen zijn we veel sterker. Zeg tegen je vriendinnen dat ze beter in staat zal zijn om een bijdrage aan de groei van het koninkrijk van God te leveren als ze meer vriendinnen heeft die haar opbouwen, steunen en ertoe bijdragen dat zij Jezus Christus en zijn evangelie liefheeft!

Toen ik lid van de kerk werd, voelde ik me alleen, hoewel sommige jongeren hun best deden om met me te praten. Ik ging naar de wekelijkse activiteitenavond en raakte meer betrokken bij hun gesprekken. Ik luisterde naar ze en gaf mijn mening. Ik glimlachte naar ze en liet zien dat ik oprechte interesse in ze had. Ik wil je aanraden om ertoe bij te dragen dat je vriendin zich openstelt voor anderen. Als je haar aanmoedigt om aan kerkactiviteiten deel te nemen, zal ze het gezelschap van veel vriendinnen gaan waarderen.

Ik zou je vriendin bij gesprekken en activiteiten met andere jongeren in de kerk betrekken. Het kan nuttig zijn als je met andere vriendinnen bespreekt hoe zij zich voelt. Als je hun hulp inroept om haar erbij te betrekken, worden die andere vriendinnen zich misschien bewust van de behoeften van deze persoon en worden ze eraan herinnerd om aardig voor haar te zijn en haar bij gesprekken en activiteiten te betrekken.

Ik voelde me ook zo toen ik naar een andere wijk verhuisde. Dat is een moeilijke tijd. Het is belangrijk dat je tegen je vriendin zegt hoe bijzonder ze is, hoe belangrijk ze voor jou is en wat voor goede eigenschappen ze heeft. Dan krijgt ze zelfvertrouwen en dan is ze niet zo bang. We zijn allemaal belangrijk. Moedig haar aan om met een leidster te praten, om te bidden en de Schriften te bestuderen, zodat ze weet dat ze er niet alleen voor staat.

Jij of zij kan een feestje organiseren met enkele vrienden en vriendinnen uit de kerk. Het is beter om anderen te leren kennen als de groep wat kleiner is.

Je kunt ertoe bijdragen dat ze begrijpt dat we allemaal broers en zussen in het gezin van God zijn, en dat zij liefde moet tonen en met iedereen moet omgaan. Laat haar ook weten dat we in onze grote geestelijke familie altijd klaar staan om elkaar te helpen en te steunen. We streven allemaal naar hetzelfde doel. In het evangelie staan we er nooit alleen voor.

Bid voor haar en vraag onze hemelse Vader om hulp, zodat je zult weten hoe je haar kunt helpen. Praat met je leidsters en probeer haar te betrekken bij gesprekken met andere meisjes uit de kerk. Blijf haar vriendin en doe je uiterste best. Dan zal de Heer je laten weten hoe je haar kunt helpen.

Allereerst zouden we voor die jongevrouw bidden en haar voor alle activiteiten en dienstbetoonprojecten uitnodigen. Dan krijgt ze het gevoel dat ze bij de groep hoort. We mogen niemand laten vallen! Ten tweede zouden we tegen haar zeggen dat ze er nooit alleen voor staat, dat onze hemelse Vader altijd bij ons is en ons innig en eeuwig liefheeft. Dan zouden we haar aan deze uitspraak van onze profeet herinneren: ‘Ik beloof u dat u op een dag zult terugblikken op de moeilijke tijden die u hebt gehad, en u zult beseffen dat Hij u altijd nabij is geweest.’ (Thomas S. Monson, ‘Wij staan er nooit alleen voor’, Liahona, november 2013, 124.)