Een verslag van wat ik zowel heb gezien als gehoord

Na mijn rechtenstudie gingen mijn vrouw, Marcia, en ik werken voor een advocatenkantoor, gespecialiseerd in rechtszaken. Tijdens mijn praktijkopleiding besteedde ik veel tijd aan het voorbereiden van getuigen. Ik kwam er al snel achter dat de feiten in de rechtszaal werden achterhaald doordat getuigen onder ede getuigden van wat ze zowel hadden gezien als gehoord. De verklaringen van de getuigen werden opgetekend en bewaard. Ik hechtte altijd veel belang aan geloofwaardige getuigen.

Ik besefte al gauw dat ik de termen die ik dagelijks als advocaat gebruikte, ook in evangeliegesprekken bezigde. We gebruiken de termen ‘getuigen’ en ‘getuigenis’ wanneer we onze kennis en gevoelens betreffende het evangelie van Jezus Christus delen.

Toen ik als nieuwe gebiedszeventiger was gesteund, bestudeerde ik in de Schriften mijn taken. Ik las in Leer en Verbonden 107:25: ‘Ook de Zeventig zijn geroepen […] om bijzondere getuigen te zijn voor de andere volken en in de gehele wereld.’ U kunt zich wel voorstellen dat mijn oog op de term ‘bijzondere getuigen’ viel. Het werd me duidelijk dat ik de taak had om van de naam van Jezus Christus te getuigen, waarheen ik ook reisde.

In de Schriften vinden we veel voorbeelden van ooggetuigen die getuigen van wat ze zowel hebben gezien als gehoord.

Aan het begin van zijn kroniek zegt de profeet Mormon: ‘En nu schrijf ik, Mormon, een kroniek van de dingen die ik zowel heb gezien als gehoord, en ik noem die het boek Mormon.’¹

De apostelen Petrus en Johannes genazen een man in de naam van Jezus Christus de Nazarener.² Toen men hun gebood om niet in de naam van Jezus te spreken, antwoordden ze:

‘Oordeel zelf of het juist is in Gods ogen, meer naar u te luisteren dan naar God.

‘Want wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben.’³

Een ander overtuigend getuigenis is dat van de heiligen in het Boek van Mormon die door de Heiland Jezus Christus werden bezocht. Luister naar deze beschrijving van hun getuigenis: ‘En op deze wijze getuigen zij: Nimmer heeft het oog gezien, noch het oor gehoord, zulke grote en wonderbare dingen als wij Jezus zagen en hoorden spreken tot de Vader.’⁴

Broeders en zusters, vandaag geef ik mijn getuigenis en breng ik verslag uit van wat ik tijdens mijn heilige bediening als zeventiger van de Heer Jezus Christus zowel heb gezien als gehoord. Daarbij getuig ik van onze liefdevolle hemelse Vader en zijn welwillende Zoon, Jezus Christus, die heeft geleden, is gestorven en herrezen om Gods kinderen het eeuwige leven te bieden. Ik getuig van ‘een wonderbaar werk en een wonder’⁵ en dat de Heer zijn hand nogmaals heeft uitgestrekt om zijn evangelie door zijn levende profeten en apostelen op aarde te herstellen.⁶ Ik getuig op basis van wat ik zowel heb gezien als gehoord dat er nooit een betere tijd is geweest om lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te zijn. Ik weet dit, onafhankelijk van andere bronnen, door wat ik zowel heb gezien als gehoord.

In mijn laatste jaar van de middelbare school moest ik alle vijftien tempels van de kerk kunnen benoemen om mijn seminariediploma te behalen. Er hing vooraan in het klaslokaal een foto van elke tempel en ik moest weten waar ze stonden. Dat zou nu, vele jaren later, een huzarenstukje zijn met 335 tempels in bedrijf of aangekondigd. Ik heb veel van deze huizen des Heren met eigen ogen gezien en getuig dat de Heer zijn zegeningen en verordeningen wereldwijd aan steeds meer van zijn kinderen aanbiedt.

Mijn vrienden van FamilySearch zeggen dat er dagelijks ruim een miljoen nieuwe namen aan FamilySearch worden toegevoegd. Als u gisteren uw voorouder niet kon vinden, probeert u het morgen nog eens. Wat de vergadering van Israël aan de andere kant van de sluier betreft, is er nooit een betere tijd geweest om lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te zijn.

Toen we onze kinderen in Twin Falls (Idaho, VS) grootbrachten, was ons perspectief van de wereldwijde kerk beperkt. Na mijn roeping als algemeen autoriteit werden Marcia en ik aan het gebied Oceanië toegewezen, een plek waar we nog nooit waren geweest. We vonden het fijn dat er ringen van het noorden tot het zuiden van Nieuw-Zeeland waren, en een tempel die in 1958 was ingewijd. Het was een van die vijftien die ik in het seminarie moest kennen. Er waren ook tempels in elke grote stad van Australië, en ringen in het hele land. We bezochten Samoa, met zijn 25 ringen, en Tonga, waar bijna de helft van de bevolking lid van de kerk is. We moesten een keer naar het eiland Kiribati, waar twee ringen waren. We bezochten ringen op Ebeye, een van de Marshalleilanden, en in Daru (Papoea-Nieuw-Guinea).

