Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 16: Kinderen in licht en waarheid grootbrengen


Hoofdstuk 16

Kinderen in licht en waarheid grootbrengen

‘De eerste plicht ten aanzien van het onderwijs aan de kinderen in de kerk berust bij de ouders.’

Uit het leven van Joseph Fielding Smith

President Joseph Fielding Smith omschreef zijn vader, president Joseph F. Smith, als ‘iemand in wie ik meer vertrouwen had dan in ieder ander mens die ik ken.’1 Hij zei dat zijn vader zijn kinderen vaak bijeenriep ‘om ze in de beginselen van het evangelie te onderwijzen. Ze genoten er allemaal van dat hij er was en waren dankbaar voor de raadgevingen en aanwijzingen die hij hun gaf. […] Ze zijn nooit vergeten wat hij hun leerde en hoe ze zich daaronder voelden, en dat zal altijd wel zo blijven.’2 Ook zei hij: ‘Mijn vader was de zachtaardigste man die ik ooit heb gekend. […] Een van mijn fijnste herinneringen is dat hij en ik uren achtereen over de beginselen van het evangelie spraken en dat hij me onderwees zoals alleen hij dat kon. Op die manier werd het fundament van mijn eigen kennis van de waarheid gelegd, zodat ook ik kan zeggen dat ik weet dat mijn Verlosser leeft en dat Joseph Smith een profeet van de levende God was, is en altijd zal zijn.’3

Joseph Fielding Smith sprak ook liefdevol over zijn moeder, Julina L. Smith, en wat zij hem had geleerd. Hij zei: ‘Mijn moeder heeft mij op haar schoot liefde voor de profeet Joseph Smith en liefde voor mijn Verlosser bijgebracht. […] Ik ben blij voor de opvoeding die ik heb genoten. De raadgevingen van mijn vader heb ik altijd geprobeerd op te volgen. Maar niet alles komt op zijn conto. Een aanzienlijk deel daarvan, misschien wel het grootste, komt op conto van mijn moeder, die mij als klein kind op schoot nam en mij verhalen over de pioniers vertelde. […] Ze heeft mij veel geleerd en heeft mij, toen ik kon lezen, datgene in handen gegeven wat ik kon begrijpen. Ze leerde mij bidden [en] om waar en trouw aan mijn verbonden en verplichtingen te zijn, en om mijn plichten als diaken en als leraar […] en later als priester na te komen. […] Mijn moeder zag erop toe dat ik las, en ik las heel erg graag.4

Toen Joseph Fielding Smith zelf vader was, volgde hij het voorbeeld van zijn ouders. Zijn dochter Amelia heeft gezegd:

‘Mijn vader was de volmaakte leerling en leraar. Hij leerde ons niet alleen veel van wat hij wist, maar moedigde ons ook aan om zelf veel te leren. […]

‘Voor zijn kinderen hield hij zich aan de raad die in Leer en Verbonden 93:40 staat: ‘Maar Ik heb u geboden uw kinderen in licht en waarheid groot te brengen.’

‘Hij vertelde ons aan de ontbijttafel verhalen uit de Schriften. Hij bezat het talent om elk verhaal nieuw en spannend te laten klinken, hoewel we het al vele malen hadden gehoord. De spanning die ik voelde toen de soldaten van de farao op het punt stonden de gouden beker in Benjamins zak met graan te vinden, herinner ik mij nog heel goed. Hij vertelde ons over Joseph Smith en de gouden platen en over het bezoek van de Vader en de Zoon. Als vader tijd had om ons naar school te brengen, ging hij door met vertellen. We liepen langs de [Salt Lake]tempel op weg naar school en dan vertelde hij ons over de engel Moroni. Hij vertelde ons dat de tempel een heel bijzonder gebouw was, dat je goed moest leven om daar binnen te komen; en als je daar trouwde was dat voor eeuwig. En waar hij om bad als we ’s ochtends en ’s avonds vóór de maaltijd in gezinsgebed voor onze stoel knielden, kwam onze vorming ook ten goede. […]

‘Nu zijn niet alleen zijn nakomelingen bij zijn leringen gebaat, maar ook heel veel getrouwe leden van de kerk. Ik vind het een groot voorrecht en zegen dat ik een dochter van hem ben.’5

Afbeelding
The prophet loved children. President Joseph Fielding Smith with his great-granddaughter Shauna McConkie at Christmas time

President Joseph Fielding Smith en zijn achterkleindochter Shanna McConkie.

