2003
Heb ik je al verteld …?
Mei 2003


Heb ik je al verteld …?

Vanuit een eeuwig perspectief gezien, is niets belangrijker en bevredigender dan werken aan een heilig thuis en in liefde bouwen aan een sterk gezin.

Bijna drie jaar geleden trouwde onze dochter, en vertrok onmiddellijk naar een verre stad waar haar man een medische opleiding ging volgen. Ze verliet de geborgenheid van het nest om zelf een gezin te stichten. Ik vroeg me af: Heb ik haar alles geleerd wat ze weten moet? Weet ze wat in dit leven het belangrijkste is? Is ze eraan toe om een gelukkig gezin te stichten?

Terwijl ik haar nakeek, dacht ik aan een dagboekje dat ik haar gaf toen ze zeventien werd. De titel luidde: ‘Heb ik je al verteld …?’ De raad die ik haar vaak tijdens nachtelijke gesprekken had gegeven, had ik daarin opgeschreven. Toen ze met haar man hun gezamenlijke leven tegemoet ging, bedacht ik drie dingen die ik nog in dat dagboekje wilde schrijven, waardoor de verandering nog belangrijker en interessanter zou worden dan de verhuizing naar de andere kant van het land: haar eigen thuis en gezin stichten. Die dingen wil ik haar en alle jonge mensen in de kerk vertellen, om aan te geven hoe belangrijk het gezin is en om ervan te getuigen.

Ten eerste: heb ik je al verteld … hoe je van je huis een vredig oord en een sterke vesting kunt maken? Je gaat te werk volgens het voorbeeld dat je gezien hebt in het huis des Heren: ‘Vestigt een huis (…) des gebeds, een huis van vasten, een huis des geloofs, een huis van wetenschap (…) een huis van orde’ (LV 109:8). Als we dat voorbeeld volgen, heerst er vrede in ons gezin, in een wereld van toenemende verwarring.

Kijk naar het gezin van je grootouders. De grootouders van beide kanten hebben hun ‘kinderen in licht en waarheid’ (LV 93:40) grootgebracht. Het gezin van je vader was een huis van wetenschap. Op de begrafenis van zijn vader zei hij dat hij elk evangeliebeginsel dat tijdens een kerkbijeenkomst behandeld werd, altijd al thuis geleerd had. De kerk vulde aan wat hij thuis leerde. Mijn ouderlijk huis was een huis van orde. Het was uiterst belangrijk voor ons om (ondanks de vele drukke bezigheden) samen het ontbijt en het avondeten te gebruiken. Etenstijd hield meer in dan alleen eten. Het was een belangrijk moment voor de voeding van zowel geest als lichaam.

Het zijn de kleine dingen die het doen — bidden, je excuses aanbieden, dankjewel zeggen, samen een goed boek lezen. Weet je nog hoe we lachten en huilden toen we de schutting neerzetten? Weet je nog dat we altijd zongen in de auto, om geen ruzie te maken? Weet je nog dat we vastten voor een belangrijke beslissing van een gezinslid, en voor een belangrijk proefwerk van een ander? De proclamatie bevestigt dit: ‘Een geslaagd (…) gezin wordt gegrondvest op (…) de beginselen van geloof, gebed, bekering, vergeving, respect, liefde, mededogen, werk en gezonde ontspanning.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, Liahona, oktober 1998, 24.)

In je jeugd kweekte je de gewoonte aan om te bidden, in de Schriften te lezen. Profiteer van die gewoonten en verworven vaardigheden als koken en budgetteren. Met je rechtschapen verlangens en je huishoudelijke vaardigheden bouw je aan een thuis dat een vredig oord en een sterke vesting is.

En heb ik je al verteld … dat kinderen ‘een erfdeel des Heren’ zijn? (Psalmen 127:3). In de proclamatie staat: ‘Wij verklaren dat Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen van kracht blijft.’ (Liahona, oktober 1998, p. 24.) Wij hopen dat onze hemelse Vader je zal zegenen met kinderen. Velen in de wereld missen die vreugde en zien kinderen slechts als ongemak. Het is waar dat het ouderschap je lichamelijk en gevoelsmatig uitput, en mentaal veeleisend is. Niemand geeft je goede cijfers of onderscheidingen voor wat je als moeder doet. Soms vraag je je af: ‘Doe ik dit wel goed? Is het dit wel waard?’

Het is het zeker waard! Alle hedendaagse profeten hebben getuigd van de heilige taak van de moeder. President Spencer W. Kimball heeft gezegd: ‘Het is van belang dat de vrouwen van de kerk begrijpen dat de Heer het moederschap en moeders als heilig beschouwt en ze zeer hoogacht.’ (‘Privileges and Responsibilities of Sisters’, Ensign, november 1978, p. 105.) De Geest getuigt tot mijn ziel dat dit waar is.

