Leringen van kerkpresidenten
Hoofdstuk 7: Joseph en Hyrum Smith — getuigen van Jezus Christus


Hoofdstuk 7

Joseph en Hyrum Smith — getuigen van Jezus Christus

‘We verheffen onze stem in dank voor het leven en de bediening van de profeet Joseph Smith en de patriarch Hyrum Smith — en van de profeten en apostelen en rechtschapen mannen en vrouwen die op het fundament van hun werk hebben verder gebouwd.’

Uit het leven van Joseph Fielding Smith

Vanaf heel jonge leeftijd wist Joseph Fielding Smith dat zijn familie een bijzondere band met de profeet Joseph Smith had. Hij liet zich inspireren door het voorbeeld van zijn grootvader, Hyrum Smith, een oudere broer en loyale vriend van de profeet Joseph. Hyrum stond zijn broer getrouw bij als leider in de kerk. Ook hielp hij bij de publicatie van het Boek van Mormon en hij was een van de acht getuigen van het boek. Op 27 juni 1844 vonden Joseph en Hyrum de martelaarsdood in Carthage (Illinois, VS), waarmee zij hun getuigenis van de Heiland en zijn evangelie bezegelden. ‘In het leven waren zij niet verdeeld, en in de dood werden zij niet gescheiden!’ (LV 135:3.)

Joseph Fielding Smith heeft zijn grootouders Smith nooit gekend. Zijn grootvader Hyrum was lang vóór zijn geboorte gestorven. Ook Hyrums vrouw, Mary Fielding Smith, was jong gestorven. Joseph Fielding Smith: ‘Ik heb mijn grootmoeder Smith nooit gekend. Dat heb ik altijd jammer gevonden, want zij was een van de edelste vrouwen die ooit hebben geleefd. Ik heb echter wel haar goede zus gekend, mijn tante Mercy Thompson. Als jongetje ging ik bij haar op bezoek en hoorde bij haar op schoot verhalen over de profeet Joseph Smith. En o wat ben ik dankbaar voor die ervaring.’1

Joseph Fielding Smith leerde ook veel van het voorbeeld van zijn vader, Joseph. F. Smith, die de profeet Joseph persoonlijk had gekend. Over zijn vader heeft Joseph Fielding Smith gezegd: ‘Er was geen spoortje twijfel of onzekerheid in zijn getuigenis. Dat was vooral zo als hij sprak over de goddelijke natuur van onze Heiland of de zending van de profeet Joseph Smith.’2

Die voorbeelden en leringen zorgden ervoor dat Joseph Fielding Smith in zijn kinderjaren al een getuigenis van het herstelde evangelie had. ‘Ik kan mij geen tijd herinneren dat ik niet geloofde in de zending van onze Heer en Heiland Jezus Christus of de zending van de profeet Joseph Smith’,3 zou hij later zeggen. Als hij in het evangelie onderwees, sprak hij soms over zijn familie in zijn getuigenis: ‘Heb ik de profeet Joseph Smith lief? Jazeker, en mijn vader had hem ook lief. Ik heb hem lief omdat hij Gods dienstknecht was en om de herstelling van het evangelie en om de gunsten en zegeningen die mij en mijn familie, en u en uw familie, ten deel zijn gevallen, vanwege de goddelijke gaven die aan deze man en andere betrokkenen zijn verleend.’4