Leringen van Joseph Fielding Smith

1

God gebiedt ouders hun kinderen in licht en waarheid groot te brengen om de invloed van de boze tegen te gaan.

Er kan niet genoeg nadruk worden gelegd op het belang van harmonie in het gezin — liefde en consideratie voor elkaar. Geestelijke solidariteit tussen gezinsleden is de rijke voedingsbodem waarop de kerk en de samenleving zullen floreren. De boze weet dat maar al te goed en hij bedient zich meer dan ooit van alle sluwe middelen, invloeden en krachten die hem ter beschikking staan om dit eeuwige instituut te ondermijnen en te vernielen. Alleen het evangelie van Jezus Christus dat in gezinsverband wordt nageleefd, zal deze duivelse vernielzucht kunnen tegengaan.6

Er zijn vele grote en reële gevaren waar we rekening mee moeten houden, en de gevaren die ons meer dan alle andere samen zorgen baren, hebben te maken met onze kinderen. De enige echte bescherming of afdoende verdediging kan alleen door het gezin en de invloed die ervan uitgaat, worden geboden.7

We zullen onze kinderen het verschil tussen goed en kwaad moeten leren, anders zullen zij vaak niet begrijpen waarom het beter voor hen is om niet mee te doen aan de zaken die bij de buren heel gewoon zijn. Als hun de leer van de kerk niet wordt bijgebracht, begrijpen ze misschien niet waarom ze op zondag niet naar een concert, theater, bioscoop, voetbalwedstrijd of iets dergelijks kunnen gaan, terwijl hun vrienden hun hart naar lieve lust kunnen ophalen aan de zaken die in strijd zijn met wat de Heer voor zijn heilige dag geschikt acht. Het is de taak van de ouders om hun kinderen een passende opvoeding te geven [en] de Heer zal de ouders veroordelen van wie de kinderen buiten de invloedssfeer van de beginselen van het evangelie van onze Heer Jezus Christus opgroeien.8

De Heer gebiedt ons, ieder van ons, om onze kinderen in licht en waarheid groot te brengen. Alleen met deze geesteshouding zullen onenigheid, ongehoorzaamheid, verzaking van heilige plichten geen kans van slagen hebben.9

2

De ouders zijn allereerst verantwoordelijk voor het onderwijs aan hun kinderen.

De Vader heeft nooit afstand gedaan van zijn kinderen die op aarde zijn. Ze zijn nog steeds zijn kinderen. Hij heeft ze aan de zorg van sterfelijke ouders toevertrouwd, met de aansporing om ze in licht en waarheid groot te brengen. De belangrijkste, wezenlijkste taak van ouders is hun kinderen in licht en waarheid te onderwijzen.10

De eerste plicht ten aanzien van het onderwijs aan de kinderen in de kerk berust bij de ouders. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om hun kinderen in licht en waarheid groot te brengen. De Heer heeft verklaard dat ouders die daarin tekortschieten voor zijn rechterstoel verantwoording zullen moeten afleggen.11

De Heer heeft in 1831 in een openbaring aan de kerk gezegd:

‘En verder, voor zoverre er in Zion, of in één van de ringen van Zion, die georganiseerd zijn, ouders zijn, die kinderen hebben, en deze niet onderwijzen in de leer van bekering, geloof in Christus, de Zoon van de levende God, en van doop, en de gave des Heiligen Geestes door het opleggen van handen, wanneer zij acht jaar oud zijn, dan zij de zonde op het hoofd der ouders.

‘Want dat zal een wet zijn voor de inwoners van Zion, of in al haar georganiseerde ringen.’ [LV 68:25–26.]

[…] De Heer eist dat van ons.12

Ouders zijn verantwoordelijk voor de daden van hun kinderen als zij hun kinderen niet door voorbeeld en voorschrift onderwijzen.

Als ouders al het mogelijke hebben gedaan om hun kinderen door voorbeeld en voorschrift correct te onderwijzen, worden de ouders niet verantwoordelijk gehouden en rust de zonde op het hoofd van de kinderen.13

3

De kerk staat de ouders bij in hun taak om hun kinderen te onderwijzen.

