Algemene conferentie
Bellen, niet vallen
Algemene aprilconferentie 2024


Bellen, niet vallen

Ik getuig dat we, als we God aanroepen, niet zullen vallen.

Ik wil allereerst getuigen dat ik er rotsvast van overtuigd ben dat God onze gebeden hoort en op een persoonlijke manier verhoort.

In deze wereld vol onzekerheid, pijn, teleurstelling en hartzeer zijn we soms geneigd om meer op persoonlijke vaardigheden en voorkeuren te vertrouwen, en op wereldse kennis en veiligheid. Daardoor schuiven we de ware bron van hulp en steun die onze aardse beproevingen kan verlichten naar de achtergrond.

Afbeelding
Ziekenhuiskamer.

Een tijd geleden lag ik wegens ziekte in het ziekenhuis. Ik kon de slaap niet vatten. Toen ik het licht uitdeed en de kamer donker werd, zag ik op het plafond de reflecterende tekst: ‘Bellen, niet vallen.’ Tot mijn verbazing zag ik die tekst de volgende dag ook op andere plekken in de kamer.

Afbeelding
Bellen, niet vallen.

Waarom was die boodschap zo belangrijk? Toen ik een verpleegster ernaar vroeg, zei ze: ‘We willen voorkomen dat u door een val nog meer pijn krijgt dan u al hebt.’

Dit leven brengt pijnlijke ervaringen met zich mee, sommige door ons stoffelijk lichaam, andere door onze zwakheden of ellende, weer andere door de keuzen van andere mensen, en nog andere door onze eigen keuzen.

Bestaat er een krachtigere belofte dan deze van de Heiland: ‘Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop [of bel], en er zal voor u opengedaan worden’?1

Als we tot onze hemelse Vader bidden, ‘bellen’ we Hem, en voorkomen we dat we figuurlijk vallen. Soms denken we echter dat Hij ons niet hoort, omdat het antwoord niet meteen komt of anders is dan we hoopten.

Dat kan tot zorgen, verdriet of teleurstelling leiden. Maar denk aan Nephi’s uiting van geloof in de Heer toen hij zei: ‘Waarom zou Hij mij […] niet kunnen onderrichten in het bouwen van een schip?’2 Nu vraag ik u: waarom zou Hij u niet kunnen onderrichten, zodat u niet valt?

Vertrouwen in Gods antwoord houdt in dat we aanvaarden dat zijn wegen niet onze wegen zijn3 en dat ‘alle dingen op hun tijd [moeten] geschieden’.4

De zekerheid dat we kinderen van een liefdevolle, barmhartige hemelse Vader zijn, zou ons moeten motiveren om Hem in gelovig gebed te ‘bellen’ en ‘altijd [te] bidden en niet [te] verslappen; […] opdat [onze] handeling voor het welzijn van [onze] ziel zal zijn’.5 Stel u eens voor hoe onze hemelse Vader Zich voelt als wij elke smeekbede in de naam van zijn Zoon, Jezus Christus, doen. Ik geloof echt dat daar veel kracht en milde liefde uit voortvloeit!

In de Schriften staan legio voorbeelden van mensen die God belden, zodat ze niet zouden vallen. Helaman en zijn leger belden in hun ellende God en stortten hun ziel in gebed uit. Ze kregen zekerheid, gemoedsrust, geloof en hoop, waardoor ze de moed en vastberadenheid hadden om hun doel te bereiken.6

Stel u voor hoe Mozes God moet hebben gebeld toen hij tussen de Rode Zee en de aanstormende Egyptenaren in de val zat, of Abraham toen hij zijn zoon Izak moest offeren.

Ik weet zeker dat ieder van u ervaringen heeft gehad en nog zal hebben, waarbij u God moet bellen om niet te vallen.

Dertig jaar geleden waren mijn vrouw en ik ons op ons burgerlijk en tempelhuwelijk aan het voorbereiden toen we vernamen dat er door een staking geen burgerlijke huwelijken werden voltrokken. Dat hoorden we drie dagen van tevoren. Na verscheidene vergeefse pogingen om ergens anders een afspraak te maken, begonnen we ons zorgen te maken dat ons geplande huwelijk niet zou kunnen plaatsvinden.

Mijn verloofde en ik ‘belden’ God en stortten onze ziel in gebed voor Hem uit. Uiteindelijk vertelde iemand ons over een nabijgelegen plaats waar een kennis burgemeester was. We zochten hem meteen op en vroegen of hij ons kon trouwen. We waren dolblij toen hij toestemde. Zijn secretaresse wees ons erop dat we een document in die plaats moesten aanvragen, en al onze papieren de volgende dag voor de middag moesten inleveren.