Hoewel president Smith dankbaar was voor de leringen en het erfgoed van zijn familie had hij een zelfstandig getuigenis. Hij zei daarover: ‘Ik ben altijd heel dankbaar geweest voor het getuigenis dat ik van de Geest van de Heer gekregen heb dat Joseph Smith, de profeet van God, geroepen was om aan het hoofd van de bedeling van de volheid der tijden te staan.’5 Bij een andere gelegenheid zei hij: ‘Ik weet door de gave van God dat Joseph Smith in het jaar 1820 de Vader en de Zoon heeft gezien. De Vader introduceerde toen zijn Zoon, waarna de Zoon tot Joseph sprak en hem vroeg wat hij wilde weten. De Zoon gaf hem raad en vertelde hem wat hij moest doen. Ook gaf Hij hem de belofte dat meer licht zou volgen en dat de volheid van het evangelie, die toen niet op aarde was, zou worden hersteld.’ Daarna verzekerde hij zijn toehoorders dat alle mensen hetzelfde getuigenis konden ontvangen: ‘Ieder mens op aarde die het wil weten, zal het te weten komen, want ieder mens die zichzelf vernedert en zich in alle nederigheid, in groot geloof, en met een verslagen geest, tot de Heer wendt, zal die kennis, zo zeker als hij leeft, krijgen.’6

Leringen van Joseph Fielding Smith

1

Twee belangrijke thema’s onderscheiden zich: dat Jezus Christus de Zoon van God is en dat Joseph Smith een profeet was.

De namen van Jezus Christus en Joseph Smith zijn met elkaar verbonden. Christus is de Heer. Hij heeft het zoenoffer gebracht. Hij is de opstanding en het leven. Dankzij Hem worden alle mensen opgewekt in onsterfelijkheid, terwijl wie geloven en zijn wetten gehoorzamen bovendien het eeuwige leven beërven.

Joseph Smith was een profeet, in deze laatste dagen geroepen om als openbaarder de heilswaarheden van het evangelie te ontvangen en om als rechtmatig bestuurder, met macht uit de hemel bekleed, de verordeningen van het evangelie te verrichten.

Aangezien de waarheden bij monde van hem geopenbaard vóór de wederkomst in iedere natie verkondigd zullen worden, is het niet verwonderlijk dat Moroni tegen Joseph Smith zei dat diens ‘naam onder alle natiën, geslachten en talen zowel ten goede als ten kwade bekend zou zijn, ofwel dat er onder alle volken zowel goed als kwaad over zou worden gesproken.’ [Geschiedenis van Joseph Smith 1:33.]

Het hoeft ons evenmin te verwonderen dat de Heer later tegen de profeet zegt: ‘De einden der aarde zullen navraag doen naar uw naam en dwazen zullen de spot met u drijven en de hel zal tegen u woeden;

‘terwijl de reinen van hart en de wijzen en de edelen en de deugdzamen voortdurend zullen streven naar raad en gezag en zegeningen onder uw hand.’ (LV 122:1–2.)

De einden der aarde beginnen nu naar de naam van Joseph Smith te informeren. Veel mensen in verschillende landen verheugen zich in het evangelie dat door middel van hem is hersteld.

Vanaf het begin van deze bedeling is het getuigenis van Jezus, dat aan Joseph Smith is geopenbaard, gepredikt in de Verenigde Staten, Canada, Groot-Brittannië, bijna heel Europa, en de eilanden in de Grote Oceaan.

In de laatste jaren heeft het werk een enorme, haast ongelooflijke, vlucht genomen in Mexico, in de landen in Midden-Amerika en in Zuid-Amerika.

En nu [in 1971] wordt Azië voor de boodschap van het evangelie ontsloten, op een manier die al het voorgaande overtreft. De kerk vestigt zich in Japan en Korea, in Taiwan en Hongkong. En we zijn net begonnen in Thailand, Singapore en Indonesië.

En de dag zal komen, in de tijd van de Heer, dat nu nog gesloten landen hun grenzen voor onze waarheidsboodschap zullen openstellen. De ouderlingen van Israël zullen die naties bezoeken om de oprechten van hart te vertellen over Christus en het evangelie van zijn koninkrijk dat in deze tijd door toedoen van de profeet Joseph Smith op aarde is gekomen.7

Joseph Smith is in deze tijd en dit geslacht de openbaarder van de kennis van Christus aan de wereld.8

Er zijn wat mij betreft twee belangrijke thema’s: Jezus Christus is de Zoon van God, die voor de zonden van de wereld werd gekruisigd, en Joseph Smith was een profeet, die werd geroepen en geordend om de bedeling van de volheid der tijden in te luiden. Dat is mijn boodschap aan de wereld.9

2

De Heer riep Joseph Smith om aan het hoofd van deze glorierijke bedeling te staan.

