2008
Doe je plicht
Februari 2008


Luister naar de stem van een profeet

Doe je plicht

Afbeelding
President Thomas S. Monson

51 jaar geleden hoorde ik William J. Critchlow jr., die toen president van de ring South Ogden was, een verhaal vertellen over trouw, eer en plicht.

‘De [jonge] Rupert stond aan de kant van de weg te kijken naar een ongebruikelijk groot aantal mensen die gehaast langskwamen. Eindelijk herkende hij een vriend in de stoet. “Waar gaan jullie allemaal zo gehaast heen?” vroeg hij.

‘De vriend bleef even staan. (…) “De koning is zijn koninklijke smaragd kwijt! (…) Iedereen zoekt ernaar, want de koning heeft een beloning voor de eerlijke vinder uitgeloofd. Kom, we moeten ons haasten.”

‘“Maar ik kan niet weg zonder het eerst aan mijn grootmoeder te vragen”, sputterde Rupert tegen.

‘“Daar kan ik niet op wachten. Ik wil de smaragd vinden”, antwoordde zijn vriend.

‘Rupert haastte zich terug naar het hutje aan de rand van het bos om zijn grootmoeder om toestemming te vragen. (…)

‘Maar zijn grootmoeder schudde haar hoofd. “Wat zouden de schapen moeten?” vroeg ze. “Ze zijn nu al rusteloos in de schaapskooi. Ze wachten om naar de wei gebracht te worden, en vergeet alsjeblieft niet om ze naar het water te brengen als de zon hoog aan de hemel staat.”

‘Treurig bracht Rupert de schapen naar de wei. En op het middaguur bracht hij ze naar de beek in het bos. Daar ging hij bij het water op een grote steen zitten. Kon ik maar naar de smaragd van de koning gaan zoeken!, dacht hij. Hij wendde zijn hoofd en begon naar de zandbodem van de beek af te zoeken. Plotseling tuurde hij het water in. Wat lag daar? Dat kon toch niet waar zijn! Hij liet zich in het water zakken. (…) “De smaragd van de koning!” riep hij uit.

‘Met glinsterende ogen rende Rupert naar grootmoeders hut om haar over zijn grote vondst te vertellen. “Goed zo, jongen”, zei ze. “Maar je had hem nooit gevonden als je je plicht om de schapen te hoeden niet had gedaan.” En Rupert wist dat ze de waarheid sprak.’1

De les die we uit dit verhaal kunnen leren, staat in dit bekende vers: ‘Doe je plicht, dat is het best; en laat aan de Heer de rest!’2

Laten wij onze plicht leren. Laten wij altijd zo leven dat we die plichten kunnen vervullen en zo in het voetspoor van de Meester kunnen treden. Toen Jezus de oproep kreeg om zijn plicht te doen, antwoordde Hij: ‘Vader, uw wil geschiede en de heerlijkheid zij de uwe voor eeuwig’ (Mozes 4:2). Mogen wij evenzo doen.

Uit een toespraak van de oktoberconferentie in 2006.

Noten

  1. Conference Report, oktober 1955, p. 86.

  2. Henry Wadsworth Longfellow, ‘The Legend Beautiful’. In: The Complete Poetical Works of Longfellow (1893), p. 258.