2009
Een tempelgericht volk
Oktober 2009


Een tempelgericht volk

Familiegeschiedenis, begeleiding door andere leden en dopen voor de doden inspireren volwassen leden om hun begiftiging te ontvangen.

Gary en Jennifer Tucker hadden een droom. Ze wilden allebei een eeuwig gezin. Maar Jennifer had de hoop bijna opgegeven. De weg tot het verwezenlijken van die droom voert door de tempel, en daar was Gary nog niet klaar voor.

Maar toen kreeg hun bisschop een geïnspireerd idee dat de Tuckers zou helpen — en vele anderen in de wijk Three Forks, in de ring Bozeman (Montana) — om de droom van een eeuwig gezin te verwezenlijken. Enkele jaren geleden woonde bisschop Aaron Baczuk een bijeenkomst voor bisschoppen en nieuwe leden in de ring bij. De gebiedszeventiger die de bijeenkomst presideerde, vroeg een nieuw lid: ‘Bent u al naar de tempel geweest om u te laten dopen voor de doden?’ Dat had hij inderdaad gedaan.

Bisschop Baczuk had er nooit aan gedacht dat hij ook onbegiftigde volwassenen mee naar de tempel kon nemen. De week daarop maakte hij een afspraak met de Billingstempel in Montana om met volwassenen uit zijn wijk dopen voor de doden te doen. Het tempelbezoek was een succes en in de daaropvolgende maanden gingen er ouderlingen en hogepriesters uit de wijk met nog meer onbegiftigde volwassenen naar de tempel. ‘Het bleek een uiterst geestelijke ervaring voor ze te zijn die hun verlangen en voornemen om hun begiftiging te ontvangen alleen maar versterkte’, aldus bisschop Baczuk.

Voorbereiding

Ter voorbereiding worden de volwassen leden door de bisschop begeleid tot ze waardig zijn om naar de tempel te gaan. Daarna volgen ze de tempelvoorbereidingslessen. Hun interesse voor die lessen schiet omhoog als ze dopen voor de doden hebben gedaan. Ze ondervinden dat zelf de Geest van de Heer voelen in de tempel iets heel anders is dan alleen over de tempel praten in de les.

‘Het is geweldig om iemand mee naar de tempel te kunnen nemen die misschien nog niet klaar is voor verdere verbonden, maar wel ervaring op kan doen met deelname aan verordeningen’, aldus bisschop Baczuk. ‘Ik denk dat het ook past in het idee dat de kerk probeert over te brengen in het boekje ter voorbereiding op tempelbezoek: “Ga naar de tempel!”’1

Ouderlingenquorumpresident David Boyd uit de wijk Three Forks zegt dat naar de tempel gaan om dopen voor de doden te doen een doel tastbaar maakt: ‘Ze beginnen dan in te zien dat de begiftiging ook voor hen tot de mogelijkheden behoort. Velen van hen zijn nog nooit op een tempelterrein geweest en deze doopreisjes voor volwassenen bieden hen daartoe de gelegenheid.’

Veel onlangs geheractiveerde leden van de wijk doen dopen voor de doden voordat ze hun eigen begiftiging ontvangen. ‘Het was nooit een kwestie van er waardig voor zijn’, zegt bisschop Baczuk. ‘Het was een kwestie van er klaar voor zijn. Sommigen waren waardig om dopen voor de doden te doen en waren er klaar voor, maar waren er mentaal of geestelijk niet klaar voor om de verbonden van de begiftiging op zich te nemen.’ Voor de mannen is het bovendien een gelegenheid om zich voor te bereiden op het Melchizedeks priesterschap.

Familiegeschiedenis is ook een drijvende kracht achter het tempelwerk. Larry en Carolyn Isom werken bijvoorbeeld in het centrum voor familiegeschiedenis van de wijk om honderden familienamen te verschaffen. Deze drie dingen gaan hand in hand: de tempelvoorbereidingslessen, familiehistorisch werk en dienstdoen in de tempel. Wie aan zijn familiegeschiedenis werkt, wil enthousiast namen verschaffen aan hen die naar de tempel gaan. Leden die naar de tempel gaan, doen enthousiast tempelwerk voor hun eigen voorouders en die van hun medewijkleden. En door in de tempel te zijn, worden de leden gemotiveerd om zich voor te bereiden op de volgende keer.