Jij zult er, net als ik, achter komen dat het ouderschap niet alleen moeilijk is, maar ook de grootste vreugde schenkt. Vreugde voel je als je kind van vijf op de gezinsavond een gedetailleerd en juist verhaal uit de Schriften vertelt, of als je kind trouw elke avond in het Boek van Mormon leest. Ik voel me blij als mijn kind als cheerleader moedig tegen haar team zegt dat ze met hun nieuwe aanmoedigingskreet onfatsoenlijke bewegingen leren, en als mijn dochter op zending schrijft over haar getuigenis van het evangelie. Ik voel vreugde als een dochter een blinde vrouw voorleest en een zoon in de tempel werkt. Op die momenten voel ik me als Johannes de Geliefde: ‘Groter blijdschap ken ik niet, dan dat mijn kinderen in de waarheid wandelen’ (3 Johannes 1:4). Heb ik je al verteld … dat ik tot in het diepst van wezen blij ben dat ik moeder ben?

En heb ik je al verteld … dat liefde de basis vormt voor een sterk gezin? Onze Vader in de hemel is het voorbeeld dat we moeten volgen. Hij houdt van ons, onderwijst ons, heeft geduld, en vertrouwt ons onze keuzevrijheid toe. President Hinckley heeft gezegd: ‘Liefde kan de doorslag geven — liefde die in de jonge jaren gul gegeven wordt. (…) En bemoediging, die snel complimenteert en niet zo snel bekritiseert.’ (‘Oefen de knaap volgens de eis van zijn weg’, De Ster, januari 1994, p. 57.) Soms wordt discipline, wat onderwijzen inhoudt, verward met kritiek. Het gedrag van kinderen — en van mensen van alle leeftijden — verbetert eerder door liefde en bemoediging dan door op hun fouten te hameren.

Toen een jongeman die ik ken in zijn tienertijd zijn haar liet groeien, letten zijn ouders meer op zijn bereidheid om goede werken te doen en op zijn liefde voor behoeftige mensen. Uiteindelijk liet hij zelf zijn haar afknippen. Hij volgde een goede opleiding, vervulde taken in de kerk, en in zijn eigen gezin volgde hij het voorbeeld van zijn ouders door zijn eigen kinderen er in liefde toe te bewegen het goede te doen.

We tonen onze liefde voor gezinsleden niet alleen door onderricht, maar ook door tijd aan hen te besteden. Een tijdje terug las ik een artikel in de Wall Street Journal, getiteld: ‘Kinderen op de laatste plaats’. Het ging over ouders die over hun kinderen spreken in ‘agenda-termen’: ‘Als het kan ’s avonds een kwartiertje’, ‘eens per week op een vaste tijd een spelletje’ enzovoort. (Zie Mary Eberstadt, Wall Street Journal, 2 mei 1995.) Vergelijk dat met de moeder die beloofde om niet alleen aandacht aan haar kinderen te besteden, maar ook veel tijd. Ze heeft ingezien dat je een liefdevolle band smeedt door voortdurend samen te praten, te spelen, te lachen en te werken. Ik vind ook dat ouders en kinderen van elkaar moeten weten met welke gewone, dagelijkse zaken ze bezig zijn. Daarom weet ik dat jij binnenkort een proefwerk hebt, en jij weet dat ik een les voorbereid. Ik kom naar je wedstrijden kijken; jij komt in de keuken als ik het eten klaarmaak. We spelen een belangrijke rol in elkaars leven, ondervinden dagelijks liefde van elkaar.

En liefde houdt ook stand als het leven moeilijk is. De apostel Paulus heeft gezegd: ‘De liefde is lankmoedig (…). Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer’ (1 Korintiërs 13:8). Ik heb gezien hoe een moeder van haar aan alcohol verslaafde zoon bleef houden. Ze bleef voor hem bidden en ze was er altijd voor hem. Uiteindelijk, toen hij ouder werd, ‘kwam hij tot zichzelf’ (Lucas 15:17), kreeg een nette baan en knapte het huis van zijn moeder op.

Veel gezinnen hebben problemen met kinderen die afdwalen. We vinden troost ‘in de eeuwige verzegeling aan getrouwe ouders’ waardoor die kinderen zullen ‘terugkeren in de kudde’. (Ouderling Orson F. Whitney, Conference Report, april 1929, p. 110.) We moeten van ze blijven houden, voor ze blijven bidden en blijven vertrouwen op de zorg van onze hemelse Vader.

Daarom heb ik voor mijn dochter, en voor alle jonge mensen in de kerk die aan een nieuwe fase in het leven beginnen, deze boodschap. Ik getuig dat er, vanuit eeuwig perspectief gezien, niets belangrijker en bevredigender is dan werken aan een heilig thuis en in liefde bouwen aan een sterk gezin. Dat gezin is de samenleving tot zegen en bestaat tot in de eeuwigheid. Dat getuig ik, in de naam van Jezus Christus. Amen.