2006
Alle mensen overal
Mei 2006


Alle mensen overal

In het Boek van Mormon wordt steeds herhaald dat het evangelie van Jezus Christus universeel is in zijn belofte en uitwerking.

Afgelopen jaar hebben miljoenen mensen op uitnodiging van de profeet het Boek van Mormon gelezen. Daar hebben miljoenen baat bij gehad. Voor ieder van ons waren er zegeningen van gehoorzaamheid. En de meesten onder ons namen bovendien toe in kennis en getuigenis van de Heer Jezus Christus, van wie dit boek getuigt.

Velen leerden nog veel meer, maar wat men leerde, was afhankelijk van de lezer. Wat we uit een boek halen — met name uit een gewijde tekst — is vooral afhankelijk van onze houding als we erin lezen: zijn we verlangend en bereid om te leren en ons af te stemmen op het licht en de communicatie van de Geest van de Heer.

I.

Eén van de dingen die ik geleerd heb toen ik vorig jaar het Boek van Mormon las, was hoeveel liefde God heeft voor al zijn kinderen in alle landen. In het eerste hoofdstuk prijst vader Lehi de Heer, wiens ‘macht en goedheid en barmhartigheid [zich uit]strekken (…) over al de bewoners der aarde’ (1 Nephi 1:14). In het Boek van Mormon wordt steeds herhaald dat het evangelie van Jezus Christus universeel is in zijn belofte en uitwerking — dat die zich uitstrekken tot allen die ooit op aarde hebben geleefd. Enkele voorbeelden, rechtstreeks uit dat boek aangehaald:

• ‘De verzoening [is] sedert de grondlegging der wereld (…) bereid voor alle mensen die er ooit sedert de val van Adam zijn geweest (…) of er ooit zullen zijn’ (Mosiah 4:7).

• ‘En wegens de verlossing van de mens, die door Jezus Christus is gekomen, (…) worden alle mensen verlost’ (Mormon 9:13).

• ‘Hij doorstaat de pijnen van alle mensen, (…) zowel mannen als vrouwen als kinderen. (…) En Hij doorstaat dit om alle mensen de opstanding deelachtig te laten worden’ (2 Nephi 9:21–22).

• ‘Heeft Hij ooit iemand verboden, deel te hebben aan zijn zaligmaking? (…) neen; integendeel, Hij heeft het alle mensen om niet gegeven; en (…) alle mensen zijn gelijkelijk begunstigd, en niemand wordt buitengesloten’ (2 Nephi 26:27–28).

Wij lezen ook dat ‘zijn bloed verzoent (…) de zonden van hen die (…) zijn gestorven zonder de wil van God aangaande hen te kennen, of die onwetend hebben gezondigd’ (Mosiah 3:11). En ‘het bloed van Christus [verzoent voor kleine kinderen]’ (Mosiah 3:16). Die leringen dat de opstanding en de reinigende kracht van de verzoening voor iedereen zijn, spreken de bewering tegen dat de genade Gods alleen enkele uitverkorenen redt. Zijn genade is voor iedereen. Deze leringen in het Boek van Mormon verruimen onze visie en ons begrip van de allesomvattende liefde van God en de universele uitwerking van zijn verzoening voor alle mensen.

II.

In het Boek van Mormon staat over onze Heiland: ‘Hij nodigt [alle mensenkinderen] uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid; en Hij verwerpt niemand die tot Hem komt, zwarte en blanke, slaaf en vrije, man en vrouw; en Hij is de heidenen indachtig; en allen zijn voor God gelijk, zowel de Joden als de andere volken’ (2 Nephi 26:33; zie ook Alma 5:49).

‘Hij nodigt hen allen uit.’ We begrijpen ‘man en vrouw’. We begrijpen ook ‘zwarte en blanke’, wat alle rassen betekent. Maar hoe zit het met ‘slaaf en vrije’? Slaaf — het tegenovergestelde van vrije — betekent meer dan iemand die niet vrij is. Het betekent gebonden te zijn aan iets waaraan het moeilijk ontsnappen is. Een slaaf is ook iemand wiens vrijheid beperkt wordt door fysieke of emotionele problemen. Een slaaf omvat ook hen die verslaafd zijn aan middelen of gewoontes. En slaaf slaat beslist ook op hen die gevangen zijn in zonde, die ‘omsloten’ zijn door wat in een andere lering in het Boek van Mormon ‘de ketenen der hel’ (Alma 5:7) wordt genoemd. Een slaaf is ook iemand die gekluisterd is aan tradities of gewoontes die tegen de geboden van God indruisen (zie Matteüs 15:3–6; Marcus 7:7–9; LV 74:4–7; 93:39). Ten slotte is een slaaf ook iemand die gevangen is door de beperkingen van andere onjuiste denkbeelden. De profeet Joseph Smith heeft gezegd dat wij ‘de gevangenen bevrijden’.1 Onze Heiland ‘nodigt (…) allen uit om tot Hem te komen en deel te hebben aan zijn goedheid, (…) Hij verwerpt niemand die tot Hem komt (…) en allen zijn voor God gelijk.’