Joseph Smith […] kwam en legde onder leiding van heilige boodschappers het fundament van het koninkrijk Gods en van dit wonderbare werk en wonder om de wereld voor te bereiden op de komst van de Heer.10

Afbeelding
The Prophet Joseph Smith, Jr. in the Sacred Grove (in Manchester, New York) when he received the First Vision. Joseph is depicted kneeling before God the Father and Jesus Christ. Both God the Father and Christ are portrayed wearing white robes. The Father is presenting Christ to Joseph. There are trees in the background. (Joseph Smith - History 1:15-20)

‘Joseph Smith was een profeet, geroepen en geordend om de bedeling van de volheid der tijden in te luiden.’

Ik weet dat hij [Joseph Smith] werd geroepen en benoemd door onze Vader in de hemel. Hij ontving openbaring en leiding van de Zoon van God, die alle mensen tot zegen zouden strekken als ze die zouden accepteren.11

Zonder enige twijfel weet ik dat de Heer de profeet Joseph Smith heeft voorbereid en hem openbaringen en geboden heeft gegeven, de hemelen voor hem heeft geopend en hem heeft geroepen om aan het hoofd van deze glorierijke bedeling te staan. Ik ben er volkomen zeker van dat hij in zijn jeugd, toen hij in het bos in gebed ging, God de Vader en zijn Zoon Jezus Christus heeft gezien en in hun tegenwoordigheid is geweest — daar twijfel ik niet aan, dat weet ik zeker. Ik weet dat hij later door Moroni is bezocht, van Johannes de Doper ontving hij het Aäronisch priesterschap, het Melchizedeks priesterschap van Petrus, Jakobus en Johannes, en op 6 april 1830 stichtte hij in opdracht van God De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.12

Toen er een gemachtigde nodig was om leiding te geven aan een ‘groot en wonderbaar werk [dat] op het punt [stond] onder de mensenkinderen tevoorschijn te komen’ [zie LV 4:1] koos de Heer niet voor iemand die bedreven was in de kennis en tradities van de wereld. Zijn wegen zijn niet de wegen van mensen noch lijken zijn gedachten op de gedachten van mensen [zie Jesaja 55:8]. Iemand die was gevormd door de geleerdheid van de wereld zou zich te veel hebben laten belemmeren door de tradities en filosofieën van mensen. In zijn grote wijsheid koos de Heer een onervaren kind — een jongen van veertien jaar. Aan deze jongen openbaarde de Heer de volheid van zijn evangelie, die de wereld niet wilde ontvangen wegens haar ongeloof. Na jaren van hemelse leiding — want hij werd door boodschappers uit de tegenwoordigheid van de Heer geïnstrueerd — was deze jonge man, Joseph Smith, voorbereid om leiding te geven aan het werk van de herstelling van het evangelie en de opbouw van het koninkrijk van God.13

3

De Heer heeft gezegd dat dit geslacht zijn woord door de profeet Joseph Smith zal ontvangen.

Het evangelie kan alleen op aarde zijn door openbaring aan Gods profeten. Zo is het altijd geweest. En profeten moeten van Godswege worden geroepen om als rechtmatige bestuurder leiding te geven aan de uitvoering van de heilsverordeningen voor hun medemens.

Joseph Smith is de profeet die de Heer in deze tijd heeft geroepen om de heilswaarheden te herstellen en de sleutels en machten te ontvangen die nodig zijn om die heilswaarheden te bedienen.

Tot hem zei de Heer: ‘[…] dit geslacht zal mijn woord door u ontvangen.’ (LV 5:10.) Waarna Hij, verwijzend naar het evangelie dat door Joseph Smith was hersteld, vervolgde: ‘Dit evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden als een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen, ofwel de vernietiging der goddelozen.’ [Matteüs naar Joseph Smith 1:31.]14

Ik zeg u dit:

Joseph Smith is degene van wie alle mensen in deze tijd afhankelijk zijn voor de waarheid over Christus en zijn evangelie.

