2008
De kracht die ik elke keer bij het lezen voel
Februari 2008


Participatieperiode

De kracht die ik elke keer bij het lezen voel

‘Want mijn ziel verlustigt zich in de Schriften, en mijn hart overweegt ze en schrijft ze op tot lering en nut van mijn kinderen’ (2 Nephi 4:15).

Nephi, een profeet uit het Boek van Mormon, hield van de Schriften. Hij las ze, dacht erover na en leerde andere mensen wat erin stond. Nephi wist dat de Schriften hem gelukkig zouden maken.

Alma, ook een profeet uit het Boek van Mormon, hoorde dat de Zoramieten zich niet aan de geboden hielden. Dat maakte hem verdrietig. Hij wilde ze helpen. Hij ging op zending en leerde ze het evangelie. Door de macht van God bekeerden veel Zoramieten zich en ze begonnen de geboden na te leven.

Net als Nephi en Alma kun jij ook elke dag de kracht van Gods woord voelen als je in de Schriften leest.

In de Schriften vind ik heel veel kracht.

In de Schriften klinkt Gods stem o zo zacht.

In de Schriften lees ik elke dag,

zodat ik steeds het goede kiezen mag.

(‘Kracht uit de Schriften’, Kinderprogramma in de avondmaalsdienst en overzicht participatieperiode 2006, pp. 10–11.)

Je bent gezegend met de Schriften. Als je ze leest, leer je de geboden en leer je hoe je ze na moet leven. Je wordt eraan herinnerd dat je een kind van God bent en dat Hij je liefheeft.

Activiteit

Haal pagina K4 uit de Liahona en plak hem op stevig papier. Knip rondom de boekenlegger langs de doorgetrokken zwarte streep. Vouw langs de stippellijn en lijm de achterkanten van de boekenlegger aan elkaar. Gebruik de boekenlegger in je Schriften zodat je weet waar je gebleven bent. Geef in het schema aan op welke dagen je in de Schriften leest.

Ideeën voor de participatieperiode

  1. Laat een dagboek zien en vraag de kinderen wat het is. In een dagboek schrijf je gedachten, gevoelens en gebeurtenissen op die je wilt onthouden. Laat Evangelieplaten 122 (Jakob zegent zijn zoons) zien en vertel in het kort het verhaal van Jakob. Vermeld daarbij de namen van zijn twaalf zoons. Vraag de kinderen om te luisteren of ze twee van die namen horen wanneer u Ezechiël 37:16 voorleest. Leg uit dat Juda en Jozef en hun nakomelingen opdracht kregen om verslagen bij te houden van gebeurtenissen. Lees Ezechiël 37:15–17. Laat Evangelieplaten 326 zien (De Bijbel en het Boek van Mormon: twee getuigen) en leg uit dat de Bijbel het hout van Juda is en dat het Boek van Mormon het hout van Jozef is. Help de kinderen om Ezechiël 37:17 uit het hoofd te leren. Vraag ze op welke manieren ze de Schriften beter kunnen leren kennen (schriftteksten markeren, teksten uit het hoofd leren, zelf en samen met huisgenoten schriftstudie doen — enzovoorts). Getuig dat het een zegen is dat de Bijbel en het Boek van Mormon ‘samengroeien’ in hun getuigenis van Christus (zie ook 2 Nephi 3:12).

  2. Bereid een activiteit voor waarbij stukken uit Mijn evangelienormen en teksten uit de Leer en Verbonden bij elkaar gezocht moeten worden. (Voorbeelden: ‘Ik eer mijn ouders en doe wat ik kan om mijn huisgenoten te sterken’ en LV 88:123; ‘Ik zoek goede vrienden en ben aardig voor andere mensen’ en LV 4:6.) Schrijf de woorden Leer en Verbond op het bord en bespreek de betekenis van die twee woorden. Sla de Verklarende inleiding tot de Leer en Verbonden op en lees samen de eerste zin. Bespreek wat er uniek is aan de Leer en Verbonden (bijvoorbeeld dat het verdeeld is in afdelingen in plaats van hoofdstukken en dat het bestaat uit openbaringen die in deze bedeling zijn gegeven). Schrijf de schriftplaatsen voor de activiteit op het bord en laat Mijn evangelienormen zien. Wijs kinderen aan om schriftteksten op te zoeken en vast te stellen bij welke normen die horen. Vraag enkele kinderen om een schrifttekst en een norm naar keuze voor te lezen en een voorbeeld te geven van hoe ze die norm kunnen naleven.