2006
Geestelijke voedingsmiddelen
November 2006


Geestelijke voedingsmiddelen

We moeten geestelijke voedingsmiddelen toevoegen — voedingsmiddelen die voortkomen uit de kennis van het volle evangelie en de kracht van het heilig priesterschap.

Mijn grootvader weidde zijn vee elke zomer in de prachtige, welige, hoge bergvalleien ten oosten van onze woonplaats in het midden van Utah. Het vee had echter aanvullende voedingsmiddelen nodig in de vorm van steenzout. Dat steenzout kwam uit een zoutmijn die een eind verderop lag. Grootvader vulde het likzout voor het vee aan door een pakzadel op een stevig paard te leggen en het met steenzout te vullen. Ik noemde het lastpaard Slowpoke, oftewel slak, en met recht. Grootvader zette me op Slowpoke, bovenop het zadel dat met steenzout was gevuld. Hij gaf me de teugels zodat ik het paard de heuvel op kon leiden, achter grootvader en zijn paard aan.

Mijn paard, Slowpoke, was langzaam, maar ik spoorde hem niet aan omdat hij zo’n zware last droeg. Het kostte een hele dag om de berg op te rijden naar de likplekken en het steenzout van het lastdier te laden. Naarmate de dag warmer werd, begonnen mijn bezwete benen steeds meer te prikken omdat ze telkens langs de brokken steenzout in het pakzadel wreven. Het was fijn als we het beekje overstaken en ik van het paard af kon stijgen om het prikken tegen te gaan door mijn benen te wassen en te drogen.

Grootvader zong het grootste deel van de dag. Hij zong voornamelijk de liederen van Zion. Maar één lied dat hij zong waar ik erg van onder de indruk was, luidde: ‘Toon me je vrienden, dan zal ik je vertellen wat je bent.’ Nu ik erop terugkijk, was het best fijn om steenzout de bergvallei in te brengen, en de aanvullende voedingsmiddelen in het steenzout maakten het vee bovendien sterker.

Een voedingsmiddel bevordert zowel groei als genezing in dieren en mensen. Het vee van mijn grootvader wilde de voedingsmiddelen in het steenzout, maar mensen hebben nog iets meer nodig. Zij moeten ook geestelijk bijgevoed worden, want ‘het leven is meer dan het voedsel’1 en er is een ‘geest in de stervelingen en de adem des Almachtigen, die hun inzicht geeft’.2 De geest van de mens heeft liefde nodig. En hij moet ook gevoed worden met ‘de woorden des geloofs en der goede leer’.3

Geestelijke voeding bereidt ons voor op de doop. Die voorbereiding houdt in dat we ons verootmoedigen voor God, met een ‘gebroken hart en een verslagen geest’, en dat we ons bekeren van al onze zonden, bereidwillig om ‘de naam van Jezus Christus op [ons] te nemen’ en door onze ‘werken [te] tonen’ dat wij ‘van de Geest van Christus hebben ontvangen’.4

Ons belangrijkste geestelijke voedingsmiddel is een getuigenis dat God onze eeuwige Vader is, dat Jezus onze Heiland en Verlosser is, en dat de Heilige Geest onze Trooster is. Dit getuigenis wordt ons bevestigd door de gave van de Heilige Geest. Aan dit getuigenis ontlenen wij de geestelijke voedingsmiddelen van geloof en vertrouwen in God, wat de zegeningen van de hemel tot gevolg heeft. We krijgen geestelijke voedingsmiddelen uit verschillende bronnen, maar wegens de beperkte tijd wil ik er slechts drie noemen.

Enkele jaren geleden besloot een jongeman in de eindexamenklas van het voortgezet onderwijs om zichzelf dagelijks met een half uur schriftstudie te voeden. Toen hij het Nieuwe Testament begon te lezen, stuitte hij op een hindernis. Hij voelde het verwachte geestelijke hoogtepunt niet en hij kreeg geen nieuwe inzichten. Dus vroeg hij zich af: ‘Wat doe ik verkeerd?’ En toen dacht hij aan een voorval op school. Hij had met enkele vrienden moppen verteld. Sommige waren helemaal niet grappig en zelfs ronduit schandelijk. Hij luisterde niet alleen, maar vertelde zelf ook enkele schuine moppen. Net toen hij daar aan dacht, viel zijn oog op deze woorden in Matteüs: ‘Maar Ik zeg u: Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels.’5 Hij wist dat de Geest hem op dat moment naar die woorden had geleid. Hij legde zijn Bijbel weg en sprak een berouwvol gebed uit.

