2003
Laat zien dat je het weet
Mei 2003


Laat zien dat je het weet

Elke dag krijgen we de kans om te laten zien dat we weten hoe we als Jezus kunnen worden en Hem in geloof kunnen volgen.

Lieve jeugdwerkkinderen, dit jaar vieren we dat het jeugdwerk 125 jaar geleden werd opgericht. Het werd opgericht door een profeet van God zodat kinderen over het evangelie van Jezus Christus zouden leren en het blij zouden naleven. Het jeugdwerk is belangrijk en dit zal een mooi feestjaar worden. Het allerbelangrijkste is dat wij — jullie ouders, leidsters en leerkrachten — jullie, kinderen, de eer geven. Wij houden van jullie. We zijn blij met wie je bent en wat je kunt worden.

Jij bent een kind van God. Je hebt een liefdevolle hemelse Vader die je gebeden hoort en beantwoordt. Hij wil dat je waardig bent om op een goede dag weer bij Hem te wonen. Als je dat weet, kun je hoopvolle plannen maken voor je aardse en eeuwige toekomst. Als je aan de toekomst denkt, kijk dan veel verder dan morgen. Door de Schriften, de leringen van hedendaagse profeten, en zelfs de jeugdwerkliedjes kun je begrijpen wat je eeuwige mogelijkheden zijn en je erop voorbereiden. Jezus Christus heeft ons door zijn voorbeeld laten zien hoe we bij onze hemelse Vader terug kunnen keren. Jullie hebben allemaal de kans om over Jezus Christus te leren en Hem dan in geloof na te volgen.

We laten zien dat we weten hoe we Hem moeten volgen door doopverbonden te sluiten en na te komen, en door de Heilige Geest te ontvangen en naar Hem te luisteren. We laten zien dat we weten hoe we Hem moeten volgen als we waardig aan het avondmaal deelnemen en aan Jezus denken. Ik wil het hebben over een andere manier om te laten zien dat we het weten — door de geboden te onderhouden.

De Heer heeft gezegd: ‘Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u, dit is mijn evangelie; en gij weet, wat gij in mijn kerk moet doen; want de werken, die gij Mij hebt zien doen, zult gij eveneens doen.’1 Ik hou van het jeugdwerklied ‘Ik wil graag als Jezus worden’2 en ik voel me fijn als ik het zing. Elke dag krijgen we de kans om te laten zien dat we weten hoe we als Jezus kunnen worden en Hem in geloof kunnen volgen.

Toen John van tien jaar bij de zwemploeg kwam, zei hij tegen zijn trainer dat hij mee kon doen aan de wedstrijden op zaterdag, maar niet op zondag. Bij de laatste wedstrijden van het seizoen was John ingedeeld bij de estafette op zondag. Hij herinnerde zich een gezinsavondles over van tevoren beslissingen nemen omdat het dan makkelijker was om op het beslissende moment te doen wat juist was. John zei: ‘Voordat ik in mijn ploeg kwam, had ik besloten om niet op zondag te zwemmen. Daardoor kon ik makkelijker tegen onze trainer zeggen dat ik de estafette niet kon zwemmen. Ik dacht dat de trainer boos zou zijn. Maar aan het einde van het jaar vertelde hij de ploeg hoe trots hij was dat ik normen had en me eraan hield.’3 John toont dat hij het weet door de sabbat te heiligen en een voorbeeld te zijn van iemand die Jezus’ leringen naleeft. Elke keer als jij de sabbat heiligt, laat je zien dat je het weet.

Misschien heb je wel eens zoiets meegemaakt als ik toen ik elf was. Ik had een vriendin die ik bewonderde omdat ze zo veel leek te weten. Op een dag bood ze me een sigaret aan. Ze zei dat ze me zou leren roken en zette me onder druk met uitspraken als ‘Het kan geen kwaad — eentje maar’. Ik wilde haar niet beledigen, maar ik had al heel jong besloten dat ik nooit zou roken. Door dat besluit kon ik makkelijker weigeren. Toon dat je het weet door het woord van wijsheid na te leven.