Te zijner tijd zal de naam van deze profeet bekend zijn in elke hoek van de aarde en onder alle volken.

De oprechten van hart zullen hem als profeet aannemen en de Heer aanbidden die hij heeft geopenbaard.

De kerk die hij op goddelijk gebod heeft gesticht, zal voorspoedig zijn, omdat zij de openbaringen volgt die hij heeft ontvangen.

En eenieder die de leringen van Joseph Smith gelooft en de koers volgt die hij heeft uitgestippeld, zal begrijpen dat Jezus Christus de Zoon van God is, die voor de zonden van de wereld is gekruisigd.

Op dezelfde manier waarop ik weet dat Jezus de Christus is — en dat is door openbaring van de Heilige Geest — weet ik dat Joseph Smith een profeet van God was en is, en tot in alle eeuwigheid zal zijn. […]

In een geest van getuigenis en dankzegging [lees] ik deze geïnspireerde woorden uit de Leer en Verbonden voor: ‘Joseph Smith, de profeet en ziener des Heren, heeft, Jezus alleen uitgezonderd, meer gedaan voor het heil van de mensen in deze wereld dan enig ander mens die hier ooit heeft geleefd.’ (LV 135:3.)15

4

Joseph Smith en zijn broer Hyrum waren in het leven en in de dood verenigd.

Ik ben dankbaar voor de herstelling van eeuwige waarheden in deze laatste evangeliebedeling; voor de zending en bediening van de profeet Joseph Smith en van mijn grootvader, de patriarch Hyrum Smith; en voor het feit dat de sleutels van het koninkrijk weer aan de mens zijn verleend.16

Afbeelding
Hyrum with his arm around Joseph with men pulling a boat ashore behind them.

Joseph en Hyrum Smith: ‘In het leven waren zij niet verdeeld, en in de dood werden zij niet gescheiden!’ (LV 135:3.)

‘En voorts, voorwaar, Ik zeg u: Gezegend is mijn dienstknecht Hyrum Smith; want Ik, de Heer, heb hem lief wegens de onkreukbaarheid van zijn hart en omdat hij datgene liefheeft wat goed is voor mijn aangezicht, zegt de Heer.’ [LV 124:15.]

Wie zou niet blij zijn met zo’n blijk van vertrouwen en lof van de Heer? Hyrum Smith was een van de eersten die zich in deze bedeling lieten dopen. Heel zijn leven stond hij zijn broer Joseph terzijde en sterkte hem door bemoediging, geloof en toegewijde liefde. Hyrum was ongelooflijk zachtmoedig. Hij was uitermate nederig en hield meer van zijn broer dan van zijn eigen leven. Dat blijkt uit zijn dood, waarmee hij een martelaarskroon verwierf. Hij kende geen angst bij de verdediging van de waarheid. Hij had werkelijk lief ‘wat goed is’.

Hyrum Smith was geboren op 9 februari 1800 en was bijna zes jaar ouder dan de profeet. In alle eer die hem toekwam liet Joseph Smith Hyrum delen, die zich met zijn broer in alle zegeningen verheugde die de Heer hem [Joseph] verleende. Van diezelfde mate van broederlijke liefde gaf de profeet Joseph blijk voor zijn broer Hyrum. Ze maakten dezelfde smarten en vreugden door. Beiden kregen dezelfde vervolgingen te verduren. Ze zaten in dezelfde kerkers omwille van het evangelie. En toen de tijd aanbrak om hun getuigenis te bezegelen, droegen zij beiden de martelaarskroon. ‘In het leven waren zij niet verdeeld, en in de dood werden zij niet gescheiden!’ [LV 135:3.] […]

Luister naar een eerbetoon van de profeet: ‘Broeder Hyrum, wat heb je toch een gelovig hart! O, moge de eeuwige Jehova je kronen met eeuwige zegeningen als beloning voor de zorg die je mijn ziel hebt gegeven! Hoe groot zijn de smarten die we samen hebben gekend; en weer voelen we ons geknecht door de meedogenloze hand van verdrukking. Hyrum, je naam zal in het wetboek des Heren worden geschreven, waarop zij die na je komen hun oog gericht zullen houden, opdat zij je werken tot voorbeeld zullen nemen.’

