2006
De gave van keuzevrijheid
Mei 2006


De gave van keuzevrijheid

Doordat we de geboden van onze hemelse Vader onderhouden, neemt ons geloof toe, alsmede onze wijsheid en geestelijke kracht, waardoor het steeds gemakkelijker wordt om de juiste beslissingen te nemen.

Enige tijd geleden moest ik een keer voor een rood licht wachten. De auto vóór mij trok mijn aandacht. Er zat een sticker op met de woorden: ‘Ik doe wat ik wil.’

Ik vroeg me af waarom iemand zo’n uitspraak op zijn auto zou plakken. Wat voor boodschap probeerde hij over te brengen? Misschien wilde de bestuurder iedereen duidelijk maken dat hij volledig vrij is omdat hij alleen maar doet wat hij leuk vindt. Toen ik daarover nadacht, besefte ik dat onze wereld behoorlijk chaotisch zou zijn als iedereen alleen maar deed wat hij wilde.

Het is duidelijk dat er in onze samenleving wat verwarring bestaat over dit onderwerp. In de media, advertenties, amusement en elders vinden we het wijdverbreide idee dat als iemand kan doen wat hij wil, hij vrij is en gelukkig zal zijn. Het lijkt erop dat het enige criterium voor onze beslissingen gebaseerd is op wat ons pleziert, wat leuk is en wat met onze persoonlijke verlangens overeenkomt.

Onze hemelse Vader heeft ons een beter begrip gegeven. Door zijn grote plan van geluk zullen we ware vrijheid en geluk vinden. We lezen in het Boek van Mormon:

‘En de Messias komt in de volheid des tijds om de mensenkinderen te verlossen van de val. En doordat zij verlost zijn van de val, zijn zij voor eeuwig vrij geworden, het onderscheid kennende tussen goed en kwaad; om zelfstandig te handelen en niet om met zich te laten handelen, behalve door de straf der wet op de grote en laatste dag, naar de geboden die God heeft gegeven.

‘Daarom zijn de mensen vrij naar het vlees; en worden hun alle dingen gegeven die voor de mens noodzakelijk zijn. En zij zijn vrij om vrijheid en eeuwig leven te kiezen door de grote Middelaar van alle mensen, of om gevangenschap en dood te kiezen, naar de gevangenschap en macht van de duivel; want hij streeft ernaar dat alle mensen ongelukkig zullen zijn, net als hijzelf.’1

Toen we op deze wereld kwamen, namen we uit onze hemelse woning de gave en het voorrecht van God mee dat we onze keuzevrijheid noemen. Die geeft ons het recht en de macht om beslissingen te nemen en te kiezen. Keuzevrijheid is een eeuwige wet. President Brigham Young heeft het volgende over onze keuzevrijheid gezegd: ‘Dit is een wet die altijd al, in alle eeuwigheid, heeft bestaan, en hij zal blijven bestaan in alle komende eeuwigheden. Ieder intelligent wezen moet de macht hebben om te kiezen.’2

President Wilford Woodruff heeft over hetzelfde onderwerp gezegd: ‘Deze wilsvrijheid is in het bestel en bestuur van God altijd het erfgoed van de mens geweest. De mens had die keuzevrijheid al in de hemel der hemelen voordat de wereld bestond, en de Heer heeft die daar gehandhaafd en verdedigd tegen de agressie van Lucifer en degenen die zijn kant kozen. (…) Krachtens deze wilsvrijheid zijn u en ik en alle mensen zelfstandige wezens geworden, verantwoordelijk voor de richting die wij volgen, het leven dat we leiden en de daden die we in het lichaam verrichten.’3

Toen de Heer Abraham over de eeuwige aard van onze geest vertelde en dat hij al voor zijn geboorte was uitverkoren, legde hij een van de belangrijke doelen van het aardse leven uit: ‘En wij zullen hen hiermee beproeven om te zien of zij alles zullen doen wat de Heer, hun God, hun ook zal gebieden.’4

Daarom is ons leven door onze keuzevrijheid een proeftijd. Als we deze prachtige gave van keuzevrijheid niet hadden, zouden we niet in staat zijn om aan onze Vader in de hemel te laten zien of we alles doen wat Hij ons heeft geboden.

Om onze keuzevrijheid te kunnen gebruiken, moeten we kennis van goed en kwaad hebben, en moeten we de vrijheid hebben om te kiezen. En als we onze keuzevrijheid gebruiken, moeten er gevolgen aan onze keuzen verbonden zijn.

Ik heb ondervonden dat als we de geboden van onze hemelse Vader onderhouden, ons geloof toeneemt, onze wijsheid en geestelijke kracht toenemen, en dat het steeds gemakkelijker wordt om de juiste beslissingen te nemen.

Ons grote voorbeeld, de Heer Jezus Christus, heeft ons allen het volmaakte voorbeeld gegeven van de manier waarop we onze keuzevrijheid moeten gebruiken. In de raadsvergadering in de hemel, toen het plan van onze Vader aan ons werd voorgelegd, en we de kans kregen om naar deze aarde te gaan en een lichaam te ontvangen, zei de geliefde Zoon, die vanaf het begin de geliefde en uitverkorene van de Vader was: ‘Vader, uw wil geschiede en de heerlijkheid zij de uwe voor eeuwig!’5

Evenzo moeten wij onze keuzen op dezelfde criteria baseren. In plaats van te zeggen: ik doe wat ik wil; moet ons motto zijn: ik doe wat de Vader wil dat ik doe.

Als we dat doen, weten we zeker dat we de zegeningen van de Heer zullen ontvangen. Het kan best voorkomen dat we enkele van die beslissingen moeten nemen als het ons helemaal niet goed uitkomt. Maar ik heb ondervonden dat hoewel het soms niet goed uitkomt, de Heer op zijn eigen manier voor ons zal zorgen als wij toch de juiste beslissing nemen. Maar dat is ons op dat moment nog niet duidelijk.

Toen wij in 1989 van het zendingsgebied Hamburg naar Oost-Duitsland werden overgeplaatst om het zendingsgebied Dresden te presideren, was dat geen goed moment voor ons gezin. Onze kinderen waren net aan hun nieuwe school in Hamburg gewend, en nu moesten ze zich aan het socialistische schoolsysteem in Oost-Duitsland aanpassen. Een van onze kinderen kon zelfs niet met ons mee, omdat ze haar school in het westen wilde maken. Maar we hebben door deze ervaring geleerd dat wat aanvankelijk moeilijk leek, uiteindelijk een grote zegen voor ons allen is geworden. De Heer zorgt op zijn eigen manier voor onze problemen.

Geliefde broeders en zusters, ik ben zo dankbaar voor de geweldige gave van keuzevrijheid, die onze Vader in de hemel ons heeft gegeven. Ik ben dankbaar dat ik weet dat wij zijn kinderen zijn. Ik weet uit eigen ervaring dat Hij ons liefheeft en voor ons zorgt. Ik weet dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, onze Heiland en Verlosser. Ik weet dat de profeet Joseph Smith de Vader en de Zoon heeft gezien en dat hij de profeet van de herstelling is. Ik weet dat president Gordon B. Hinckley nu de profeet van God is.

Daarvan getuig ik, in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. 2 Nephi 2:26–27.

  2. Deseret News, 10 oktober 1866, p. 355.

  3. Millennial Star, oktober 1889, p. 642.

  4. Abraham 3:25.

  5. Mozes 4:2.