De volgende dag gingen we naar het politiebureau in die plaats om het document aan te vragen. Tot onze verbazing wilde de agent het ons niet geven, omdat veel jonge koppeltjes van huis wegliepen om daar in het geheim te trouwen. Dat waren wij uiteraard niet van plan. Wederom werden we door angst en wanhoop overmand.

Ik weet nog dat ik mijn hemelse Vader in stilte om hulp bad, waarna de duidelijke ingeving ‘tempelaanbeveling, tempelaanbeveling’ meermaals in mijn gedachten kwam. Tot grote verbazing van mijn verloofde haalde ik meteen mijn tempelaanbeveling tevoorschijn en gaf die aan de agent.

Onze mond viel open toen de agent zei: ‘Waarom hebt u me niet verteld dat u lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen bent? Ik ken uw kerk heel goed.’ Hij begon het document meteen klaar te maken. Maar plots verliet de agent het politiebureau zonder iets te zeggen.

Er gingen 50 minuten voorbij en hij was nergens te bekennen. Het was inmiddels 11.55 uur, en we hadden tot het middaguur om de papieren in te leveren. Plots verscheen hij met een prachtige puppy en gaf die ons als huwelijkscadeau, samen met het document.

We renden naar het kantoor van de burgemeester, met ons document en onze nieuwe hond. Toen zagen we een dienstauto naderen. Ik ging op de weg staan. De auto stopte en we zagen de secretaresse zitten. Toen ze ons zag, zei ze: ‘Het spijt me, maar ik had “voor de middag” gezegd. Ik moet naar een andere afspraak.’

Ik verootmoedigde me in stilte, belde mijn hemelse Vader met heel mijn hart en vroeg Hem nogmaals om hulp. Plots vond er een wonder plaats. De secretaresse zei: ‘Wat een mooie hond. Ik zoek er zo een voor mijn zoon.’

‘U mag hem hebben’, antwoordden we meteen.

De secretaresse keek ons verbaasd aan en zei: ‘Laten we naar het kantoor gaan en alles in orde brengen.’

Twee dagen later trouwden Carol en ik volgens plan voor de wet, waarna we in de Limatempel (Peru) werden verzegeld.

Natuurlijk moeten we bedenken dat God bellen geloof en actie vereist. Eerst geloven we dat we een hemelse Vader hebben die onze gebeden volgens zijn oneindige wijsheid beantwoordt, en daarna handelen we overeenkomstig wat we gevraagd hebben. Door te bidden – te bellen – laten we zien dat we hoop hebben, maar door daarna actie te ondernemen, tonen we dat ons geloof echt is, geloof dat in tijden van pijn, angst of teleurstelling beproefd is.

Ik geef u de volgende tips mee:

  1. Beschouw de Heer altijd als uw eerste hulp.

  2. Bellen, niet vallen. Wend u in oprecht gebed tot God.

  3. Doe na uw gebed uw uiterste best om de beoogde zegeningen te ontvangen.

  4. Verootmoedig u om het antwoord op zijn tijd en wijze te aanvaarden.

  5. Blijf niet bij de pakken neerzitten! Ga voorwaarts op het verbondspad terwijl u op antwoord wacht.

Misschien hebt u momenteel wegens omstandigheden het gevoel dat u op het punt staat om te vallen en wilt u net als Joseph Smith roepen: ‘O God, waar bent U? […] Hoelang zult U uw hand weerhouden?’7

Zelfs in dergelijke omstandigheden kunt u met ‘geestelijk momentum’ bidden, om het met de woorden van president Russell M. Nelson te zeggen,8 want God hoort uw gebeden altijd!

Denk aan deze lofzang:

Voor g’ uw woning hadt verlaten,

dacht gij aan ’t gebed?

Badt gij in de naam des Heren

onheil van u af te weren,

waar g’ uw voet ook zet?

O, het bidden geeft steeds ruste,

nacht wordt dag door uw gebed;

wat het leven verontruste,

denk toch aan ’t gebed.9

Wanneer we bidden, voelen we de omhelzing van onze hemelse Vader, die zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft om onze lasten te verlichten. Ik getuig dat we, als we God aanroepen, niet zullen vallen. In de naam van Jezus Christus. Amen.