Ook zei de profeet: ‘Ik zou willen bidden dat alle broeders net als mijn geliefde broer Hyrum waren, want hij bezit de goedaardigheid van een lam, de integriteit van Job en, kortom, de zachtmoedigheid en nederigheid van Christus. Ik houd van hem met een liefde die sterker is dan de dood, want ik heb hem nooit hoeven berispen, en hij mij evenmin.’17

5

Joseph en Hyrum Smith bezegelden hun getuigenis met hun bloed.

Mijn grootvader, de patriarch Hyrum Smith, was geroepen om de sleutels van deze bedeling gezamenlijk met de profeet Joseph, zijn jongere broer, te dragen. De Heer heeft gezegd dat op de verklaring van twee getuigen elke zaak zal vaststaan’ [zie 2 Korintiërs 13:1]. […]

Het werk zou met alleen Joseph Smith niet hebben vastgestaan en zou voor niets zijn geweest. Zelfs het werk van de Heiland vergde de bevestiging van een andere getuige, en wie kon er beter van Christus getuigen dan zijn Vader? [Zie Johannes 8:12–18.] En daarom riep de Heer nog iemand om met Joseph Smith als getuige te staan en de heilssleutels in deze bedeling te dragen. […]

[…] Niet alleen werd [Hyrum] als de patriarch van de kerk geroepen, want dat was zijn geboorterecht, maar tegelijkertijd zei de Heer tegen hem:

‘En vanaf dit moment geef Ik het hem dat hij profeet en ziener en openbaarder voor mijn kerk zal zijn, evenals mijn dienstknecht Joseph;

‘opdat hij ook nauw zal samenwerken met mijn dienstknecht Joseph; en raad zal aannemen van mijn dienstknecht Joseph, die hem de sleutels zal tonen waarmee hij kan vragen en ontvangen, en gekroond worden met dezelfde zegen en heerlijkheid en eer, en hetzelfde priesterschap en dezelfde gaven van het priesterschap die eens gegeven waren aan hem die mijn dienstknecht Oliver Cowdery was;

‘opdat mijn dienstknecht Hyrum kan getuigen van de dingen die Ik hem zal tonen, zodat zijn naam in eervolle gedachtenis zal worden bewaard van geslacht op geslacht, tot in alle eeuwigheid.’ (LV 124:94–96.)

Overeenkomstig deze roeping en dit gebod verleende de profeet Joseph Smith aan Hyrum Smith alle sleutels, gezag en gaven van het priesterschap die hij, de profeet, bezat en die Oliver Cowdery eerder had gehad. De Heer openbaarde aan Hyrum Smith ook alles wat noodzakelijk was om van hem in alle opzichten een getuige met zijn broer Joseph te maken — een profeet, ziener, openbaarder en president van de kerk — en om in alle tijd en eeuwigheid met zijn broer Joseph, als getuige van Jezus Christus, aan het hoofd van deze bedeling te staan.18

Met zijn broer, mijn grootvader, de patriarch Hyrum Smith, bezegelde hij [Joseph Smith] in de gevangenis te Carthage zijn getuigenis met zijn bloed. En ik wil, wat mij betreft, een instrument in de handen van de Heer zijn om de einden der aarde te laten weten dat het eeuwig heil weer binnen bereik is, omdat de Heer in deze tijd een machtige ziener heeft verwekt om zijn koninkrijk opnieuw op aarde te vestigen.19

Afbeelding
Room in Carthage jail seen on slant; men with guns come through door; Joseph is heading for window which reveals crowd below; painting is bathed in reddish hues.

Joseph en Hyrum Smith bezegelden samen hun getuigenis met hun bloed.

