Instituut
Hoofdstuk 5: 1 Nephi 16–18


Hoofdstuk 5

1 Nephi 16–18

Inleiding

Hebt u zich weleens afgevraagd waarom mensen verschillend op dezelfde omstandigheden reageren? Dat was ook het geval in Lehi’s familie. Tijdens hun beproevingen wendden sommige familieleden zich tot God en vertrouwden op Hem terwijl andere familieleden klaagden, weinig geloof toonden en opstandig werden. Onze reactie op onze omstandigheden kan groei en meer geloof tot gevolg hebben in plaats van een morrende en opstandige houding. Denk onder het lezen van 1 Nephi 16–18 na over de uitdagingen waar deze mensen voor stonden en hoe de Heer Lehi’s familie kon helpen wanneer ze getrouw waren. Let op het leed dat uit opstandigheid en ongehoorzaamheid voortkwam. Zoek voorbeelden op van hoe u getrouw kunt zijn onder moeilijke omstandigheden door de uitdagingen in uw leven te vergelijken met die van Lehi’s familie.

Toelichting

1 Nephi 16:2. ‘De schuldigen [vinden] de waarheid hard’

  • Nephi verkondigde de waarheid aan zijn ongehoorzame broers, in de hoop dat zij zich tot God zouden wenden. Wie de Geest grieven met hun kwade daden zijn vaak beledigd als ze geïnspireerde terechtwijzing of kastijding krijgen. Ouderling Neal A. Maxwell (1926–2004) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd waarom we terechtwijzingen van de Heer moeten accepteren, zelfs als die pijnlijk zijn: ‘God is niet alleen in de mildste uitingen van zijn tegenwoordigheid te vinden, maar ook in die ogenschijnlijk harde uitingen. Als de waarheid, bijvoorbeeld, ‘tot in het merg’ snijdt (1 Nephi 16:2), kan dat een signaal zijn dat er geestelijk operatief wordt ingegrepen om, hoe pijnlijk ook, hoogmoed uit de ziel te snijden’ (Conference Report, oktober 1987, p. 37; of Ensign, november 1987, p. 31).

1 Nephi 16:7–8. Het belang van het huwelijk

  • Na over de huwelijken tussen de zoons en dochters van Lehi en Ismaël te hebben gelezen, wordt ons verteld dat Lehi alle geboden was nagekomen die de Heer hem had gegeven (zie 1 Nephi 16:8). Het huwelijk staat centraal in het plan van de Heer voor zijn kinderen. Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen hebben de mening van de Heer over het huwelijk duidelijk gemaakt: ‘Het gezin is door God ingesteld. Het huwelijk van man en vrouw is van essentieel belang in zijn eeuwige plan. Kinderen hebben er recht op om binnen het huwelijk geboren te worden, en te worden opgevoed door een vader en een moeder die de huwelijksgelofte met volledige trouw eren. De kans op een gelukkig gezinsleven is het grootst als de leringen van de Heer Jezus Christus eraan ten grondslag liggen.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, De Ster, januari 1996, p. 102).

1 Nephi 16:10, 26–29. De Liahona

  • Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft het doel van de Liahona uitgelegd en die met de Heilige Geest vergeleken.

    ‘De Liahona was door de Heer vervaardigd en aan Lehi en zijn gezin gegeven, nadat zij Jeruzalem hadden verlaten en door de wildernis trokken (zie Alma 37:38; LV 17:1). Dit kompas, deze wegwijzer wees in de richting die Lehi en zijn karavaan moesten gaan (zie 1 Nephi 16:10) namelijk ‘een rechte koers (…) naar het beloofde land’ (Alma 37:44). De wijzers in de Liahona werkten ‘volgens het geloof en de ijver en de aandacht’ (1 Nephi 16:28) van de reizigers, maar weigerde dienst als de gezinsleden ruzieachtig, grof, traag of nalatig waren’ (zie 1 Nephi 18:12, 21; Alma 37:41, 43).

    Afbeelding
    Lehi en de Liahona

    ‘Op het kompas lazen Lehi en zijn gezin ook aanwijzingen die hen “inzicht [gaven] in de wegen des Heren” (1 Nephi 16:29). Het hoofddoel van de Liahona was dus leiding en aanwijzingen te verschaffen gedurende een lange en zware reis. De wegwijzer was een apparaat waarop kon worden afgelezen hoe zij er innerlijk en geestelijk bij God voor stonden. Hij werkte volgens de beginselen van geloof en ijver.