Iemand is in eerste instantie zelf verantwoordelijk om datgene te doen wat tot zijn heil leidt. We zijn allemaal op aarde om in het sterfelijk leven beproefd te worden. We zijn hier om te zien of we de geboden onderhouden en de wereld overwinnen, en alles wat we zelf kunnen doen, moeten we zelf doen.

Vervolgens zijn onze ouders verantwoordelijk voor ons heil. Ouders vervullen de rol van gids voor hun kinderen en hun is geboden hun kinderen in waarheid en licht groot te brengen, hen het evangelie te leren en hen het juiste voorbeeld te geven. Van kinderen wordt verwacht dat zij hun ouders gehoorzaam zijn, en eren en respecteren.

De kerk en haar instellingen vormen in feite een hulporganisatie om het gezin en het individu tot zegen te zijn.14

Afbeelding
A woman leading music in Primary. A girl is standing at her side holding a copy of the Book of Mormon.

‘De kerk en haar instellingen vormen in feite een hulporganisatie om het gezin en het individu tot zegen te zijn.’

Ik verzoek u, broeders en zusters, echtgenoten en echtgenotes, vaders en moeders, om uw voordeel te doen met elke mogelijkheid die de kerk biedt om uw kinderen onderwijs te geven in de verschillende organisaties die als gevolg van goddelijke openbaring zijn opgericht: het jeugdwerk, de zondagsschool, de onderlinge ontwikkelingsvereniging [jongemannen en jongevrouwen], en de quorums van het lagere priesterschap onder leiding van onze bisschappen. […]

We hebben in de kerk, daar waar ons die mogelijkheid wordt geboden, seminarie en instituut. […] Broeders en zusters, stuur uw kinderen naar het seminarie. Wie een opleiding volgen, zijn oud genoeg om naar het instituut te gaan, mits zij in hun jeugd voldoende onderricht hebben ontvangen.15

4

Ouders behoren al het mogelijke te doen om hun kinderen het evangelie van Jezus Christus bij te brengen en te helpen naleven.

Een persoonlijk, zelfstandig getuigenis is en zal altijd de kracht zijn van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Een getuigenis komt het beste in het gezin tot ontplooiing. […] Een getuigenis krijgen en behouden, behoort een gezinsproject te zijn. Laat niets na wat het getuigenis van een gezinslid ten goede kan komen.16

We moeten [kinderen] zoveel mogelijk tegen de zonden en kwaden van de wereld beschermen, zodat ze niet van de paden van waarheid en gerechtigheid worden afgeleid.17

Help uw kinderen op alle denkbare manieren om in de kennis van het evangelie van Jezus Christus op te groeien. Leer ze bidden. Leer ze het woord van wijsheid na te leven. Leer ze getrouw en nederig voor de Heer te wandelen, zodat ze u, als ze volwassen zijn geworden, zullen danken voor wat u voor ze heeft gedaan. Ze zullen op hun leven terugkijken en hun ouders danken en liefhebben voor de wijze waarop die ouders voor hen hebben gezorgd en hen in het evangelie van Jezus Christus hebben opgevoed.18

Een rechtschapen voorbeeld zijn

We verwachten van ouders dat ze een voorbeeld van rechtschapenheid zijn, dat ze hun kinderen op de gezinsavond en op andere momenten om zich heen verzamelen en in het evangelie onderwijzen.19

Ouders moeten zijn wat ze willen dat hun kinderen worden, of daar althans uit alle macht aan werken. U kunt geen voorbeeld zijn van wat u niet bent, dat is onmogelijk.20

U dient door voorbeeld zowel als voorschrift te onderwijzen. U dient met uw kinderen in gebed neer te knielen. U dient hen in alle nederigheid in de zending van onze Heiland, Jezus Christus, te onderwijzen. U dient hen de weg te wijzen. En de vader die zijn zoon de weg wijst, zegt niet tegen hem: ‘Zoon, ga naar de zondagsschool, of ga naar de JMJV, of ga naar de priesterschapsvergadering’, maar hij dient te zeggen: ‘Kom, we gaan samen.’ Hij dient het goede voorbeeld te geven.21