Het antwoord op zijn vraag ‘Wat doe ik verkeerd?’ was eenvoudig. Hij las de Schriften, markeerde de Schriften, genoot zelfs van de Schriften, maar hij leefde niet naar de raad in de Schriften. Toen hij de Schriften anders ging lezen en probeerde het voorbeeld van Christus na te volgen, merkte hij al gauw dat hij in andere aspecten van zijn leven begon op te bloeien.6 Door de Schriften deel uit te laten maken van zijn leven, had hij een belangrijk geestelijk voedingsmiddel toegevoegd.

In onze onzekere maatschappij moeten we geestelijke voedingsmiddelen toevoegen, voedingsmiddelen die voortkomen uit de kennis van het volle evangelie en de kracht van het heilig priesterschap. Als die kennis doordringt tot in onze ziel, komen we niet alleen nader tot God, maar willen we Hem en onze medemens ook dienen.

Jaren geleden besloot een priestersquorum als hulpproject voedsel in te zamelen voor de behoeftigen. Jim, een van de priesters, wilde graag meedoen en was vastbesloten om meer voedsel in te zamelen dan de anderen. De tijd voor het project brak aan en de priesters verzamelden zich bij de kerk. Ze gingen allemaal op dezelfde tijd op pad en kwamen op een afgesproken tijd, later die avond, weer terug. Tot ieders verbazing was Jims karretje leeg. Hij leek ernstig gestemd en enkele jongens staken de draak met hem. De adviseur zag dat. Wetend dat Jim zich interesseerde voor auto’s, zei hij: ‘Kom eens mee naar buiten, Jim. Ik wil graag dat je even naar mijn auto kijkt. Ik heb er een probleem mee.’

Eenmaal buiten, vroeg de adviseur aan Jim of hij van streek was. Jim zei: ‘Nou, nee. Maar toen ik voedsel ging ophalen, kreeg ik erg veel. Mijn karretje was vol. Op weg naar de kerk ging ik naar het huis van een vrouw in onze woonwijk die geen lid is en die gescheiden is. Ik klopte aan en legde uit wat we deden, waarop ze me vroeg om binnen te komen. Ze begon rond te kijken of ze iets zag wat ze me kon geven. Ze deed de koelkast open en ik kon zien dat er bijna niets in zat. En de kasten waren bijna leeg. Eindelijk vond ze een blikje perziken.

‘Ik kon het bijna niet geloven. Ze had allemaal kleine kinderen die gevoed moesten worden, maar ze gaf me dat blikje perziken. Ik nam het aan, deed het in mijn karretje en liep door. Ik was halverwege de straat toen ik me helemaal warm voelde en wist dat ik terug moest gaan naar dat huis. Ik gaf haar al het voedsel.’

De adviseur zei: ‘Jim, vergeet nooit hoe je je vanavond voelt, want dat is waar het echt om draait.’7 Jim had het voedingsmiddel van onzelfzuchtige hulpverlening geproefd.

Veel geestelijke voedingsmiddelen krijg je op zending, als je volkomen betrokken bent bij het werk van de Meester. Je krijgt ze door mensen te helpen om geestelijk wakker te worden zodat ze het evangelie kunnen aanvaarden. Meer dan een eeuw geleden presideerde ouderling J. Golden Kimball het zendingsgebied Zuidelijke Staten. Op een dag schreef hij een vergadering uit voor de ouderlingen. Ze zouden vergaderen op een afgelegen plek in het bos om wat privacy te hebben. Een van de ouderlingen had iets met zijn been. Het was rauw en was opgezwollen tot zeker twee keer de omvang van zijn andere been. Maar hij was vastbesloten om naar deze bijzondere priesterschapsvergadering in het bos te gaan. En dus droegen twee ouderlingen hem naar de vergaderplek.

Ouderling Kimball vroeg de zendelingen: ‘Broeders, wat verkondigt u?’

Zij zeiden: ‘Wij verkondigen het evangelie van Jezus Christus.’

‘Vertelt u deze mensen dat u de kracht en het gezag hebt om door geloof zieken te genezen?’ vroeg hij.

Zij zeiden: ‘Ja.’

‘Nou,’ vervolgde hij, ‘waarom gelooft u het dan niet?’

De jonge man met het gezwollen been zei: ‘Ik geloof het.’ Hier komt de rest van het verhaal, met de woorden van ouderling Kimball: ‘[De ouderling] ging op een boomstronk zitten en de ouderlingen gingen om hem heen staan. Hij werd gezalfd en ik gaf hem een zegen, en hij werd genezen waar ze bij stonden. Dat was een grote schok. En we zalfden iedere ouderling die ziek was, en ze werden alle genezen. We beëindigden de priesterschapsvergadering en de ouderlingen kregen hun taak te horen, en er heerste onbeschrijflijke vreugde en blijdschap.’8 Hun voedingsmiddel van geloof was aangevuld en hun zendingsijver hernieuwd.