    Afbeelding
    Lehi’s familie met de Liahona

    ‘Net zoals Lehi in tijden van weleer werd gezegend, heeft ieder van ons een geestelijk kompas ontvangen dat ons leiding en aanwijzingen kan geven op onze aardse reis. U en ik kregen de Heilige Geest op ons bevestigd toen wij de wereld achter ons lieten en, na doop en bevestiging, aankwamen in de kerk van de Heiland. Met het gezag van het heilige priesterschap zijn wij bevestigd tot lid van de kerk en aangespoord om op zoek te gaan naar het permanente gezelschap van ‘de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn’ (Johannes 14:17).

    ‘Nu we ons allemaal op de levensweg bevinden, ontvangen we leiding van de Heilige Geest net zoals Lehi aanwijzingen via de Liahona kreeg. “Want zie, ik zeg u nogmaals, dat indien gij langs de weg binnengaat en de Heilige Geest ontvangt, Hij u alle dingen zal tonen die gij behoort te doen” (2 Nephi 32:5).

    De Heilige Geest werkt in ons leven precies zoals de Liahona dat voor Lehi en zijn gezin deed, naar hun geloof, ijver en aandacht’ (Conference Report, april 2006, 31; of Liahona, mei 2006, pp. 30–31).

1 Nephi 16:18. Een boog ‘van zuiver staal’

  • Iemand heeft het gebruik van staal in het Boek van Mormon uitgelegd: ‘Een globale vraag over het gebruik van metalen in de culturen in het Boek van Mormon is een belangrijk onderwerp dat uitgebreide aandacht verdient [zie John Sorenson, An Ancient American Setting for the Book of Mormon (1985), pp. 277–288]. (…) Er zijn vijf expliciete verwijzingen naar metalen wapens en wapenrusting in het Boek van Mormon. Er zijn twee verwijzingen naar wapens die in het Midden-Oosten worden gebruikt: “de kling [van Labans] zwaard [was] van het edelste staal” (1 Nephi 4:9), en Nephi’s boog was van “zuiver staal” gemaakt (1 Nephi 16:18). Het bestaan van stalen (d.w.z. gecarborneerde ijzeren) wapens in het begin van de zesde eeuw v.C. in het Midden-Oosten is onomstotelijk vastgesteld. Robert Maddin schrijft: ‘Resumerend, het is bekend dat de smeden in het Midden-Oosten op zijn laatst aan het begin van de zevende eeuw v.C. twee procedés beheersten die van ijzer een nuttig materiaal voor gereedschappen en wapens maakten: carboreren en afschrikken.’ [‘How the Iron Age Began’, Scientific American, oktober 1977: p. 131]” (William J. Hamblin en A. Brent Merrill, ‘Swords in the Book of Mormon’. In: Warfare in the Book of Mormon, red. Stephen D. Ricks en William J. Hamblin [1990], pp. 345–346.)

1 Nephi 16:21–25. De gebroken boog

  • Ouderling Neal A. Maxwell heeft aangegeven dat belangrijke lessen vaak uit moeilijkheden voortvloeien: ‘Nephi’s gebroken boog ontlokte aan hem ongetwijfeld enige irritatie, maar geen verlammende verbittering. Hij probeerde per slot van rekening slechts de familie van eten te voorzien, dus waarom moest zijn boog dan zo nodig breken? Toch kwam er uit dit incident een prachtig leermoment voort. Irritatie gaat vaak vooraf aan instructie’ (If Thou Endure It Well [1996], p. 128).

  • Ouderling Richard G. Scott van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verklaard dat tegenspoed een stimulans kan zijn tot de groei die wij zo hard nodig hebben:

    ‘Ik wil graag een paar suggesties doen aan degenen die (…) beproevingen [ondervinden] die een wijze hemelse Vader nodig vindt, ook al leeft u goed en deugdzaam en gehoorzaamt u zijn geboden.