Na onze opdrachten op die eilanden werden we aan de Filipijnen toegewezen. De groei van de Kerk van Jezus Christus in de Filipijnen overtrof mijn stoutste verwachtingen. Er zijn nu 125 ringen, 23 zendingsgebieden en 13 tempels in bedrijf of aangekondigd. Ik was er getuige van een kerk met ruim 850.000 leden in dat land. Hoe had ik de vestiging van de kerk van Christus in de hele wereld gemist?

Na drie jaar in de Filipijnen werd mij gevraagd in de afdeling Zendingswerk te dienen. Voor mijn taak gingen we naar zendingsgebieden in de hele wereld. Mijn kijk op de wereldwijde kerk van de Heiland groeide exponentieel. Marcia en ik bezochten zendingsgebieden in Azië. We zagen een prachtig ringgebouw in Singapore, met geweldige, trouwe leden. We bezochten leden en zendelingen in een kerkgebouw in Kota Kinabalu (Maleisië). We spraken met zendelingen in Hongkong en namen deel aan een geweldige ringconferentie met trouwe, toegewijde heiligen.

Ook in Europa, Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en Afrika hadden we vergelijkbare ervaringen met zendelingen en leden. De Kerk van Jezus Christus kent een enorme groei in Afrika.

Ik ben ooggetuige van de voortgaande herstelling van het evangelie van Jezus Christus en de vervulling van de profetie door Joseph Smith dat ‘Gods waarheid moedig, nobel en onafhankelijk voorwaarts [zal] gaan, totdat zij in elk werelddeel is doorgedrongen, elke streek heeft bezocht, elk land heeft overspoeld en in elk oor heeft geklonken’.⁷

Onze geweldige zendelingen die nu in de hele wereld dienen, zijn met 74.000. Door met leden samen te werken, dopen ze maandelijks ruim 20.000 mensen. Het zijn 18-, 19- en 20-jarige jonge mannen en vrouwen die met de hulp van de Heer dit groot vergaderwonder teweegbrengen. Die jonge vrouwen en mannen komen uit dorpen in Vanuatu en uit wereldsteden als New York, Parijs en Londen. Ik heb ze over de Heiland zien onderwijzen in afgelegen gemeenten in Fiji en grote bijeenkomsten in de Amerikaanse staten Texas, Californië en Florida.

Er dienen zendelingen in alle uithoeken van de aarde in zestig verschillende talen, die de grote opdracht van de Heiland in Mattheüs 28 uitvoeren: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest.’⁸ Ik breng hulde aan alle voormalige en huidige zendelingen van de kerk en herinner onze opkomende generatie aan de uitnodiging van president Russell M. Nelson om Israël te vergaderen.⁹

Ik getuig dat ik deze diepgaande herstelling van het evangelie van de Heiland met eigen ogen heb gezien en met eigen oren heb gehoord. Ik ben getuige van Gods werk in de hele wereld. Er is nooit een betere tijd geweest om lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen te zijn.

Misschien wel het meest inspirerende wonder van de herstelling dat ik heb gezien, bent u, de trouwe leden van de kerk in elk land. Nephi heeft u, heiligen der laatste dagen, in het Boek van Mormon beschreven. Hij zag onze tijd en getuigde: ‘En het geschiedde dat ik, Nephi, de macht van het Lam van God zag, dat die neerdaalde op de heiligen van de kerk van het Lam en op het verbondsvolk van de Heer dat op het gehele aardoppervlak was verspreid; en zij waren gewapend met gerechtigheid en met de macht van God in grote heerlijkheid.’¹⁰

Ik getuig dat ik met eigen ogen heb gezien wat Nephi zag: u, de verbondsheiligen in elk land, gewapend met gerechtigheid en de macht van God. Toen ik in een van deze geweldige landen op het spreekgestoelte stond, kreeg ik een ingeving van de Heer. Het was een lering van koning Benjamin in Mosiah 2 in het Boek van Mormon. Brent, ‘Ik [wil] dat u nadenkt over de gezegende en gelukkige toestand van hen die de geboden van God onderhouden. Want zie, zij worden gezegend in alle dingen, zowel stoffelijke als geestelijke.’¹¹

Ik getuig tot u dat ik dit met eigen ogen heb gezien en met eigen oren heb gehoord door met u, Gods trouwe, gehoorzame heiligen over de hele aarde, te spreken. U bent de verbondskinderen van de Vader. U bent discipelen van Jezus Christus. U weet wat ik weet omdat u uw persoonlijke getuigenis van het herstelde evangelie van Jezus Christus hebt ontvangen. De Heiland heeft gezegd: ‘Uw ogen zijn zalig omdat zij zien, en uw oren omdat zij horen.’¹²

Op aanwijzing van de Heer en onder leiding van zijn profeten en apostelen blijven we zendelingen voorbereiden, heilige verbonden sluiten en nakomen, de kerk van Christus in de hele wereld vestigen, en door gehoorzaamheid aan Gods geboden zegeningen ontvangen. Wij zijn één. Wij zijn Gods kinderen. Wij kennen Hem en hebben Hem lief.

Ik getuig eensgezind met u allen, vrienden, dat deze dingen waar zijn. Wij brengen verslag uit van wat we zowel hebben gezien als gehoord. Wij zijn getuigen die hun getuigenis geven. Met de kracht van dit eendrachtige getuigenis blijven we met geloof in de Heer Jezus Christus en zijn evangelie voorwaarts gaan. Ik getuig dat Jezus Christus leeft. Hij is onze Heiland en Verlosser. In de naam van Jezus Christus. Amen.