2008
Leiders die levens veranderden
Februari 2008


Leiders die levens veranderden

Leiding geven aan één jongen

Toen ik twaalf jaar was geworden, was ik de enige actieve jongeman in mijn wijk in Kaapstad (Zuid-Afrika). Toch voelde mijn bisschop zich geïnspireerd om een jongemannenpresidium te roepen.

Mijn jongemannenpresident had kunnen denken: ‘Wat moet ik nou doen met maar één jongeman? We kunnen geen activiteiten organiseren voor maar één persoon.’ Maar dat deed hij niet. Hij deed zijn best en maakte zijn roeping groot. Het presidium zette trektochten op touw, kampeertochten, scoutingactiviteiten, wekelijkse activiteitenavonden, zondagslessen, zandboarden en andere strandactiviteiten. Na een tijdje kwamen er ook andere jongemannen — eerst twee, toen drie en toen vier.

Ik ben erg dankbaar dat deze jongemannenleiders getrouw hun roeping vervulden en dat ze moeite deden voor maar één jongeman: mij. Ik ben een beter mens geworden omdat zij het niet opgaven, en dat geldt ook voor de andere jongens die deelnamen aan het jongemannenprogramma in onze wijk.

Greg Burgoyne, Zuid-Afrika

Langzaam maar zeker leerde ik leiding geven

Enkele weken na mijn doop en bevestiging werd ik geroepen als jeugdwerksecretaresse in de Mexicaanse wijk Valle Dorado. Dat verraste mij, want ik was nieuw in het evangelie. Maar ik hield van de Heiland en ik wilde me graag dienstbaar maken.

Ik zei tegen mijn bisschop dat veel andere mensen het beter zouden kunnen. Maar door het te doen, kwam ik tot de conclusie dat de roeping geïnspireerd was. Door mijn omgang met de jeugdwerkkinderen leerde ik de beginselen van het evangelie, prachtige lofzangen en de geloofsartikelen. Ik hield ook van die kleintjes. En door hen maakte ik kennis met hun ouders.

Maar het meeste leerde ik van mijn samenwerking met de jeugdwerkpresidente en haar raadgeefsters. Ze hielpen mij geduldig, vergaven mij mijn vergissingen, en langzaam maar zeker leerde ik mijn roeping te vervullen. We werkten drie jaar lang samen en werden goede vrienden.

Na onze ontheffing, werden we geroepen in de ZHV. We hadden elkaar zo lief dat we de volgende twee jaar eensgezind bleven samenwerken. Die zusters leerden mij delegeren zodat anderen ook konden leren leiding geven. We deelden onze voedselvoorraden met elkaar, vastten samen en gingen gezamenlijk naar de tempel. Zij hielpen mij om een getrouw, toegewijd en liefhebbend leidster te worden. Ik voel de plicht om te vertellen wat ik heb geleerd, zodat andere zusters ook kunnen meemaken hoe het is om te leren van zulke zusters.

Laura Viga D’Alva, Mexico

Ik ben er gewoon niet klaar voor

Drie weken na mijn doop en bevestiging vroeg bisschop Ayala me hoeveel vooruitgang ik maakte. Ik antwoordde: ‘Heel veel. Ik heb het Boek van Mormon al twee keer gelezen. En ik lees Evangeliebeginselen zodat ik nog meer kan leren en kan toepassen wat ik lees.’

Toen zei hij: ‘Je hemelse Vader denkt aan je en roept je als zondagsschoollerares voor de jongeren van veertien tot en met zeventien jaar.’

Meteen besefte ik dat enkele jongeren in de klas, die slechts enkele jaren jonger waren dan ik, in de kerk waren opgegroeid en het evangelie beter kenden dan ik.

Ik zei: ‘Ik ben niet klaar voor deze taak.’

De bisschop antwoordde heel nadrukkelijk: ‘Roberto, je hemelse Vader roept je. Hij weet wat je kunt en hoe getrouw je bent.’

‘Ik ben er gewoon niet klaar voor. Ik heb tijd nodig’, hield ik vol.