    ‘Net als alles goed lijkt te gaan, dient tegenslag zich in verschillende porties tegelijk aan. Als die beproevingen niet het gevolg zijn van uw eigen ongehoorzaamheid, zijn ze het bewijs dat de Heer vindt dat u klaar bent om verder te groeien (zie Spreuken 3:11–12). Dus geeft Hij u ervaringen die groei, begrip en naastenliefde bevorderen en u zodanig bijschaven dat u er in de eeuwigheid iets aan heeft. Om u te krijgen van waar u nu bent tot waar u moet komen, moet u flink worden opgerekt, en dat is meestal vervelend en pijnlijk’ (Conference Report, oktober 1995, p. 18; of Ensign, november 1995, pp. 16–17).

  • Het verlies van Nephi’s boog was aanleiding tot twijfel in Lehi’s gezelschap. Sommigen wendden zich af van God en concentreerden zich op het negatieve. Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons de raad gegeven om ons tot de Heer te wenden als we met beproevingen te maken krijgen: ‘Ik ben gaan begrijpen hoe nutteloos het is om te blijven stilstaan bij vragen zoals waarom, wat zou er gebeurd zijn als en had ik maar, waarop waarschijnlijk geen antwoord zal worden gegeven in het sterfelijk leven. Om troost te ontvangen van de Heer, moeten we geloof oefenen. De vragen Waarom ik? Waarom ons gezin? Waarom nu? zijn meestal niet te beantwoorden. Die vragen doen afbreuk aan onze geestelijke instelling en kunnen ons geloof vernietigen. Om een groter begrip te krijgen moeten we onze tijd en energie besteden aan het ontwikkelen van ons geloof door ons tot de Heer te wenden en kracht te vragen om de pijn en beproevingen van deze wereld te overwinnen en tot het einde te volharden’ (Conference Report, oktober 1998, p. 16; of Ensign, november 1998, pp. 14–15).

  • Morren en klagen leken de tweede natuur van Laman en Lemuël te zijn geworden. Zelfs Lehi was zo ontmoedigd geworden dat hij begon te morren. Ouderling Marion D. Hanks van het Presidium van de Zeventig heeft gewezen op het edelmoedige karakter waarmee Nephi deze crisis benaderde:

    ‘Wat te doen? Nephi zegt dat hij van het beschikbare hout een pijl en een boog maakte, en een slinger waarbij hij stenen zocht. “En ik zeide tot mijn vader: Waarheen zal ik gaan om voedsel te verkrijgen?” Dat is eenvoudig, toch? (…) Dat betekent dat Nephi naar zijn vader ging en zei: “Vader, de Heer heeft u gezegend. U bent zijn dienstknecht. Ik moet weten waar ik naartoe moet om voedsel te vinden. Vader, kunt u Hem dat vragen?” O, hij had zelf op zijn knieën kunnen gaan. Hij had de leiding kunnen overnemen.

    ‘Ik beschouw dit als een van de echt belangrijke levenslessen in het boek en, dat herhaal ik, het boek staat er vol van. Een zoon die sterk, nederig en manhaftig genoeg was om naar zijn weifelende meerdere te gaan en te zeggen: “Wilt u het voor mij aan God vragen?” omdat hij op de een of andere manier wist dat je zo mensen sterk maakt, dat mensen door dat vertrouwen opgebouwd worden. Lehi vroeg het aan God en God liet het hem weten. Het gezag van Lehi werd hersteld’ (Steps to Learning, Brigham Young University Speeches of the Year [4 mei 1960], p. 7).

    Afbeelding
    Nephi jaagt met behulp van de Liahona

    © Gary Smith

1 Nephi 16:23. Nephi’s vertrouwen in Lehi

  • Nephi toonde dat hij nederig was toen hij naar zijn vader ging, zelfs nadat Lehi had gemord; want Nephi eerde hem nog steeds. President Ezra Taft Benson (1899–1994) heeft een ervaring verteld die het beginsel van raad vragen aan onze vaders, hoewel ze niet volmaakt zijn, goed illustreert:

    ‘Enige tijd geleden kwam er een jongeman naar mijn kantoor die om een zegen vroeg. Hij was ongeveer achttien jaar oud en had wat problemen. Er waren geen ernstige morele problemen, maar hij was verward en maakte zich zorgen. Hij vroeg om een zegen.

    ‘Ik zei tegen hem: “Heb je je vader om een zegen gevraagd? Ik neem aan dat je vader lid van de kerk is.”

    ‘Hij zei: “Ja, hij is ouderling, maar nogal inactief.”