Toen Caitlin zes was, vroeg ze haar dansleraar of ze voor de danstest een minder opzichtig pakje aan mocht. Toen haar leraar dat afwees, wist Caitlin wat haar te doen stond. Ze zei tegen de leraar dat ze zich moest terugtrekken omdat ze moest doen wat Jezus wilde. Caitlin zei: ‘Het was een moeilijk besluit, maar naderhand had ik een goed gevoel.’4 We respecteren ons lichaam door ons fatsoenlijk te kleden. We laten daarmee zien dat we weten hoe we de geboden moeten naleven en de Heiland moeten volgen.

We laten zien dat we het weten door naleving van het gebod om van elkaar te houden. Onze profeet, president Gordon B. Hinckley, heeft gezegd: ‘We krijgen veel kracht doordat we weten dat jij en ik zoons en dochters van God zijn. (…) Iemand die dat weet en de invloed ervan in zijn [of haar] leven toelaat, zal zich niet verlagen tot iets wat slecht of ordinair is.’5 Jezus heeft gezegd dat we onze naasten moeten liefhebben als onszelf. Die belangrijke leer heeft Hij verduidelijkt met het voorbeeld van de barmhartige Samaritaan, die goede daden deed toen niemand anders iets wilde doen. Toen zei de Heiland: ‘Ga heen, doe gij evenzo.’6 De Heiland leerde ons dat we van elkaar moeten houden en goed voor elkaar moeten zijn — zelfs voor mensen met andere normen. Die verschillen zijn geen smoes om anderen te mijden of onvriendelijk te zijn.

Een vriendinnetje van de achtjarige Chelsea zei dat ze een bepaalde jongen niet mocht omdat hij geen lid van de kerk was. Wat denk je dat Chelsea deed? Wat zou jij doen? Chelsea zei tegen haar vriendin dat het niet erg was dat hij geen lid van de kerk was; en dat hij evengoed een goed mens was.7 Wij tonen dat we weten hoe we de Heiland moeten volgen als we elkaar vriendelijk en met respect behandelen.

Zijn we wel vriendelijk voor onze eigen familieleden? De allerbelangrijkste en soms de allermoeilijkste plek om vriendelijk te zijn, is bij ons zelf thuis, voor onze ouders en onze broers en zussen. Toen onze zoon, Mitch, tien was, wilde hij thuis helpen, vooral als hij het leuk kon maken. Als er niemand keek, hing hij een bel aan een touwtje om zijn nek en speelde voor piccolo terwijl hij klusjes in huis deed. Als de gezinsleden merkten dat er klusjes gedaan waren, zei hij gewoon: ‘Dat moet de piccolo geweest zijn.’ Mitch heeft ons geweldig geholpen en bracht ook plezier en vreugde in ons gezin.

De jongens en meisjes over wie ik verteld heb, tonen dat zij het weten door de sabbat te heiligen, zich aan het woord van wijsheid te houden, door zich fatsoenlijk te kleden en door aardig te zijn voor vrienden en familieleden. Ook jij kunt tonen dat je het weet door je aan deze en de andere geboden te houden.

Lid zijn van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen betekent dat we de kans hebben gekregen om alle zegeningen van het evangelie te ontvangen. Elke dag kun je vol vertrouwen zeggen:

‘Ik ben een kind van God.

Ik weet dat mijn hemelse Vader van mij houdt, en ik houd van Hem.

Ik kan altijd en overal tot mijn hemelse Vader bidden.

Ik probeer Jezus Christus te gedenken en te volgen.’

Besluit vandaag om te tonen dat je het weet door Jezus Christus in geloof te volgen. De weg terug naar je hemelse Vader zal niet makkelijk zijn. Je moet moedig zijn om dag na dag de Heiland te blijven volgen. Ik getuig dat je nu en in de eeuwigheid vrede en geluk zult voelen, als je besluit te tonen dat je het weet door Jezus Christus in geloof te volgen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. 3 Nephi 27:21.

  2. Children’s Songbook, p. 78.

  3. John S. Netherton, ‘Sticking to Standards’, Friend, mei 2000, p. 47.

  4. Caitlin McGrath, ‘A Modest Choice’, Friend, mei 2000, achteromslag (binnen).

  5. ‘“God Hath Not Given Us the Spirit of Fear,”’ Ensign, oktober 1984, p. 2.

  6. Lucas 10:37.

  7. Zie Chelsea M. Bryant, ‘Creating Kindness’, Friend, maart 2000, p. 35.