Kinderen onderwijzen als ze nog jong zijn

Niemand kan vroeg genoeg beginnen met de Heer dienen. […] Jonge mensen laten zich leiden door het onderwijs van hun ouders. Het kind dat vanaf de wieg rechtschapenheid wordt geleerd, zal hoogstwaarschijnlijk altijd voor rechtschapenheid kiezen. Goede gewoonten worden makkelijk gevormd en makkelijk gevolgd.22

Een gezin kan niet zonder gebed, geloof, liefde en gehoorzaamheid aan God. Het is de plicht van ouders om hun kinderen deze heilsbeginselen van het evangelie van Jezus Christus bij te brengen, zodat ze weten waarom ze zich laten dopen, en ze het diepe verlangen zullen hebben om na hun doop de geboden van God te blijven onderhouden, zodat ze in zijn tegenwoordigheid kunnen terugkeren. Wilt u, broeders en zusters, uw kinderen eeuwig bij u hebben; wilt u met uw vaders en moeders vóór u zijn verbonden, wilt u deze volmaakte familieband hebben als u wordt toegestaan het celestiale koninkrijk van God binnen te gaan? Als dat zo is, moet u uw kinderen al vanaf de wieg onderwijzen.23

Kinderen leren bidden

Wat is een gezin zonder gebed? Het is dan geen mormoons gezin. We moeten bidden; we behoren geen morgen voorbij te laten gaan zonder de Heer in gezinsverband op onze knieën te danken voor zijn zegeningen en Hem om leiding te vragen. We behoren geen avond voorbij te laten gaan, we behoren niet naar bed te gaan, zonder nogmaals ons gezin bijeen te roepen en de Heer voor zijn bescherming te danken. We behoren de Heer elke dag van ons leven om leiding te vragen.24

Ik hoop dat u thuis uw kinderen leert bidden. Ik hoop dat u ’s ochtends en ’s avonds gezinsgebed hebt, dat u uw kinderen door voorbeeld en voorschrift leert om de geboden in acht te nemen, die uiterst waardevol en uiterst heilig zijn en zoveel voor ons eeuwige heil in Gods koninkrijk betekenen.25

Uw kinderen inleiden in de Schriften

De Bijbel mag in geen enkel gezin ontbreken. Het Boek van Mormon mag in geen enkel gezin ontbreken. Ik heb het hier over mormoonse gezinnen. Ook de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde mogen niet ontbreken. Laat ze niet op de plank of in de kast liggen, maar leg ze geopend op een plek waar de kinderen er makkelijk bij kunnen en waar zij kunnen gaan zitten om zelf de beginselen van het evangelie te lezen en te bestuderen.26

Wekelijks gezinsavond houden

Kinderen die opgroeien in een gezin waar ze gezinsavond houden, waar liefde en saamhorigheid bestaan, hebben een degelijke ondergrond voor goed burgerschap en een actief kerkleven. Ouders kunnen hun kinderen geen beter erfgoed nalaten dan de herinneringen aan en zegeningen van een gelukkig, hecht en liefderijk gezin.

Er gaan van goed geplande gezinsavonden blijvende vreugde en verstrekkende invloed uit. Op deze avonden kan het gezin gezamenlijke activiteiten houden, plannen maken, naar elkaar toegroeien, getuigenissen geven, evangeliebeginselen leren, pret maken en ontspanning zoeken, en bovenal de saamhorigheid en solidariteit sterken.

Een vader en moeder die getrouw gezinsavond houden en op alle mogelijke manieren aan de saamhorigheid in het gezin werken, vervullen de belangrijkste plicht die ze hebben met ere — namelijk het ouderschap.27

De beste manier waarop een vader in het koninkrijk van God leiding geeft is zijn gezin voor te gaan in het houden van de gezinsavond. Als de gezinsavond deel uitmaakt van het gezinsleven zal dat de saamhorigheid en het onderlinge respect ten goede komen, en zal ieder gezinslid meer geneigd zijn tot een rechtschapen en gelukkige levenswandel.28

Ouders die de uitstekende hulp die dit programma [gezinsavond] biedt naast zich neerleggen, spelen met de toekomst van hun kinderen.29

Deugd, kuisheid en moraal leren

U dient uw kinderen deugd en kuisheid te leren. U dient hen dat al in hun kinderjaren bij te brengen. En ze moeten op de vele valkuilen en gevaren in de wereld worden gewezen.30

We maken ons grote zorgen over het geestelijke en morele welzijn van jongeren. Moraal, kuisheid, deugd, vrij-zijn van zonde — die zaken moeten ten grondslag aan onze manier van leven liggen als we die kwaliteiten ten volle willen benutten.