    ‘Toen ik vroeg: “Hou je van je vader?”, antwoordde hij: “Ja, broeder Benson, hij is een goed mens. Ik hou van hem.” Toen zei hij: “Hij doet niet al zijn priesterschapstaken zoals hij zou moeten doen. Hij gaat niet altijd naar de kerk, en ik weet niet of hij tiende betaalt, maar hij is een goed mens, een goede kostwinner, een aardige man.”

    ‘Ik zei: “Zou je niet eens met hem willen praten en vragen of hij je een vaderlijke zegen wil geven?”

    ‘“Ik denk dat hij dat eng zou vinden”, zei hij.

    ‘Ik zei toen: “Wil je het proberen? Ik zal voor je bidden.”

    ‘Hij zei: “Goed, ik zal het proberen.”

    ‘Een paar dagen later kwam hij terug. Hij zei: “Broeder Benson, dat was het beste dat ooit bij ons thuis gebeurd is.” Hij was zijn emoties nauwelijks de baas toen hij mij vertelde wat er was gebeurd. Hij zei: “Toen de gelegenheid zich voordeed, legde ik het mijn vader voor, en hij antwoordde: ‘Jongen, wil je echt dat ik je een zegen geef?’ Ik zei: ‘Ja, pa, dat zou ik heel graag willen.’” Toen zei hij: “Broeder Benson, hij gaf me een van de mooiste zegens die ik me maar kon wensen. Moeder heeft de hele zegen zitten huilen. Toen hij klaar was, was er een band van waardering, dankbaarheid en liefde tussen ons die we nog nooit bij ons thuis hadden gevoeld’ (Conference Report, oktober 1977, pp. 45–46; of Ensign, november 1977, pp. 31–32).

1 Nephi 16:34. ‘De plaats die Nahom werd genoemd’

  • De Hebreeuwse betekenis van nahom kan ‘troost’ zijn, afgeleid van het werkwoord nahom, wat ‘medelijden tonen, iemand troosten’ betekent. In de Ensign heeft een artikel gestaan over een archeologische vondst op het Arabisch Schiereiland waarbij men op de naam Nahom stuitte:

    ‘Een groep mormoonse wetenschappers heeft onlangs in Jemen, in de zuidwestelijke hoek van het Arabisch Schiereiland, bewijs gevonden dat een naam in het Boek van Mormon, die verband houdt met Lehi’s reis, koppelt aan die locatie.

    ‘Warren Aston, Lynn Hilton en Gregory Witt vonden een stenen altaar dat volgens beroepsarcheologen minstens uit 700 v.C. dateert. Op dit altaar bevindt zich een inscriptie die bevestigt dat ‘Nahom’ een plaats was die al voor de tijd van Lehi op het Arabisch Schiereiland bestond’ (‘News of the Church’, Ensign, februari 2001, p. 79).

1 Nephi 17:4. Waarom heeft deze reis acht jaar geduurd?

  • In Alma 37:39–43 informeert Alma ons dat Lehi’s familie ‘geen directe koers [nam]’ of ‘niet met hun reis [vorderde]’ omdat de Liahona heel vaak ophield met werken. En dat gebeurde omdat velen van hen geen geloof oefenden en de wetten van God overtraden. Dat zou verklaren waarom een reis die veel korter had kunnen duren zoveel tijd in beslag nam. (Zie de kaart ‘Mogelijke route van Lehi’s familie’ in het aanhangsel, p. 433.)

1 Nephi 17:6. Twaalf omstandigheden in het land Overvloed

  • Lehi en zijn familie waren ‘buitengewoon verheugd toen [zij bij Overvloed] de kust bereikten’ (1 Nephi 17:6). Overvloed moet een vruchtbare streek zijn geweest. Hierna volgen twaalf omstandigheden in het land Overvloed (vastgesteld in Warren P. en Michaela Knoth Aston, In the Footsteps of Lehi: New Evidence for Lehi’s Journey across Arabia to Bountiful [1994], pp. 28–29):

    1. Het hele jaar vers water

    2. ‘Vele vruchten en ook wilde honing’ (1 Nephi 17:5–6; 18:6)

    3. Vruchtbare grond in zowel de hele streek (17:5, 8) als op de specifieke plek (17:6) waar Lehi’s familie haar tenten opsloeg

    4. Redelijke verbinding tussen de woestijn en de kust

    5. Een berg die hoog genoeg was om door Nephi ‘de berg’ genoemd te worden en die dichtbij genoeg was om daar ‘dikwijls’ te gaan bidden (18:3; zie ook 17:7)