De bisschop keek me recht in de ogen en zei rustig, maar met klem: ‘Als je meent dat je deze roeping niet kunt aanvaarden, moet je dat niet aan mij zeggen. Kniel neer en zeg het tegen je hemelse Vader. Hij zal je antwoord geven. En ik zal de beslissing aanvaarden die je daarna neemt.’

Er volgde een lange stilte. Toen keek hij naar me zoals een vader naar zijn zoon, en zei: ‘Roberto, dit is geen kerk van lafaards; dit is een kerk van moedige mensen.’

Ik had meteen spijt. Met tranen in mijn ogen en met bevende stem zei ik: ‘Bisschop, wanneer begin ik?’

Hij sloeg zijn arm om me heen, klopte me op de rug en zei: ‘Ik zal helpen met je voorbereiding op je eerste les deze week.’

Ik was verheugd dat mijn hemelse Vader mij zo’n bijzondere leider had gegeven — een bisschop die niet alleen in woord, maar ook in daad onderwees.

Ik dacht hier tijdens mijn zending vaak aan, en ook in andere roepingen. Als ik er nu nog aan terugdenk, ben ik mijn hemelse Vader dankbaar dat ik lid ben van de kerk van de Heer.

Roberto Carlos Pacheco Pretel, Peru

Toegewijde diakenen

Een van mijn schoonzussen in Guatemala had een zware tijd achter de rug en de stress schaadde haar gezondheid. Mijn vrouw en ik baden voor haar, maar we wisten niet wat we verder nog konden doen. En toen bracht ik tijdens een zakenreis naar Guatemala, mijn vaderland, een bezoek aan mijn schoonfamilie en kreeg deze prachtige les in leiderschap.

Ik zat op het terras met mijn schoonvader te praten toen een van de twaalfjarige jongens uit de wijk langs kwam en dag zei. Toen hij uit het zicht was verdwenen, zei mijn schoonvader: ‘Die kleine jongen en twee andere jongens van zijn leeftijd hebben me laatst erg verbaasd. Ze kwamen met zijn drieën langs, allemaal in een wit overhemd en een stropdas. Toen ik ze had binnengelaten, gingen ze tot mijn verbazing naar de woonkamer om met mijn dochter te spreken. Ze vertelden dat ze langskwamen omdat ze wisten dat ze problemen met haar gezondheid had. Ze zeiden dat ze geen zalving konden geven omdat ze maar diakenen waren, maar dat ze wél voor haar konden bidden en dat Jezus Christus haar dan zou zegenen.

‘Die drie jongemannen knielden en spraken een prachtig gebed uit waarin ze onze hemelse Vader vroegen om mijn dochter te zegenen. Toen stonden ze op, betuigden haar hun liefde, en vertrokken.

‘Weet je,’ vervolgde mijn schoonvader, ‘Ik was erg onder de indruk van het goede voorbeeld van die jongemannen.’

De volgende dag zag ik die drie jongemannen in de avondmaalsdienst — netjes gekleed en klaar om het avondmaal rond te dienen. Ik had grote bewondering en respect voor ze. Na de dienst ging ik naar ze toe om hen de hand te schudden — kleine handen die echter zeer goed in staat om vermoeide en belaste geesten te verheffen. Moge God die jongemannen zegenen omdat ze zo’n goed voorbeeld van dienstbaarheid, liefde en geloof zijn.

Óscar Abad Gutierrez, Utah

Hij wilde met mijn moeder praten

Sinds ik lid ben geworden van de kerk, heb ik een groot verlangen om de geboden te onderhouden. Maar tiende betalen was in het begin een probleem omdat mijn moeder, die geen lid van de kerk was, het niet toestond.

Als ik mijn salaris kreeg, legde ik het tiendegeld weg in een van mijn lades. Maar toen de dag om het geld aan de Heer terug te geven aanbrak, was het weg. Ik vroeg mijn moeder of ze het geld had gezien en ze antwoordde dat ze het had uitgegeven omdat de Heer het toch niet nodig had. Ik maakte er maar geen ruzie over, want ik dacht dat er misschien een andere manier was om het probleem op te lossen.