We verheffen onze stem in dank voor het leven en de bediening van de profeet Joseph Smith en de patriarch Hyrum Smith — en van de profeten en apostelen en rechtschapen mannen en vrouwen die op het fundament van hun werk hebben verder gebouwd.20

Suggesties voor studie en onderwijs

Vragen

  • President Smith sprak over familieleden die zijn prille getuigenis van Joseph Smiths zending hadden gesterkt (zie ‘Uit het leven van Joseph Fielding Smith’). Wat kunnen wij doen om onze kinderen een getuigenis van de zending van de profeet Joseph Smith te helpen krijgen?

  • Hoe zijn de namen van Jezus Christus en Joseph Smith met elkaar verbonden? (Zie paragraaf 1.) Hoe heeft de bediening van de profeet Joseph Smith uw getuigenis van de Heiland en zijn evangelie beïnvloed?

  • Overweeg de uitspraak van president Smith dat de Heer liever Joseph Smith riep dan ‘iemand die bedreven was in de kennis en tradities van de wereld’ (paragraaf 2). Hoe kan dat ons helpen als we ons niet geheel opgewassen voelen tegen onze taken?

  • In paragraaf 3 citeert president Smith Leer en Verbonden 5:10 en 135:3. Hoe zou u die verzen uitleggen aan iemand die onbekend is met de zending van Joseph Smith?

  • Wat kunt u leren van de band tussen Joseph Smith en zijn broer Hyrum? (Zie paragraaf 4.)

  • Welke gevoelens hebt u als u erover nadenkt dat Joseph en Hyrum Smith hun getuigenis met hun bloed hebben bezegeld? (Zie paragraaf 5.) Hoe kunnen wij hun offer eren?

Relevante Schriftteksten

Bijbelvertaling van Joseph Smith, Genesis 50:30–31; 2 Nephi 3:5–15; LV 11:11–26; 76:22–24; 135

Onderwijstip

Een manier om ijverig leren aan te moedigen is aandachtig te luisteren als iemand een vraag stelt of een opmerking maakt. ‘Luisteren is een uitdrukking van liefde. Er is vaak opoffering voor nodig. Als we oprecht naar anderen luisteren, houden wij onze mond, zodat zij zich kunnen uiten’ ( Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], p. 66).

Noten

  1. In: Conference Report, april 1962, p. 44.

  2. In: Bryant S. Hinckley, ‘Joseph Fielding Smith’, Improvement Era, juni 1932, p. 459.

  3. In: Conference Report, april 1962, p. 44.

  4. In: Conference Report, april 1960, p. 73.

  5. In: Conference Report, april 1962, p. 45.

  6. In: Conference Report, oktober 1949, pp. 88–89.

  7. In: Conference Report, oktober 1970, p. 6.

  8. ‘The First Prophet of the Last Dispensation’, Ensign, augustus 1971, p. 7.

  9. In: Conference Report, april 1920, pp. 108–109.

  10. In: Conference Report, april 1920, p. 107.

  11. In: Conference Report, oktober 1949, p. 88.

  12. ‘To Know for Ourselves’, Improvement Era, maart 1970, p. 3.

  13. Essentials in Church History, (1950), pp. 20–21.

  14. In: Conference Report, oktober 1970, p. 6.

  15. ‘The First Prophet of the Last Dispensation’, p. 7.

  16. ‘A Prophet’s Blessing’, Ensign, juli 1972, p. 130.

  17. ‘Hyrum Smith: A Tribute by Joseph Fielding Smith’, Improvement Era, februari 1933, p. 201; cursivering niet overgenomen uit het origineel; zie ook Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), pp. 495–496.

  18. In: Conference Report, april 1930, p. 91; zie ook Doctrines of Salvation, Bruce R. McConkie (red.), drie delen. (1954–1956), 1:216–219.

  19. ‘The First Prophet of the Last Dispensation’, p. 7.

  20. ‘Ogden Temple Dedicatory Prayer’, Ensign, maart 1972, p. 9.