III.

De kinderen van God uit alle volken hebben zijn belofte dat Hij zich aan hen zal manifesteren. In het Boek van Mormon staat:

‘Hij [openbaart] Zich aan allen die in Hem geloven, door de macht van de Heilige Geest; ja, aan alle natie, geslacht, taal en volk, naar hun geloof grote krachten, tekenen en wonderen onder de mensenkinderen verrichtende’ (2 Nephi 26:13).

Let erop dat deze beloofde manifestaties van de Heer gelden voor ‘alle natiën, geslachten, talen en volken.’ Tegenwoordig zien wij de vervulling van die belofte onder alle volken waar onze zendelingen hun werk mogen doen, zelfs onder volken die niet eerder met het christendom in aanraking zijn gekomen.

Wij kennen bijvoorbeeld gevallen waarin de Heer zich gemanifesteerd heeft aan mannen en vrouwen in Rusland, wat zich nog maar zo recent ontworsteld heeft aan de langdurige greep van het goddeloze communisme. Twee verschillende Russen kregen bij het lezen van kritische of spottende artikelen over mormonen een sterke ingeving dat ze onze vergaderplaats moesten opzoeken. Beiden maakten kennis met zendelingen en werden lid van de kerk.2

Een arts in een Nigeriaans dorpje kreeg een droom waarin hij zijn goede vriend een publiek toe zag spreken. Hij was geïntrigeerd en reisde op een zondag naar het dorp van zijn vriend, waar hij hem tot zijn verbazing precies zag doen wat hij in zijn droom had gezien — een kerkelijke gemeente die een wijk genoemd wordt, werd toegesproken door zijn vriend, die de bisschop was. Hij was onder de indruk van wat hij bij herhaalde bezoeken hoorde, waarop hij en zijn vrouw de zendelingenlessen volgden en zich lieten dopen. Twee maanden later waren nog eens dertig mensen in hun dorp toegetreden tot de kerk en was hun kliniek de vergaderplaats geworden.

Ik heb een man uit het noorden van India ontmoet die de naam van Jezus Christus zelfs nog nooit had gehoord totdat hij die op een kalender in de werkplaats van een schoenmaker zag staan. De Geest leidde hem tot bekering in een protestantse kerk. Later zag hij bij een bezoek aan een universiteitsstad ver weg een poster van een Amerikaanse groep die ‘The BYU Young Ambassadors’ heette. Tijdens hun voorstelling zei een innerlijke stem hem dat hij na het programma naar de foyer moest gaan waar een man in een blauwe blazer hem zou zeggen wat hij moest doen. Op die manier kwam hij aan een exemplaar van het Boek van Mormon, wat hij las, en waardoor hij zich bekeerde tot het herstelde evangelie. Sindsdien is hij werkzaam geweest als zendeling en als bisschop.

Een meisje in Thailand had het gevoel dat ze herinneringen had aan een liefhebbende Vader in de hemel. Toen ze ouder werd, bad ze vaak en stortte ze haar hart voor Hem uit. Toen ze in de twintig was, kwam ze onze zendelingen tegen. Hun leringen bevestigden de gevoelens van goddelijke liefde die ze zich uit haar kinderjaren herinnerde. Ze liet zich dopen en vervulde een voltijdzending in Thailand.

Slechts vijf procent van de Cambodjaanse bevolking is christen. Een gezin in dat land was op zoek naar de waarheid. Toen hun zoontje van elf buiten aan het fietsen was, zag hij mannen in witte overhemden en stropdassen die iemand een plaatje lieten zien en vroegen wie dat was. Hij had het gevoel dat hij moest stilstaan. Terwijl hij naar hen keek, kreeg hij de ingeving om te zeggen: ‘Dat is Jezus Christus, de Zoon van God, en Hij is gekomen om de mens te verlossen.’ Toen reed hij weg. Het duurde een maand voor de zendelingen hem en zijn familie gevonden hadden. De vader is inmiddels raadgever in het zendingspresidium.