De afgelopen jaren hebben 22 leden van de wijk Three Forks de tempelvoorbereidingslessen gevolgd. Veertien zijn geregeld naar de tempel gegaan om dopen voor de doden te doen. En na afloop van de serie lessen ontvingen dertien van de veertien hun eigen begiftiging. Sommigen waren alleenstaand of weduwe/weduwnaar, maar anderen, zoals Gary en Jennifer Tucker, hebben zich aan elkaar laten verzegelen.

Begeleiding

Gary was in 1992 lid van de kerk geworden, enkele maanden voordat hij met Jennifer trouwde. Zij was al lid. Maar lange werktijden en omgaan met de verkeerde vrienden maakten het erg moeilijk voor Gary om actief te blijven in de kerk, zelfs met de steun van zijn vrouw. Hij zegt dat hij jarenlang op de kerk heeft afgegeven en gescholden.

Toen hun dochter Cody was geboren, probeerde Jennifer haar in het evangelie op te voeden door haar mee naar de kerk te nemen, ook al wilde Gary thuis geen kerklectuur hebben. Hoewel hij zijn vrouw en kind aanraadde om naar de kerk te gaan, ging hij zelf niet mee. Toen Cody acht was, werd ze door een zendeling gedoopt, niet door haar vader. Gary Tucker zegt nu: ‘Ik ben blij dat ik erbij was, maar ik betreur het dat ik toekeek in plaats van mee te doen.’

De daaropvolgende jaren werd Gary door veel begeleiding van leden teruggebracht tot activiteit in de kerk. Jennifer nodigde kerkleden of de zendelingen te eten uit, wetend dat ze dan een kans kregen om met Gary te praten. Hij is die leden en zendelingen dankbaar dat ze een goede invloed op hem hebben uitgeoefend.

Dale Price, bijvoorbeeld, was Jennifers huisonderwijzer en leerde op die manier zowel Gary als Jennifer kennen. Toen broeder Price broeder Tucker bezocht, spraken ze in het begin helemaal niet over het evangelie. Ze spraken over een gezamenlijke interesse: jagen. De familie Price ging tijdens wijkactiviteiten bij de Tuckers zitten, bracht hen levensmiddelen uit hun voorraad toen broeder Tucker geen werk had en gaf hen honing van de bijen die ze hielden. Honing is het lievelingsbeleg van de familie Tucker. Dat cadeautje, zegt broeder Price, was bedoeld om ‘de band zoeter te maken’.

Kleine en eenvoudige dingen

De familie Tucker had ook veel aan raad van hun ringpresident. President David Heap vroeg zijn ringleden om ‘zeven kleine en eenvoudige dingen’ te doen: (1) dagelijks in de Schriften lezen; (2) ten minste vijf dagen per week als gezin in de Schriften lezen; (3) elke ochtend en avond een persoonlijk gebed hebben; (4) elke ochtend en avond gezinsgebed houden; (5) elke zondag als gezin naar de kerk gaan; (6) elke maandagavond gezinsavond houden; en (7) elke maand naar de tempel gaan.

Gary zag wel in dat hij hiermee de gezinsbanden kon aanhalen — iets wat hij erg graag wilde — dus de Tuckers begonnen met gezinsgebed, schriftstudie en gezinsavond. En daardoor stond Gary ook meer open voor de uitnodiging van de bisschop om zich voor te bereiden op de tempel.

In januari 2006 gingen de Tuckers naar een haardvuuravond bij de bisschop thuis. Bisschop Baczuk nam Gary terzijde en sprak met hem over de tempel. Gary gaf de bisschop meteen zijn blikje pruimtabak om te voorkomen dat dit een verleiding voor hem zou blijven. Hij had veel vragen voor de bisschop, ook in volgende gesprekken. De bisschop beklemtoonde het belang van de verbonden naleven die Gary bij zijn doop had gesloten, zodat hij de nabijheid van de Geest waardig kon zijn.