Ik was wel een tijd verdrietig omdat ik geen tiende kon betalen. Toen ik voor de tiendeafrekening naar de bisschop ging, vroeg hij of ik mijn volledige tiende betaald had. Met tranen in mijn ogen zei ik van niet, omdat mijn moeder mijn tiendegeld had gepakt. De bisschop troostte me en zei dat de Heer de verlangens van mijn hart wel kende. Toen vroeg hij of ik die woensdag mijn moeder wilde meenemen voor een gesprek. Ik zei dat ik dat zou doen.

Die week vroeg ik me af: ‘Hoe kan ik mijn moeder nou meenemen voor een gesprek met de bisschop terwijl ze niet eens lid van de kerk is? Ze zal de uitnodiging toch niet aannemen!’

Toen de woensdag aan was gebroken, had ik nog steeds niets tegen haar gezegd, dus vroeg ik gewoon of ze met me mee naar de kerk wilde komen, omdat ik niet alleen wilde gaan. Gelukkig zei ze ja.

Bisschop Feitosa heette haar hartelijk welkom en ontving haar in zijn kantoor. Ik maakte me erg zorgen toen mijn moeder daar binnen was. Eindelijk kwam ze naar buiten — met een glimlach op haar gezicht.

Onderweg naar huis keek mijn moeder me aan en zei: ‘Van nu af aan betaal je elke maand je tiende.’ Wat een vreugde! De Heer had een manier gevonden om mijn moeder in te laten zien hoe graag ik me aan dat heilige gebod wilde houden.

Sindsdien is mijn moeder zelf lid van de kerk geworden. Ze betaalt haar tiende en let erop dat ik ook mijn tiende betaal. We hebben grote zegeningen ontvangen door ons aan dat gebod te houden. En dat komt door een geïnspireerd leider die met mijn moeder sprak over opoffering, toewijding en trouw aan de Heer.

Evanilda Gomes do Nascimento, Brazilië

Ga met Hem praten

In 1998, toen ik jongemannenpresident van mijn wijk was, ging ik naar een jongerenkamp van de ring. Toen ik na een spelletje zat uit te rusten, zag ik een jongeman die ik niet kende. Hij zat in zijn eentje op een heuveltje iets buiten het kamp. Hij zag er terneergeslagen uit. Ik had het gevoel dat ik met hem moest gaan praten.

Ik stelde mezelf voor en vroeg hoe hij heette. Ik weet niet meer waar we het allemaal over hadden, maar ik herinner me wel dat ik wat tranen vergoot. Het was een bijzonder gesprek, dat voortduurde tot ze ons riepen voor de volgende activiteit. Ik zag de jongeman daarna nauwelijks en kreeg geen kans meer om hem nog eens te spreken.

In augustus 2005 hadden we een vergadering in ons ringcentrum. De bewuste jongeman zocht mij op en gaf me een brief. Ik las:

Ik dacht vandaag aan het gesprek dat we in 1998 in San Martin Park hadden. Om u eraan te herinneren: ik zat in mijn eentje verdrietig te zijn. U kwam naar me toe en zei dat u het gevoel dat u met me moest praten. U zei (…) dat de tijd was gekomen om te kiezen — bij de kerk blijven en Jezus Christus volgen, of de kerk verlaten zonder de zegeningen te krijgen die actief blijven in de kerk oplevert. Het enige wat me echt is bijgebleven, is dat u zei dat als ik afviel, mijn hele familie zou afvallen, maar als ik door zou gaan, zouden zij ook komen.

(…) Toen kreeg ik heel sterk het verlangen om ze te helpen. (…) En dus besloot ik op de dag van ons gesprek dat ik de Heer trouw zou blijven. Zelfs nu, na zeven jaar, ben ik nog steeds trouw. En mijn familie is sterk in het evangelie en trouw aan de Heer. (…) Dankuwel dat u zo openhartig en eerlijk tegen mij was. U zult nooit weten hoeveel goed mij dat heeft gedaan.

Die jonge man is inmiddels op zending geweest en heeft een tempelhuwelijk gesloten. Ik ben de Heer dankbaar dat ik me dienstbaar mocht maken als leider. Ik ben dankbaar dat ik tot het besef ben gekomen dat het belangrijk is om me in andere mensen te verplaatsen zodat ik beter kan begrijpen wat ze doormaken.

Alejandro Humberto Villarreal, Argentinië