We verzoeken ouders dringend hun kinderen door voorbeeld en voorschrift persoonlijke reinheid te leren. Praat met uw kinderen over dergelijke zaken. […]

We hebben vertrouwen in het jonge en opkomende geslacht in de kerk en verzoeken onze jongeren dringend niet de levenswijze en gebruiken van de wereld over te nemen, niet opstandig te worden en niet de paden van waarheid en deugd te verlaten. We geloven dat ze in wezen goed zijn en verwachten van hen dat ze rechtschapen steunpilaren worden en het werk van de kerk met meer geloof en doelgerichter voortzetten.31

Kinderen voorbereiden zodat ze een getuige van de waarheid zullen zijn en een zending willen vervullen

Onze jonge mensen behoren tot de gezegendste en begunstigste kinderen van onze Vader. Onze jongeren zijn de adel van de hemel, een voortreffelijk en uitverkoren geslacht met een goddelijke bestemming. Zij zijn voorbestemd om in deze tijd te worden geboren, waarin het evangelie op aarde is en waarin de Heer kloekmoedige dienstknechten nodig heeft om dit belangrijke werk in de laatste dagen uit te voeren.32

We moeten [kinderen] zo voorbereiden dat ze een levende getuige van de waarheid en goddelijkheid van dit grote werk in de laatste dagen kunnen zijn, in het bijzonder onze zoons. Zie erop toe dat ze waardig en gereed zijn om op zending te gaan en het evangelie aan de andere kinderen van onze Vader te prediken.33

Kinderen op een eigen eeuwig gezin voorbereiden

Onderwijst u [uw kinderen] zo dat zij in het huis des Heren willen trouwen? Onderwijst u ze zo dat ze de geweldige begiftiging willen ontvangen die de Heer voor hen in petto heeft? Hebt u ze gewezen op het feit dat ze aan een partner kunnen worden verzegeld, en alle gaven en alle zegeningen kunnen krijgen die betrekking hebben op het celestiale koninkrijk?34

We moeten […] [onze kinderen] zo leiden en begeleiden dat ze een goede huwelijkspartner kiezen en in het huis des Heren willen trouwen, om zo erfgenaam te worden van al die geweldige zegeningen waarover we hebben gesproken.35

Laten we in ootmoed proberen ons gezin bij elkaar te houden, laten we onze kinderen onder invloed van de Geest Gods houden en in de beginselen van het evangelie onderwijzen, zodat ze in rechtschapenheid en waarheid opgroeien. Wij krijgen [kinderen] om ze in de wegen van het leven, het eeuwige leven, op te voeden, zodat ze in de tegenwoordigheid van God, hun Vader, kunnen terugkeren.36

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • Lees in ‘Uit het leven van president Joseph Fielding Smith’ de voorbeelden door waarin ouders hun kinderen liefdevol bejegenen. Bedenk hoe u die voorbeelden, ongeacht uw taken in het gezin, kunt volgen. Hoe kunnen ouders zich zo organiseren dat ze meer tijd met hun kinderen kunnen doorbrengen?

  • President Smith noemt gevaren op die in zijn tijd bestonden (zie paragraaf 1). Welke gevaren zijn er in deze tijd bijgekomen? Wat kunnen ouders en grootouders doen om kinderen te wapenen tegen die gevaren?

  • Overweeg hoeveel vertrouwen onze hemelse Vader in ouders heeft door hun de zorg van zijn kinderen te geven (zie paragraaf 2). Welke leiding en hulp biedt Hij hen aan?

  • Op welke manieren is de kerk ‘een hulporganisatie om het gezin en het individu tot zegen te zijn’? (Zie paragraaf 3.) Hoe zijn de kerk en haar organisaties u en uw gezin tot zegen? Wat kunnen we doen om onze kinderen en jongeren volledig bij de kerk te betrekken?

  • In paragraaf 4 staan verschillende adviezen waarmee wij kinderen en jongeren het evangelie kunnen helpen naleven. Lees die adviezen door en overweeg de volgende vragen: Wat doen u en uw gezin goed? Waarin kunt u zich verbeteren? Wat kunt u doen om het getuigenis van de jongeren van de kerk te helpen versterken?