    6. Steile rotsen vanwaar Nephi’s broers hem ‘in de diepten der zee’ wilden gooien (17:48)

    7. Een kustlijn (17:5) die geschikt was om een schip te bouwen en te water te laten (18:8)

    8. Erts en vuurstenen voor Nephi’s gereedschap (17:9–11, 16)

    9. Voldoende hout om een zeewaardig schip te bouwen (18:1–2, 6)

    10. Geschikte winden en zeestromingen om het schip naar de open zee te brengen (18:8–9)

    11. Geen bewoners in de streek

    12. ‘Bijna oostwaarts’ van Nahom (17:1; zie ook 16:34)

    Afbeelding
    Map of Lehi’s possible route

    Mogelijke route van Lehi’s familie

    Afbeelding
    Kaart van Lehi’s mogelijke route

    Kaart bewerkt overgenomen uit Daniel H. Ludlow (red.), Encyclopedia of Mormonism, 5 delen (1992), deel 1, p. 144 (kaart staat ook in het aanhangsel op p. 433).

1 Nephi 17:7–19. Nephi’s geloof kwam tot uiting in zijn daden

  • Nephi’s reactie op het gebod van de Heer om een schip te bouwen geeft ons inzicht in zijn opmerkelijke geloof. Andere profeten zijn soms ook overweldigd geweest door de taken die de Heer hun opdroeg. Mozes voelde zich onbekwaam toen hij geroepen werd om de Israëlieten te leiden (zie Exodus 4:1–5). Henoch kwam niet goed uit zijn woorden en vroeg zich af waarom de Heer juist hem geroepen had (zie Mozes 6:31). De gedachte aan het bouwen van een zeewaardig schip had Nephi te veel kunnen worden. In plaats daarvan getuigde zijn reactie van groot geloof: ‘Waarheen zal ik gaan om erts te vinden om te smelten, zodat ik gereedschap kan vervaardigen om het schip te bouwen (…) ?’ (1 Nephi 17:9). Nephi’s vertrouwen kan niet zijn voortgekomen uit enige voorgaande ervaring in het bouwen van schepen. Zijn vertrouwen sproot voort uit zijn enorm grote geloof in God.

    Afbeelding
    Nephi en Lehi geven leiding aan de bouw van het schip
    Afbeelding
    Nephi bouwt een schip

    Jerry Thompson, afbeeldingen van de scheepsbouw, © IRI

1 Nephi 17:23–34. Uittocht van de Israëlieten uit Egypte

  • Nephi zag de tocht van zijn familie door de wildernis als een zinnebeeld of gelijkenis van de omzwervingen door de woestijn van het oude Israël (zie 1 Nephi 17:13, 23, 30, 41–42). Een schrijver heeft besproken hoe het Boek van Mormon getuigenis aflegt van de uittocht waar Mozes leiding aan heeft gegeven: ‘De zogenaamde hogere critici van de Bijbel hebben de vraag opgeworpen of de wonderen rond de uittocht van Israël onder Mozes al dan niet hebben plaatsgevonden zoals ze in het Oude Testament zijn opgetekend. (Zie Exodus 14:19–20, 26–31; 16:4, 15; 17:5–6; Numbers 21:6–9.) Het Boek van Mormon bevestigt echter de werkelijkheid van die wonderbaarlijke gebeurtenissen. (1 Nephi 17:23, 26, 28, 29, 30, 41.) Aangezien Nephi zijn kennis van deze wonderen uit de authentieke kroniek op de koperen platen van Laban putte (1 Nephi 5:11), hoeven heiligen der laatste dagen niet te twijfelen aan de betrouwbaarheid van het Bijbelse relaas. Nogmaals is het Boek van Mormon een testament van zijn schriftuurlijke pendant, de Bijbel’ (Daniel H. Ludlow, A Companion to Your Study of the Book of Mormon [1976], p. 115).