Geestelijke voedingsmiddelen die ons geestelijk gezond houden, kunnen hun kracht verliezen als we niet goed genoeg leven om de goddelijke leiding te ontvangen die we nodig hebben. De Heiland heeft ons gezegd: ‘Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer toe dan om weggeworpen en door de mensen vertreden te worden.’9 We moeten onze geest en ons lichaam vrijwaren van alle vormen van verslaving en vervuiling. We zouden nooit bewust bedorven of vergiftigd voedsel eten. We zouden echter net zo selectief moeten zijn in wat we lezen of kijken en alles moeten mijden wat ongepast is. Veel geestelijke vervuiling krijgen we via internet, computerspelletjes, televisieprogramma’s en films die uiterst suggestief zijn of een levendige voorstelling geven van de slechtere eigenschappen van de mens. Omdat wij in deze omstandigheden leven, moeten we onze geestkracht vergroten.

Enos vertelt dat zijn ziel de hele dag hongerde en dat hij zelfs tot in de nacht de Heer aanriep voor het welzijn van zijn ziel.10 Hij verlangde naar de geestelijke voedingsmiddelen die zijn dorst naar geestelijke waarheid zouden lessen. Zoals de Heiland van de wereld de vrouw bij de bron in Samaria zei: ‘(…) wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven.’11

Vandaag zijn wij in groten getale, hier en elders, bijeen als priesterschap van God, hopelijk omdat we geestelijke voeding willen ontvangen. Ik hoop dat wij altijd zullen hongeren en dorsten naar het woord van de Heer dat door zijn dienstknechten, de profeten, tot ons komt, en dat wij wekelijks bij onze deelname aan de avondmaalsdienst en bij het hernieuwen van onze verbonden voldaan mogen worden.

Ieder van jullie, jongemannen van de Aäronische priesterschap, heeft alle benodigde elementen in zich om zijn eeuwige bestemming te bereiken. Die elementen, waarvan sommige sluimeren, moeten van buitenaf gesterkt en gevoed worden. Sommige zijn lichamelijk, andere zijn geestelijk. De menselijke geest moet van zijn eeuwige reis afweten — waar hij vandaan komt, waarom hij hier in het sterfelijk leven is, en waar hij uiteindelijk heen moet gaan om vreugde en geluk te ontvangen en zijn bestemming te vervullen. Onze geest bijvoeden met geestelijke voedingsmiddelen kan een eeuwig effect hebben. Zoals Amulek heeft gezegd: ‘Diezelfde geest die uw lichaam in bezit heeft ten tijde dat gij uit dit leven vertrekt, diezelfde geest zal macht hebben om uw lichaam in die eeuwige wereld te bezitten.’12

Broeders, wij waarderen uw toewijding en rechtschapenheid. U vervult uw roeping in het quorum, de gemeente, de wijk en de ring zo goed dat de kerk groeit, en het hele werk van God boekt over de hele wereld vooruitgang. Door uw priesterschap kunt u uw gezinsleden en anderen die daarom vragen in naam van de Heer zegenen. Dat komt door het goddelijk gezag dat de Heer ons heeft toevertrouwd, want Hij heeft beloofd: ‘Wie u ook zegent, zal Ik zegenen’.13

Broeders, ik hoop dat wij al onze verbonden trouw zullen zijn. Ik bid dat wij volledige toewijding zullen tonen in al onze familierelaties, vooral met onze echtgenote, maar ook met onze ouders, kinderen en kleinkinderen. Mogen wij ons getuigenis van de waarheid van dit werk al onze levensdagen uitdragen. Mogen wij in rechtschapenheid voortgaan als nederige dienstknechten van de Heer, dat bid ik in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Lucas 12:23.

  2. Job 32:8.

  3. 1 Timoteüs 4:6.

  4. LV 20:37.

  5. Matteüs 12:36.

  6. Carl Houghton, ‘What Am I Doing Wrong?’ Tambuli, mei 1988, pp. 42–43; New Era, september 1987, p. 12.

  7. Robert B. Harbertson, ‘The Aaronic Priesthood: What’s So Great About It’, New Era, mei 1990, p. 49.

  8. Max Nolan, ‘J. Golden Kimball in the South’, New Era, juli 1985, p. 10.

  9. Matteüs 5:13.

  10. Zie Enos 1:4.

  11. Johannes 4:14.

  12. Alma 34:34.

  13. LV 132:47.