Relevante Schriftteksten

Deuteronomium 6:1–7; Psalmen 132:12; Mosiah 1:4; 4:14–15; LV 68:25–28; 93:36–40; zie ook ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’

Onderwijstip

‘Zorg ervoor dat u goede besprekingen niet te snel afbreekt om al het lesmateriaal te kunnen behandelen. Hoewel het belangrijk is om het lesmateriaal te behandelen, is het belangrijker dat de leerlingen de invloed van de Geest voelen, hun vragen beantwoord krijgen, een groter begrip van het evangelie ontwikkelen en vastbesloten zijn om de geboden te onderhouden.’ Het is echter ook ‘belangrijk om besprekingen op het juiste moment af te ronden. Het effect van een opbouwende bespreking kan verloren gaan als er te veel tijd wordt besteed. […] Maak goed gebruik van de beschikbare tijd. Weet wanneer de les beëindigd moet zijn. Geef uzelf voldoende tijd om de les samen te vatten en uw getuigenis te geven’ (Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], pp. 64, 65).

Noten

  1. In: Joseph Fielding Smith jr. en John J. Stewart, The Life of Joseph Fielding Smith (1972), p. 40.

  2. In: The Life of Joseph Fielding Smith, p. 40.

  3. In: Bryant S. Hinckley, ‘Joseph Fielding Smith’, Improvement Era, juni 1932, p. 459.

  4. In: The Life of Joseph Fielding Smith, p. 56.

  5. Amelia Smith McConkie, ‘Joseph Fielding Smith’, Church News, 30 oktober 1993, pp. 8, 10.

  6. Boodschap van het Eerste Presidium. In: Family Home Evenings 1970–1971 (lesboek voor de gezinsavond, 1970), p. V.

  7. ‘Our Children—“The Loveliest Flowers from God’s Own Garden”’, Relief Society Magazine, januari 1969, p. 5.

  8. In: Conference Report, oktober 1916, pp. 71–72.

  9. In: Conference Report, april 1965, p. 11.

  10. ‘The Sunday School’s Responsibility’, Instructor, mei 1949, p. 206; zie ook Doctrines of Salvation, Bruce R. McConkie (red.), drie delen. (1954–1956), 1:316.

  11. Take Heed to Yourselves! (1966), p. 221.

  12. In: Conference Report, april 1958, pp. 29–30.

  13. Privécorrespondentie, geciteerd in Doctrines of Salvation, 1:316; cursivering verwijderd.

  14. ‘Use the Programs of the Church’, Improvement Era, oktober 1970, p. 3.

  15. In: Conference Report, april 1958, pp. 29–30.

  16. ‘The Old and the New Magazines’, Improvement Era, november 1970, p. 11.

  17. ‘Mothers in Israel’, Relief Society Magazine, december 1970, p. 886.

  18. In: Conference Report, april 1958, p. 30.

  19. In: Conference Report, april 1970, p. 6.

  20. ‘Our Children—“The Loveliest Flowers from God’s Own Garden”’, p. 6.

  21. In: Conference Report, oktober 1948, p. 153.

  22. Take Heed to Yourselves! p. 414.

  23. In: Conference Report, oktober 1948, p. 153.

  24. ‘How to Teach the Gospel at Home’, Relief Society Magazine, december 1931, p. 685.

  25. In: Conference Report, april 1958, p. 29.

  26. ‘Keeping the Commandments of Our Eternal Father’, Relief Society Magazine, december 1966, p. 884.

  27. Boodschap van het Eerste Presidium. In: Family Home Evenings 1970–1971, p. V.

  28. Boodschap van het Eerste Presidium. In: Family Home Evenings (lesboek voor de gezinsavond, 1971), p. 4.

  29. In: ‘Message from the First Presidency’, Ensign, januari 1971, p. 1.

  30. ‘Teach Virtue and Modesty’, Relief Society Magazine, januari 1963, p. 5.

  31. In: Conference Report, april 1970, pp. 5–6.

  32. In: Conference Report, april 1970, p. 6.

  33. ‘Mothers in Israel’, p. 886.

  34. In: Conference Report, oktober 1948, p. 154.

  35. ‘Mothers in Israel’, p. 886.

  36. In: Conference Report, april 1958, p. 30.