De Tuckers begonnen de tempelvoorbereidingslessen te volgen en Jennifer begon maandelijks met haar wijk naar de tempel te gaan om dopen voor de doden te doen. Gary deed zijn best om de tempelzegeningen waardig te zijn. Hun dochter Cody, die toen elf was, keek ernaar uit om ook dopen voor de doden te gaan doen. Toen ze twaalf was geworden, kon Gary inmiddels zelf met haar mee. Het was voor beiden het eerste bezoek aan de tempel.

Cody vertelt: ‘Het was geweldig. Het is er erg vredig. Mijn vader ging mee, dus dat maakte het nog fijner.’ Gary zegt dat hij ‘die eerste keer ongekende vrede en vreugde voelde.’

De volgende zondag was Gary in de tempelvoorbereidingsles een ander mens. ‘Er was een lampje gaan branden’, zegt zuster Elna Scoffield, die de lessen al jaren geeft. Gary bleef aan het eind van de les na om nog wat vragen te stellen. Hij had in de tempel de Geest gevoeld en wilde er vaker heen — niet alleen om dopen voor de doden te doen, maar ook om zijn eigen begiftiging te ontvangen en zijn vrouw en dochter aan hem te laten verzegelen.

De maand daarop gingen de Tuckers nogmaals naar de tempel, samen met de bisschop en andere wijkleden.

Beproevingen overwinnen

In de weken voordat broeder en zuster Tucker hun begiftiging kregen en aan elkaar werden verzegeld, voelden ze de weerstand van de tegenstander. Gary maakte vooruitgang maar had nog twijfels of hij wel goed genoeg leefde om in de tempel te zijn. Hun droom van een eeuwig gezin lag bijna voor het grijpen, maar voelde nog net buiten bereik. Ze wisten dat ze vaker samen moesten bidden en om kracht moesten vragen. ‘We kregen altijd kracht in de vorm van gemoedsrust en de zekerheid dat alles in handen van de Heer is’, zegt zuster Tucker. ‘Zelfs tot het moment dat we de tempel betraden, was zijn rustgevende Geest bij ons allemaal.’

Toen Gary en Jennifer hun begiftiging hadden gekregen, knielden ze in de verzegelkamer neer met hun kinderen, Cody en Garret, die in het wit gekleed waren. Toen de zesjarige Garrett zijn moeder zag huilen, stak hij zijn hand uit om de tranen van haar wangen te vegen. Gary en Cody vergoten ook vreugdetranen. Zelfs de verzegelaar was aangedaan.

De familie Tucker zegt dat ze nu hechtere gezinsbanden hebben en beter communiceren. Gary zegt: ‘We zijn gelukkiger. Mijn vrouw en ik hebben een betere relatie, en onze kinderen zien dat.’ Gary vindt dat hij een beter voorbeeld is voor leden van zijn familie die geen lid van de kerk zijn. En hij hoopt dat andere gezinnen in zijn wijk naar dezelfde zegeningen zullen verlangen die de Heer zijn gezin door de tempel heeft gegeven.

Noot

  1. Zie Voorbereiding op de heilige tempel (boekje, 2002), p. 1.

Links: foto Billingstempel (Montana) Steve Bunderson; foto doopruimte Billingstempel Norman Childs; rechts: foto Drake Busath, © Busath Photography

Gary, Jennifer, Cody en Garrett Tucker zijn blij dat ze naar de Billingstempel zijn gekomen om zich aan elkaar te laten verzegelen.

Leden van de wijk Three Forks ondernemen geregeld de reis van twee en een half uur om werk te doen in de Billingstempel. Verscheidene van hen zijn volwassen leden die dopen voor de doden doen ter voorbereiding op het ontvangen van hun begiftiging en verzegeling.

Foto welwillend ter beschikking gesteld door de familie Tucker