2006
Kijk naar, reik naar en kom tot Christus
November 2006


Kijk naar, reik naar en kom tot Christus

De Messias strekt zijn arm van barmhartigheid naar ons uit, altijd bereid om ons te ontvangen — als wij ervoor kiezen om tot Hem te komen.

Op Minerva Teicherts schitterende schilderij Christus in een rode mantel staat de Heiland van het mensdom majestueus met uitgestrekte armen en littekens in zijn handen. Teder en liefdevol kijkt Hij neer op de vrouw die moeite doet om bij Hem te komen.

Het symbool van de vrouw die de Heiland probeert aan te raken, vind ik prachtig. We willen graag dicht bij de Heer komen, want we weten dat Hij eenieder van ons liefheeft en ons ‘voor eeuwig in de armen van zijn liefde’1 wil sluiten. Door zijn aanraking kan Hij geestelijke, emotionele en lichamelijke aandoeningen genezen. Hij is onze Voorspraak, ons Voorbeeld, de goede Herder en onze Verlosser. Waar zouden we anders kijken — waar zouden we anders naar reiken — waar zouden we anders heengaan — dan naar Jezus Christus, ‘de leidsman en voleinder des geloofs’2.

Hij heeft gezegd: ‘Ja, voorwaar, (…) indien gij tot Mij komt, zult gij het eeuwige leven hebben. Zie, de arm van mijn barmhartigheid is naar u uitgestrekt, en wie ook komt, hem zal Ik aannemen.’3 Door zijn belofte nodigt Hij ons niet alleen uit om naar Hem te reiken, maar ook om de allerbelangrijkste stap te zetten: tot Hem komen.

Dat is zo’n motiverende, blijde leer. De Messias strekt zijn arm van barmhartigheid naar ons uit, altijd bereid om ons te ontvangen — als wij ervoor kiezen om bij Hem te komen. Als wij met ‘een volmaakt voornemen des harten’4 bij de Heiland komen, zullen we zijn liefdevolle aanraking heel persoonlijk ervaren.

‘Een vrouw’5 nam die beslissing en voelde zijn aanraking. ‘En een vrouw, die sinds twaalf jaren aan bloedvloeiing leed en door niemand kon genezen worden,

‘kwam van achteren tot Hem en raakte de kwast van zijn kleed aan, en terstond hield haar vloeiing op.

‘En Jezus zeide: Wie is het, die Mij heeft aangeraakt? En terwijl allen het ontkenden, zeide Petrus: Meester, de scharen drukken en verdringen U.

‘Maar Jezus zeide: Iemand heeft Mij aangeraakt, want Ik heb kracht van Mij voelen uitgaan.

‘Toen de vrouw zag, dat zij niet onopgemerkt bleef, kwam zij bevende nader, viel voor Hem neer en verhaalde Hem, voor al het volk, om welke reden zij Hem aangeraakt had en dat zij terstond beter was geworden.

‘En Hij zeide tot haar: Dochter, uw geloof heeft u behouden, ga heen in vrede.’6

Ik heb mezelf afgevraagd wat er gebeurd zou zijn als deze vrouw niet voldoende in de Heiland had geloofd om haar uiterste best te doen om zijn kleed aan te raken. Ik stel me zo voor dat het in die menigte moeilijk was om zo dicht bij Hem te komen. Maar geen enkel opzicht twijfelende’7 bleef ze volharden.

Op soortgelijke wijze moeten wij laten zien dat ons geloof in de Heer diep genoeg is om in actie te komen.

Een vriendin heeft me over een voorval verteld waardoor ze ontroostbaar was. Ze voelde zich zo verdrietig door een probleem in de familie dat ze op een dag niet eens meer naar buiten kon. Onaangekondigd stond er ZHV-zuster aan de deur, die zei: ‘Ik heb het gevoel dat je me nodig hebt.’ De zuster vroeg niet naar het probleem of details, maar ze sloeg haar armen om mijn vriendin heen en vroeg: ‘Zullen we samen bidden?’ Na het gebed vertrok de zuster weer. Door die aanraking en gevoelvolle benadering werd er een grote bijdrage geleverd aan de innerlijke genezing van mijn vriendin.

