2009
We zijn gekomen om de tempel te bezichtigen
Oktober 2009


We zijn gekomen om de tempel te bezichtigen

Rees Bandley (Utah, VS)

Op een herfstdag arriveerden een jongeman en zijn vrienden, die duidelijk niet op aanbidding in de tempel gekleed waren, bij de Salt Laketempel, waar ik dienst deed als tempelwerker.

‘We zijn gekomen om de tempel te bezichtigen’, zei de jongeman.

‘Hebben jullie een aanbeveling?’ vroeg ik.

De jongeman dacht even na. Toen zei hij: ‘Ja. Mijn moeder heeft een mormoonse vriendin in Minnesota. Zij beval ons aan om de tempel te bezichtigen.’

Ik kreeg de ingeving om de jongemensen terzijde te nemen en met hen te praten. De jongeman heette Lars. Ik legde uit dat hij niet alleen naar de tempel kon gaan, maar dat onze hemelse Vader zelfs graag wilde dat hij er naartoe ging. Ik legde Lars uit dat hij zich daar wel eerst op voor moest bereiden, en ik legde uit hoe.

Ik was destijds nog maar kort weer actief in de kerk. Ik was op zending geweest, maar had de kerk daarna verlaten toen ik bij de entertainmentbranche betrokken was geraakt en drugs en alcohol was gaan gebruiken. Ik dacht dat mijn familie wel onder de indruk zou zijn van mijn carrière en mijn rijkdom, maar dat kon mijn moeder niet schelen. In plaats daarvan plaatste ze mijn naam altijd op de gebedsrol in de tempel, wat me erg boos maakte.

Mijn vrouw had de kerk ook verlaten. Tegen de tijd dat Tori, onze dochter van acht, vragen over Jezus Christus begon te stellen, hadden we ons allerlaagste geestelijke peil bereikt. Ondanks mijn zending kon ik me niets over de Heiland herinneren.

‘Er zijn mensen die bevoegd zijn om je over Jezus te vertellen’, zei ik tegen Tori. ‘Waarom praat je niet met hen?’

Enkele dagen later klopten er twee zendelingzusters aan. Tori liet ze binnen en begon de lessen te volgen. Ik luisterde vanuit een andere kamer mee en hoorde de zusters leer verkondigen die ik als waar herkende.

‘Wil je gedoopt worden?’ vroeg een van de zusters Tori na de derde les.

‘Ja’, antwoordde zij.

‘Gaat je vader je dopen?’

Ik was twintig jaar lang niet naar de kerk geweest, maar ik wist dat mijn leven op het punt stond te veranderen. Ik ging bij de laatste lessen zitten, we begonnen naar de kerk te gaan, en mijn vrouw en ik maakten kennis met de bisschop. Tijdens mijn bekeringsproces besloot ik dat ik alles in het werk moest stellen om de verloren jaren goed te maken. Ik koos een andere loopbaan, vervulde mijn kerkroepingen, liet mijn vrouw en dochter aan me verzegelen, en werd tempelwerker. Zo wist ik dat een nieuwsgierige groep jongemensen in aanmerking kon komen om naar de tempel te gaan.

Het daaropvolgende voorjaar schreef Lars me een brief om me te bedanken dat ik de ware betekenis van een tempelaanbeveling had uitgelegd. ‘Ik ben uiteindelijk nog meer te weten gekomen over een tempelaanbeveling’, schreef hij. ‘Want ik heb me laten dopen en heb afgelopen januari zelf een aanbeveling gekregen!’ Er kwamen tranen in mijn ogen toen ik naar de foto keek die hij had bijgesloten, waarop hij te zien was in witte doopkleding, vergezeld van de zendelingen die hem hadden onderwezen.

Mijn reis terug naar de tempel was opmerkelijk, en horen over de reis die Lars had gemaakt, was een fijne zegen die mij eraan herinnerde dat we allemaal een goede invloed op het leven van onze medemensen kunnen hebben.