2008
Nog altijd geroepen om te dienen
Februari 2008


Nog altijd geroepen om te dienen

Hoewel ik eervol was vrijgesteld van een voltijdzending, kon ik toch op een zinvolle manier dienen.

In mijn kinderjaren al en later in mijn tienertijd bereidde ik mij voor op een voltijdzending voor de kerk. De raad van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen indachtig, wilde ik een zendeling zijn, niet alleen op zending gaan.1 De afdeling zendingswerk deelde mij evenwel mede dat ik vanwege mijn gezondheidsproblemen beter kon afzien van een voltijdzending, omdat die te zwaar voor mij zou blijken. Hoewel ik gemakkelijk verbitterd had kunnen raken, wilde ik desondanks mijn Verlosser dienen en was ik bereid om zijn wil voor mij te accepteren.

Mijn kans

Wat mij overkwam noemt men in de kerk eervol vrijgesteld worden. Dat betekent dat de kerkelijke leiders, hoewel ik een zending waardig was en ik het verlangen had om te dienen, mij in overweging gaven op een andere manier te dienen. Net als veel anderen die geen voltijdzending kunnen vervullen, voelde ik mij ertoe gedreven om meer te doen dan gewoon ‘verder te gaan met mijn leven.’ Ik wilde de Heer dienen, dus dat deed ik — als vrijwilliger-zendeling. Met de hulp van mijn bisschop en ringpresident vond ik een manier om van huis uit de Heer te dienen.

Er was behoefte aan hulp op de afdeling audiovisuele middelen, en daar ik vlak bij het kantoorgebouw van de kerk in Salt Lake City woonde, kon ik mij daar nuttig maken. Mijn ringpresident riep mij, stelde mij aan en stelde bepaalde regels op waar ik mij dat jaar aan had te houden. Hoewel de regels in mijn ogen strikt waren, bleken ze mij tot zegen te zijn als ik mij eraan hield. Hoewel andere vrijwilliger-zendelingen met een andere ringpresident misschien andere regels krijgen, waren dit de regels die ik opvolgde:

  1. Sta elke dag om half zeven op; verdiep je twee uur per dag in de Schriften en Predik mijn evangelie; doe een half uur per dag aan lichamelijke oefening; ga om half elf naar bed.

  2. Houd je aan de kledingnormen van de kerk.

  3. Luister alleen naar klassieke of kerkmuziek.

  4. Beperk het computergebruik tot e-mailen; kijk weinig tv; speel geen videospelletjes.

  5. Neem alleen deel aan groepsactiviteiten — ga niet uit.

  6. Voer maandelijks een gesprek met je bisschop.

Soms als ik de hele dag in een kruipruimte bij 38 graden Celsius kabels aan het opwinden was, vroeg ik mij weleens af wat dat te maken had met het tot stand brengen van de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens (zie Mozes 1:39). Maakte ik wel deel uit van de groep die over de hele wereld het evangelie aan het prediken was? Ik wist dat er in Mosiah 2:17 staat dat wanneer we in de dienst van onze naasten zijn we in de dienst van God zijn, maar het heeft even geduurd voordat dat tot mij doordrong.

Ik leerde dat een vrijwilligerszending, net als een evangelisatiezending, niet om mij draaide. Het draait om doen wat de Heer wil dat er gedaan wordt. Tijdens mijn dienst hielp ik lampen opstellen en weghalen, het geluid regelen voor bijeenkomsten, en apparatuur vervoeren. Het was zwaar, vies werk, en ik zal nooit meer de algemene conferentie vanzelfsprekend vinden. Als ik nu naar welke uitzending ook kijk, voel ik het nog in mijn lichaam, omdat ik weet hoe zeer er achter de schermen wordt gezwoegd.

Werken en nog eens werken

Tijdens mijn vrijwilligerszending voor de kerk leerde ik hoe belangrijk het is om nauwgezet te zijn, om verantwoordelijkheid te dragen, het werk goed te doen en je best te doen. Hoewel mijn ouders mij dat altijd hebben voorgehouden, ben ik het pas gaan begrijpen toen ik zag hoe tijdverspilling het werk van anderen nadelig kan beïnvloeden. Vóór mijn zending ging het grotendeels over zoveel mogelijk pret hebben. Maar als je eenmaal op zending bent, dringt het al gauw tot je door dat het geen pretje is om een collega te hebben die niet weet wat werken is. Onderdeel van de voorbereiding op een zending is leren werken.

Wat ik nog meer heb geleerd

Ik heb ook geleerd waardering te hebben voor de mensen die achter de schermen werken. Ik zag hoe kerkleiders werken zonder zich daarbij op de voorgrond te stellen of een bijzondere behandeling te eisen. Ik zag anderen dienen die grotere problemen hadden dan ik, waaruit ik leerde dat iedereen hoe dan ook kan dienen.

Ik besefte dat ik gezegend ben met talenten en vaardigheden en dat ik door hard te werken meer zou kunnen doen dan ik tot dusver had gedaan. Ik ontdekte dat ik mij goed voelde als ik anderen respecteerde. Het is gemakkelijk om op mensen neer te kijken om je beter te voelen over jezelf. Maar respect werkt twee kanten op, en wie Jezus Christus vertegenwoordigen moeten anderen respecteren.

De belangrijkste les die ik heb geleerd was echter dat de Heer je helpt om moeilijke dingen te doen. Ik vond het moeilijk om niet op zending te gaan, om lastige klusjes te doen, om niet het middelpunt van de belangstelling te zijn, om de zendingsregels te gehoorzamen, om mensen te horen zeggen dat ik geen ‘echte’ zending vervulde. Maar de Heer heeft mij geholpen. Ik weet dat Hij jou zal helpen om datgene te doen wat jou geluk zal brengen, om je goed over jezelf te voelen, om te groeien en een beter mens te worden. Ga op je knieën, buig je hoofd en wees eerlijk met jezelf. Bereid je dan voor om te dienen, waar en wanneer je ook wordt geroepen.

Noot

  1. Zie ‘Zendeling worden’, Liahona, nov 2005, p. 44.