2006
De tempel en het gezin
November 2006


De tempel en het gezin

Als u naar de tempel gaat, zult u uw gezinsleden meer dan ooit liefhebben.

President Gordon B. Hinckley heeft, zoals hij zojuist zei, onlangs in Sacramento (Californië) de 123ste tempel van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen ingewijd. Deze prachtige tempel is bestemd voor de ruim tachtigduizend geweldige, enthousiaste leden van de kerk in Sacramento en omstreken. Ruim 168 duizend bezoekers hebben de open dagen bezocht. Daar werd hen verteld dat de leden in deze prachtige gebouwen dichter tot de Heiland Jezus Christus kunnen komen dan waar ook ter wereld. Onze leden weten dat zij door Hem de vrede en hoop kunnen vinden om met hun gezin in deze woelige wereld stand te houden.

Als u geregeld naar de tempel gaat, zult u uw gezinsleden meer dan ooit liefhebben. In de tempel staat het gezin centraal. Toen mijn vrouw, Karen, en ik vaker naar de tempel gingen, nam onze liefde voor elkaar en onze kinderen toe. En daar houdt het niet mee op. Ouders, broers, zussen, tantes, ooms, neven en nichten, onze voorouders en vooral onze kleinkinderen zijn erdoor gezegend! Dat is de geest van Elia, de geest van familiegeschiedenis. Onder inspiratie van de Heilige Geest wendt die geest het hart der vaderen tot de kinderen en het hart der kinderen tot de vaderen. Door dit priesterschap worden man en vrouw voor eeuwig aan elkaar verzegeld en de kinderen aan hun ouders. Daarom is het gezin eeuwig en zal het door de dood niet uiteenvallen.

Toen mijn vrouw en ik nog kleine kinderen thuis hadden, moedigden we onze kinderen aan om de geloofsartikelen uit het hoofd te leren. De beloning was een avondje uit met pa. We waren blij dat het de drie oudste kinderen lukte. Toen onze zoon van zeven alle dertien artikelen uit het hoofd kende, probeerden we een avond te vinden om samen iets leuks te doen. Ik had het zo druk met werk, kerk en andere activiteiten dat ik twee weken lang geen avond vrij had. Hij was diep teleurgesteld. Toen kwam ik er echter achter dat er in onze stad een bowlingbaan was die 24 uur per dag open was. We kozen meteen een datum en besloten om vijf uur ’s ochtends te gaan bowlen. We zouden om vier uur opstaan, samen ontbijten en dan naar de stad gaan.

Die dag voelde ik iemand al heel vroeg aan mijn schouder schudden. Toen ik mijn ogen opendeed, zei mijn zoon: ‘Is het al tijd, pap?’ Ik keek op mijn wekker en zag dat het pas twee uur was!

Ik zei: ‘Ga alsjeblieft terug naar bed. Het is nog geen tijd.’

Een uur later gebeurde hetzelfde: ‘Pap, pap, is het al tijd om te gaan?’ Toen ik hem de tweede keer terug naar bed stuurde, begreep ik wel dat hij een en al opwinding was.

Om vier uur stonden we op, aten we samen wat en gingen we naar de bowlingbaan. We hadden heel veel plezier.

Ik wou dat ik kon zeggen dat ik geregelde en gedenkwaardige activiteiten met al mijn kinderen heb ondernomen, maar dat kan ik niet. Ik ben een van die ouders die vaak wenst dat hij terug in de tijd kon gaan om sommige dingen over te doen.

Net als u wil ik geen van mijn kinderen kwijtraken. Ik wil voor eeuwig met mijn hele gezin samen zijn. De tempel geeft ons allen de extra hoop om onze relaties ook na dit leven voort te zetten en te verbeteren. De verzegelbevoegdheid die in de tempel gebruikt wordt, belooft ons aanvullende zegeningen.