Deze dierbare ZHV-zuster luisterde niet alleen naar de Geest, maar kwam ook in actie. Ze liet duidelijk zien dat de reddingskracht van het evangelie zo diep in haar hart was doorgedrongen dat ze er dagelijks aan werkte om een goede christen te zijn. Uit haar daad bleek haar persoonlijke begrip van het motto: ‘De liefde vergaat nimmermeer.’8

Over de miljoenen getrouwe ZHV-zusters die, net als deze meelevende zuster, een weerspiegeling zijn van de eeuwigdurende liefde van Christus9, namelijk naastenliefde, heeft president Gordon B. Hinckley gezegd: ‘Deze opmerkelijke, wonderbaarlijke en onzelfzuchtige vrouwen verrichten talloze goede daden: zij steunen mensen in problemen, zij verbinden de wonden van hen die gewond zijn, zij troosten de mensen die verdriet hebben en beuren hen op, (…) zij helpen de mensen overeind die gevallen zijn en geven hun de kracht en aanmoediging die ze nodig hebben om door te gaan.’10

Voor de wil om steeds dichter bij de Heiland te komen, is soms onmiddellijke bekering nodig. We moeten erkennen dat we fouten hebben begaan of niet gedaan hebben wat we hadden moeten doen om iemand aan te moedigen of te helpen. Dergelijke koerswijzigingen op het gebied van gedachten, woorden of daden, zijn uitermate belangrijk voor hen die bij Christus willen komen. Zij staan voor de persoonlijke keuze om elkaar letterlijk en figuurlijk aan te raken.

We komen dichter bij de Heiland als we anderen in de armen van onze liefde sluiten. Of niet. We verzorgen emotionele of lichamelijke wonden. Of niet. We kijken liefdevol en niet kritisch naar elkaar. Of niet. We vragen vergeving voor leed dat wij hebben veroorzaakt, ook als het niet opzettelijk was. Of niet. We doen ons uiterste best om de mensen te vergeven die ons iets hebben aangedaan. Of niet. Zodra we ons ervan bewust zijn, verbeteren we onze fouten of vergissingen die we in onze omgang met anderen maken. Of niet.

Net als u weet ik wat het inhoudt om belangrijke veranderingen aan te brengen. Ik kan me nog herinneren dat ik zonder opzet een zuster in onze wijk beledigde. Ik moest die zaak oplossen, maar ik moet toegeven dat ik door trots ervan werd weerhouden om naar haar toe te gaan en om vergeving te vragen. Mijn gezin, andere verplichtingen enzovoort; ik vond altijd redenen om mijn bekering uit te stellen. Ik was ervan overtuigd dat alles vanzelf wel goed zou komen. Maar dat gebeurde niet.

Verscheidene nachten lag ik na te denken over het feit dat ik niet deed wat de Heer van mij verwachtte. Ik handelde niet naar mijn geloof dat zijn genadige arm daadwerkelijk naar mij was uitgestrekt — als ik mijn deel zou doen. Ik bad om kracht en moed, verdeemoedigde mij en ging naar het huis van de zuster toe om haar om vergeving te vragen. Het was voor ons allebei een dierbare, genezende ervaring.

Soms vindt een koerswijziging onmiddellijk plaats. We draaien ons bijvoorbeeld onderweg naar de buitendeur van de kerk om en — in plaats van naar buiten te gaan — begroeten we een eenzame zuster van wie we weten dat ze ons lang aan de praat zal houden. Vaak moeten we op de lange termijn bepaalde gevoelens overwinnen ten opzichte van familieleden die ons achteloos behandelen — terwijl wij ons best doen om een goede relatie op te bouwen. Dergelijke koerswijzigingen hebben op belangrijke momenten van bekering ‘een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid’11 opgeleverd.

Als wij op zoek gaan naar die vrucht van gerechtigheid, zullen we net als de vrouw op het prachtige schilderij van Minerva Teichert in verlangen en bewondering onze hand naar de Heiland uitstrekken, want wij weten dat Hij ‘de arm der barmhartigheid [uitstrekt] naar hen die hun vertrouwen in Hem stellen.’12 Omdat deze geweldige belofte waar is, waar zouden we anders kijken — waar zouden we anders reiken — waar zouden we anders heengaan — dan naar Jezus Christus, het Licht der wereld, het Lam Gods, onze Messias?

Ik weet dat de ‘Zoon der gerechtigheid [opgaat] met genezing onder zijn vleugels’13, niet alleen voor die ene vrouw met vloeiingen, maar voor eenieder van ons. Hij zal ons leiden, zegenen en vergaderen — als wij ervoor kiezen om bij Hem te komen. Ik bid dat we dat iedere dag van ons leven zullen doen.

In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. 2 Nephi 1:15.

  2. Hebreeën 12:2.

  3. 3 Nephi 9:14.

  4. 3 Nephi 10:6.

  5. Marcus 5:25.

  6. Lucas 8:43–48.

  7. Jakobus 1:6.

  8. Moroni 7:46.

  9. Zie Moroni 8:17.

  10. Mormon Should Mean “More Good”,’ Ensign, november 1990, p. 54.

  11. Hebreeën 12:11.

  12. Mosiah 29:20.

  13. 3 Nephi 25:2.