Afgelopen juni ging een gezin van vijf mensen naar de open dagen van een nieuw kerkgebouw in Mongolië. Toen de vader naar binnen liep, ‘ging er een sterk gevoel door hem heen’ — een gevoel van gemoedsrust zo sterk als hij nog nooit eerder had gehad. Er vloeiden tranen. Hij vroeg de zendelingen wat dat geweldige gevoel was en hoe hij dat vaker kon krijgen. Al gauw liet het hele gezin zich dopen.3

Dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn er nog veel meer — duizenden.

IV.

Uit het Boek van Mormon leren we ook dat de grote Schepper is gestorven ‘voor alle mensen (…), opdat alle mensen aan Hem mogen worden onderworpen’ (2 Nephi 9:5). Onderworpen worden aan onze Heiland betekent dat we, als we vergeving voor onze zonden willen door zijn verzoening, ons moeten houden aan de vereisten die Hij heeft voorgeschreven, waaronder geloof, bekering en doop. Of we aan die voorwaarden voldoen, hangt af van onze verlangens, keuzen en daden. ‘Hij komt in de wereld om alle mensen te redden, indien zij naar zijn stem willen luisteren’ (2 Nephi 9:21).

De Heer biedt al zijn kinderen een uitweg en Hij wil dat wij allen tot Hem komen. In het laatste hoofdstuk van het Boek van Mormon smeekt Moroni ons:

‘Komt tot Christus en wordt vervolmaakt in Hem en onthoudt u van alle goddeloosheid; en indien gij u van alle goddeloosheid onthoudt en God liefhebt met al uw macht, verstand en kracht, dan is zijn genade u genoeg, opdat gij door zijn genade volmaakt kunt zijn in Christus’ (Moroni 10:32).

V.

In de Bijbel staat dat God een verbond sloot met Abraham en hem beloofde dat alle ‘geslachten’ of ‘volken’ der aarde gezegend zouden worden (zie Genesis 12:3, 22:18). Wat wij het verbond van Abraham noemen doet voor al Gods kinderen overal de deur open naar zijn meest uitverkoren zegeningen. Uit de Bijbel leren wij dat ‘indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen’ (Galaten 3:29; zie ook Abraham 2:10). Het Boek van Mormon belooft dat allen die de uitnodiging van de Heer aannemen om ‘zich [te] bekeren en [te] geloven in zijn Zoon het verbondsvolk des Heren’ worden (2 Nephi 30:2). Dat is een krachtige herinnering dat rijkdom noch afstamming noch enig ander aangeboren voorrecht ons mag laten geloven dat wij ‘beter [zijn] dan de ander’ (Alma 5:54; zie ook Jakob 3:9). Sterker nog, in het Boek van Mormon wordt ons geboden: ‘Gij zult niet het ene vlees hoger achten dan het andere, ofwel de ene mens zal zichzelf niet boven een ander schatten’ (Mosiah 23:7).

In de Bijbel staat dat sommige nakomelingen van Abraham verstrooid zouden worden onder ‘alle koninkrijken der aarde’, ‘onder alle volken’ en ‘van het ene einde der aarde tot het andere’ (Deuteronomium 28:25, 37, 64). Het Boek van Mormon bevestigt deze leerstelling en verklaart dat de nakomelingen van Abraham ‘over het gehele oppervlak der aarde, en (…) onder alle natiën’ verstrooid zijn (1 Nephi 22:3).

Het Boek van Mormon vertelt ons meer over de Heiland wiens aardse bediening zich uitstrekte tot zijn hele verstrooide kudde. Naast zijn bediening in wat wij nu het Midden-Oosten noemen, zijn zijn verschijning en leringen aan de Nephieten op het westelijk halfrond opgetekend (zie 3 Nephi 11–28). Daar herhaalde Hij dat de Vader Hem had geboden om de andere schapen te bezoeken die niet uit het land Jeruzalem kwamen (zie 3 Nephi 16:1; Johannes 10:16). Hij zei ook dat Hij anderen zou bezoeken omdat zij zijn ‘stem nog niet [hadden] gehoord’ (3 Nephi 16:2–3). Zoals eeuwen daarvoor was geprofeteerd (zie 2 Nephi 29:12) zei de Heiland tegen zijn volgelingen in Amerika dat Hij Zichzelf zou ‘vertonen aan de verloren stammen van Israël, want voor de Vader zijn zij niet verloren, want Hij weet waarheen Hij hen heeft gebracht’ (3 Nephi 17:4).