‘De profeet Joseph Smith heeft gezegd — en hij heeft nooit iets gezegd wat vertroostender is — dat de eeuwige verzegeling van getrouwe ouders en de beloften van God voor het heldhaftige werk dat zij voor het goede doel verrichten, niet alleen henzelf zal verlossen maar ook hun nakomelingen. Hoewel sommige schapen zullen afdwalen, houdt de Herder hen in de gaten en uiteindelijk zullen ze merken dat God zijn hand uitstrekt om hen terug in de kudde te brengen. Zij zullen terugkeren, in dit leven of hierna. Zij zullen hun schuld moeten betalen om aan de gerechtigheid te voldoen; zij zullen voor hun zonden moeten lijden. Maar als ze, net als de verloren zoon, naar een liefdevolle, vergevensgezinde Vader terugkeren, zal hun pijnlijke ervaring niet voor niets zijn geweest.’1

Is deze uitspraak geen bemoedigend nieuws voor ouders die kinderen hebben die aan hen zijn verzegeld?

Laten we eens kijken welke andere zegeningen de tempel biedt. Het huis des Heren is een toevluchtsoord in deze wereld. De leden in Sacramento hebben de volgende uitspraak aan de gasten van de open dagen laten lezen: ‘Soms worden we zo in beslag genomen door problemen en zijn er zoveel zaken die tegelijk om onze aandacht vragen, dat we gewoon niet goed kunnen denken en alles helder zien. In de tempel lijkt het stof van de afleiding te verdwijnen, de mist lijkt op te trekken, en we kunnen dingen “zien” die we eerder niet konden zien.’2

De celestiale zaal in de tempel is vooral een vredige, serene en prachtige plek. Het is een toevluchtsoord waar we kunnen nadenken, overwegen, bidden, mediteren, en waar we de liefde van onze hemelse Vader en de Heiland kunnen voelen. Als we in de tempel nadenken en mediteren, richten we onze gedachten als vanzelfsprekend op de andere gezinsleden.

In 2 Samuël 22:7 lezen we de woorden van David: ‘Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan; tot mijn God riep ik. En Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis, mijn hulpgeroep klonk in zijn oren.’ In de tempel kunnen we openbaring voor onszelf ontvangen, die ons tot zegen zal zijn bij onze taken.

President Hinckley heeft gezegd: ‘Net zoals de Verlosser zijn leven gaf als plaatsvervangend offer voor alle mensen, waarmee Hij onze Heiland werd, worden ook wij, in bescheiden mate, als we in de tempel plaatsvervangend werd doen, heilanden voor hen die aan de andere zijde zijn en geen mogelijkheid hebben om vooruitgang te maken tenzij iemand hier op aarde iets namens hen doet.’3

Dat is een grote dienst die wij verlenen, en onze overleden broeders en zusters krijgen letterlijk een diepere band met ons.

De tempel is een plek waar we de Vader en de Zoon kunnen leren kennen. We kunnen hun aanwezigheid daar voelen. De profeet Joseph Smith heeft het volgende gezegd: ‘O, ik smeek u (…) om voorwaarts te gaan en u meer te verdiepen in de verborgenheden van de Godheid.’4 Waar moeten we zoeken? In het huis van God.

Laten we een volk zijn dat graag naar de tempel gaat. Ik geef u mijn getuigenis dat het gezin in de tempel centraal staat. Ik getuig ook dat alles in de tempel van Jezus Christus getuigt. We kunnen er zijn voorbeeld van liefde en dienstbetoon voelen. De tempel is zijn heilig huis. Ik weet dat Hij de zoon van God is, onze Heiland en Verlosser, onze Middelaar en onze Voorspraak bij de Vader. Hij heeft ons lief en wil dat ons gezin gelukkig en eeuwig samen is. Hij wil dat we allemaal de tempel deel van ons leven maken.

In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Orson F. Whitney, Conference Report, april 1929, p. 110.

  2. Boyd K. Packer, ‘De heilige tempel’, De Ster, juni 1992, p. 23; Ensign, februari 1995, p. 36.

  3. Discourses of President Gordon B. Hinckley, Volume 2: 2000–2004 (2005), p. 265.

  4. History of the Church, Volume 6, p. 363.