1 Nephi 17:45. Gevoeligheid voor geestelijke communicatie

  • Waarom konden Laman en Lemuël de wil van de Heer niet begrijpen, zelfs niet nadat ze een engel hadden gezien? Waarom stonden zij niet open voor een geestelijke bevestiging van hun reis, zoals hun jongere broer Nephi? (Zie 1 Nephi 2:16.) Volgens Nephi was de reden van hun geestelijke ongevoeligheid dat zij ‘snel [waren] om ongerechtigheid te bedrijven’ (1 Nephi 17:45). President James E. Faust (1920–2007) van het Eerste Presidium vergeleek iemands vermogen om contact met de Geest te hebben met het signaal van een mobiele telefoon:

    ‘Tegenwoordig [worden er] mobiele telefoons voor communicatie gebruikt. Af en toe komen we op een plek waar we geen signaal kunnen ontvangen. Dat kan gebeuren als we ons in een tunnel of een dal bevinden, of als er andere storingen zijn.

    ‘En dat geldt ook voor goddelijke communicatie. De stille, zachte stem is wel stil en zacht, maar bijzonder krachtig. Het is een stem ‘wier fluistering door alle dingen gaat, en ze doordringt’ [LV 85:6]. (…) Misschien is er iets in ons leven dat ons ervan weerhoudt om de boodschap te horen, omdat we ‘gevoelloos’ zijn geworden [1 Nephi 17:45]. We bevinden ons soms geestelijk op dode punten waar we geen ontvangst hebben — plekken en situaties waar de goddelijke boodschappen niet ontvangen kunnen worden. Dergelijke dode punten zijn boosheid, pornografie, overtreding, zelfzucht en andere situaties die de Geest niet welgevallig zijn’ (in Conference Report, Apr. 2004, 67–68; of Liahona, mei 2004, p. 67).

  • President Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft geestelijke communicatie als volgt omschreven:

    ‘De stem van de Heilige Geest zult u meer voelen dan horen. Die stem wordt ook wel een ‘stille zachte stem’ genoemd [LV 85:6]. Hoewel we spreken over “luisteren” naar de influisteringen van de Geest, omschrijft iemand een geestelijke ingeving meestal met “Ik had het gevoel dat …”.

    ‘Openbaring komt tot ons in de vorm van woorden die wij meer voelen dan horen. Nephi zei tegen zijn morrende broers, die bezoek van een engel hadden gehad: ‘Gij waart gevoelloos geworden, zodat gij zijn woorden niet hebt kunnen voelen.’ [1 Nephi 17:45; cursivering toegevoegd].’ (Conference Report, oktober 1994, p. 77; of Ensign, november 1994, p. 60.)

  • Laman en Lemuel waren ‘gevoelloos’ en konden de woorden van de Heilige Geest niet ‘voelen’ (1 Nephi 17:45). Ouderling Joseph B. Wirthlin (1917–2008) van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd dat geestelijke ongevoeligheid niet alleen een probleem is voor wie ernstige zonden hebben begaan:

    ‘Ik vrees dat sommige leden van de kerk van de Heer “ver onder het vereiste niveau leven” om aanspraak te kunnen maken op de gave van de Heilige Geest. Sommigen worden afgeleid door de zaken in de wereld die de invloed van de Heilige Geest hinderen en waardoor ze zijn influisteringen niet herkennen. We leven in een rumoerige, drukke wereld. Denk eraan dat druk bezig zijn niet per se inhoudt dat we geestelijk bezig zijn. Als we niet voorzichtig zijn, kunnen die wereldse zaken de zaken van de Geest verdrijven.

    ‘Sommigen zijn geestelijk dood en ongevoelig omdat zij ervoor gekozen hebben om te zondigen. Anderen blijven gewoon hangen in geestelijke zelfgenoegzaamheid, zonder het verlangen om boven zichzelf uit te stijgen en te communiceren met de Oneindige. Als zij zich openstelden voor de louterende invloed van die onuitsprekelijke gaven van de Heilige Geest, zou zich een heerlijke, nieuwe, geestelijke dimensie openen. Hun ogen zouden zien wat ze zich nauwelijks kunnen voorstellen. Zelf zouden ze van de Geest uitgelezen, waardevolle dingen te weten komen die de ziel en het verstand verruimen en het hart vervullen van onuitsprekelijke vreugde’ (Conference Report, april 2003, p. 27; of Liahona, mei 2003, p. 27).