Het Boek van Mormon is een geweldig testament dat de Heer alle mensen overal liefheeft. Het verklaart dat ‘Hij zich aan alle natiën openbaart’ (1 Nephi 13:42). ‘Weet gij niet dat er meer natiën zijn dan één?’ heeft de Heer bij monde van de profeet Nephi gezegd.

‘Weet gij niet dat Ik, de Heer, uw God, alle mensen heb geschapen en dat Ik hen gedenk die zich op de eilanden der zee bevinden; en dat Ik heers boven in de hemelen en beneden op de aarde; en dat Ik de mensenkinderen, ja, alle natiën van de aarde, mijn woord breng?’ (2 Nephi 29:7.)

En de profeet Alma heeft ons geleerd: ‘(…) de Heer geeft alle natiën mensen van hun eigen natie en taal om zijn woord te verkondigen, ja, alles wat Hij in wijsheid juist acht voor hen om te hebben’ (Alma 29:8).

VI.

De Heer manifesteert zich niet alleen aan alle naties, maar Hij gebiedt hun ook om zijn woorden op te schrijven:

‘Weet gij niet dat het getuigenis van twee natiën voor u getuigt dat Ik God ben, dat Ik de ene natie evenzeer als de andere gedenk? Daarom spreek Ik tot de ene natie dezelfde woorden als tot de andere. (…)

‘Want Ik gebied alle mensen (…) de woorden die Ik tot hen spreek, op te schrijven (…).

‘Want zie, Ik zal tot de Joden spreken en zij zullen het opschrijven; en Ik zal ook tot de Nephieten spreken en zij zullen het opschrijven; en Ik zal ook spreken tot de andere stammen van het huis Israëls, die Ik heb weggeleid, en zij zullen het opschrijven; en ook zal Ik spreken tot alle natiën der aarde en zij zullen het opschrijven’ (2 Nephi 29:8, 11–12; zie ook 1 Nephi 13:38–39).

Bovendien staat er in het Boek van Mormon dat al deze groepen de geschriften van de anderen zullen krijgen (zie 2 Nephi 29:13).

Wij concluderen hieruit dat de Heer uiteindelijk alle geïnspireerde leringen aan zijn kinderen in vele naties voor het welzijn van alle mensen zal laten verschijnen. Daaronder vallen de verslagen van het bezoek van de herrezen Heer aan wat wij de verloren stammen van Israël noemen en zijn openbaringen aan het zaad van Abraham. De vondst van de Dode-Zeerollen illustreert een van de manieren waarop dat kan gebeuren.

Als er nieuwe geschriften verschijnen — en volgens profetie zal dat gebeuren — dan hopen wij dat ze niet zo zullen worden verworpen als het Boek van Mormon omdat men al een bijbel had (zie 2 Nephi 29:3–10). Zoals de Heer bij monde van een profeet in dat boek heeft gezegd: ‘En omdat Ik één woord heb gesproken, behoeft gij niet te veronderstellen dat Ik er niet nog een kan spreken; want mijn werk is nog niet voleindigd; noch zal het dat zijn vóór het einde van het mensdom’ (2 Nephi 29:9).

Het evangelie is echt voor alle mensen overal — alle naties, alle volken. Allen zijn uitgenodigd.

Wij leven in de tijd waarvan voorzegd is dat dan gerechtigheid uit de hemel zou worden gezonden en waarheid uit de aarde om ‘als een watervloed over de aarde [te] stromen’ en de uitverkorenen te vergaderen ‘vanuit de vier hoeken der aarde’ (Mozes 7:62). Het Boek van Mormon is uitgebracht als herinnering aan de verbonden van de Heer, als getuigenis aan alle mensen dat ‘Jezus de Christus is, de Eeuwige God, die Zich aan alle natiën openbaart’ (titelblad van het Boek van Mormon). Ik voeg daarbij dit getuigenis van Hem en zijn zending. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. History of the Church, deel 2, p. 229.

  2. Zie Gary Browning, Russia and the Restored Gospel (1997), pp. 200–201, 220–221.

  3. Voorbeelden uit Nigeria, Thailand, Cambodja en Mongolië uit gesprekken met zendingspresidenten die in die landen werkzaam zijn geweest.