1 Nephi 18:9. Dansen en zingen

  • Sommigen leiden uit 1 Nephi 18:9 ten onrechte af dat de Heer dansen en zingen niet goedkeurt. Nephi zei tot twee keer toe dat ze zondigden toen ze dansten en zongen omdat ze ‘zeer ruwe taal’ uitsloegen (1 Nephi 18:9). Het woord ruw wijst op hardvochtige, vulgaire of grove taal. De Heer heeft verklaard dat Hij zijn goedkeuring geeft aan nette manieren van dansen en zingen (zie Psalmen 149:1–4; LV 136:28). Uit deze teksten blijkt dat we de Heer kunnen loven met dans en zang. Satan kan dansen en zingen echter gebruiken om mensen de Geest te laten verliezen en tot verderf te brengen. Daarom waarschuwen de kerkleiders ons voorzichtig te zijn met de muziek waarnaar we luisteren en met de manier waarop we dansen. Het Eerste Presidium heeft de raad gegeven:

    ‘Kies de muziek waar je naar luistert zorgvuldig uit. Let goed op hoe je je voelt als je ernaar luistert. Luister niet naar muziek die de Geest verdrijft, onzedelijkheid aanmoedigt of geweld romantiseert, waarin schunnige of aanstootgevende taal wordt gebruikt (…).

    ‘Dansen kan leuk zijn en biedt de mogelijkheid om andere mensen te ontmoeten. Het kan echter ook verkeerd gebruikt worden. Zo is het niet goed om dicht tegen je partner aan te dansen. Neem geen poses aan of maak geen dansbewegingen die seksueel geladen zijn. Organiseer en bezoek dansavonden waar de kleding, de uiterlijke verzorging, de verlichting, de teksten en de muziek bijdragen tot een sfeer waarin de Geest van de Heer aanwezig kan zijn’ (Voor de kracht van de jeugd: Onze plicht jegens God vervullen [2001], pp. 20–21).

    Afbeelding
    Lehi’s familie komt aan in de Nieuwe Wereld

1 Nephi 18:25. Paarden

  • Lang was men het er niet over eens of er paarden op het westelijk halfrond voorkwamen voordat Columbus arriveerde. Maar nu hebben moderne archeologische ontdekkingen nieuw licht geworpen op dit onderwerp: ‘“De fossiele resten van echte paarden, die slechts in geringe mate verschilden van de kleinere en inferieure rassen die nu voorkomen, zijn in ruime mate te vinden in bezinksels van het recentste geologische tijdperk, in bijna elk deel van Amerika, van Escholz Bay in het noorden tot Patagonië in het zuiden. Op dat continent stierven ze echter volledig uit, en er waren geen paarden, wild of getemd, toen de Spanjaarden Amerika veroverden, wat heel opmerkelijk is omdat de paarden die uit Europa kwamen en verwilderden, en zich snel voortplantten op de vlakten van Zuid-Amerika en Texas, bewezen dat het klimaat, het voedsel en de andere omstandigheden hun bestaan mogelijk maakten. Het eerdere bestaan van paardachtigen (Equidae) in Amerika, hun volledige uitsterven, en hun perfecte acclimatisatie toen de mens ze weer introduceerde, vormen interessante maar tot nu toe onopgeloste raadsels in de geografische distributie.” (New Americanized Encyclopedia, deel 5, p. 3197.)’ (Joy M. Osborn, The Book of Mormon—The Stick of Joseph, 2de ed. [2001], p. 164.)

Stof tot nadenken

  • Door welke eigenschappen was Nephi iemand op wie de Heer kon vertrouwen?

  • Waarom zou de band met uw ouders en de Heer gesterkt worden als u uw ouders om raad vraagt?

  • Waarom is het gevaarlijk om de ingevingen van de Heilige Geest te negeren of daar ‘gevoelloos’ voor te worden?

Voorgestelde opdrachten

  • Beschrijf in het kort het doel van de Liahona en op basis van welke beginselen hij werkte.

  • Stel vast welke leer of welk beginsel in de volgende teksten voorkomt:

    1 Nephi 16:28

    1 Nephi 17:13–14

    1 Nephi 17:45–46

    1 Nephi 18:15–16

  • Vergelijk Nephi’s ervaring met bevrijd worden in 1 Nephi 7:16–18 met 1 Nephi 18:11–20. Beantwoord daarna de volgende vragen:

    1. Waarom denkt u dat Nephi de eerste keer onmiddellijk werd bevrijd en de tweede keer pas na vier dagen, hoewel het om dezelfde rechtschapen persoon met hetzelfde grote geloof ging?

    2. Wat moest er in 1 Nephi 18 gebeuren voordat Nephi werd bevrijd?