2006
‘De grote en wonderbaarlijke liefde’
November 2006


‘De grote en wonderbaarlijke liefde’

Kinderlijk geloof in de volmaakte liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus zal Satans valstrikken van een negatief zelfbeeld, onvolmaaktheid en schuldgevoel ‘vaneen scheiden’.

De kinderen zeggen in onvervalst geloof op: ‘Wij geloven in God, de eeuwige Vader, en in zijn Zoon, Jezus Christus, en in de Heilige Geest.’1 Maar soms voelen jongeren en volwassenen de kracht van deze eenvoudige verklaring niet.

Satan is de ‘vijand van alle gerechtigheid’,2 en zaait twijfel over het wezen van de Godheid en onze relatie tot Hen. Jezus Christus heeft geprofeteerd dat in de laatste dagen zelfs de uitverkorenen zich zouden laten misleiden.3 Overweeg drie voorbeelden van hoe Lucifer ‘strikken en netten [legt] om de heiligen Gods te vangen.’4

De valstrik van een negatief zelfbeeld. Een getrouwe jongere lukt het niet om aan de verwachtingen van anderen te voldoen. Thuis en op school krijgt ze zelden een complimentje, maar wel veel kritiek. De populaire media houden haar voor dat ze niet mooi genoeg of slim genoeg is. Elke dag vraagt deze fijne zuster zich af of zij wel de liefde van haar hemelse Vader, het zoenoffer van de Heiland of het gezelschap van de Geest verdient.

De valstrik van overbelichte onvolmaaktheid. Een uitstekend zendeling heeft het gevoel dat hij onmogelijk aan de verwachtingen van God kan voldoen. Deze toegewijde zendeling stelt zich een strenge hemelse Vader voor die Zich te houden heeft aan de gerechtigheid, een Heiland die bij machte is om anderen van hun overtredingen te reinigen maar niet deze zendeling, en een Heilige Geest die niet in het gezelschap van een onvolmaakt mens wil zijn.

De valstrik van onnodig schuldgevoel. Een vrouw van middelbare leeftijd is een toegewijde moeder, een lieve vriendin, een getrouw lid van de kerk, en een frequent tempelbezoekster. Maar diep in haar hart kan deze zuster zichzelf niet vergeven voor de zonden die ze jaren geleden heeft begaan, maar waarvan ze zich heeft bekeerd en die volledig zijn afgehandeld met haar priesterschapsleiders. Ze betwijfelt of haar leven de Heer ooit welgevallig zal zijn en heeft alle hoop verloren op een eeuwig leven in de tegenwoordigheid van haar hemelse Vader.

Als uw gedachten en gevoelens lijken op die van deze goede heiligen, roep ik u op om als een klein kind te worden en u open te stellen voor ‘de grote en wonderbaarlijke liefde die de Vader en de Zoon hadden getoond door de komst van de Verlosser in de wereld.’5 Kinderlijk geloof in de volmaakte liefde van onze hemelse Vader en Jezus Christus zal Satans valstrikken van een negatief zelfbeeld, onvolmaaktheid en schuldgevoel ‘vaneen scheiden’.6

In Spreuken lezen we: ‘Want zoals hij in zijn hart overweegt, zo is hij.’7 Ik wil graag — in aanvulling op volhardend gebed, schriftstudie, en kerk- en tempelbezoek — vijf suggesties doen waarmee u veranderingen kunt aanbrengen in uw gedachten en hart, waardoor u de goedertierenheid van God meer zult voelen.

Ten eerste, zie uzelf als een waardevol kind van een liefdevolle Vader in de hemel. Onze kinderen zingen vol vertrouwen: ‘Ik ben een kind van God, door Hem op aard’ gebracht.’8 Kleine kinderen voelen en weten wat u wellicht bent vergeten. U bent een geliefde zoon of dochter van Vader in de hemel, ‘naar zijn beeld’9 geschapen en van oneindige waarde — zozeer zelfs dat Jezus Christus voor u is gestorven.

God de Vader is barmhartig en houdt oneindig veel van u ondanks uw fouten. Alleen de stem van Satan zal u het gevoel geven dat u niets waard bent. Ter vergelijking, de Heilige Geest zal u ‘droefheid naar Gods wil’10 laten voelen die tot inkeer leidt en u vervult van hoop op een verandering ten goede.

Wanneer u zich waardeloos voelt ‘bedenkt [dan] dat de waarde van zielen groot is in de ogen van God.’11 Pas ervoor om voortdurend negatief over uzelf te praten of te denken — er is een duidelijk verschil tussen nederigheid en vernedering. Ga op zoek naar en gebruik uw unieke talenten in plaats van te blijven stilstaan bij uw zwakheden.

Ten tweede, leg uw last bij Jezus Christus neer. U hoeft de strijd met al die verwachtingen en problemen, die u te veel dreigen te worden, niet alleen te voeren. Volg het voorbeeld van kleine kinderen en kniel neer in gebed.

Jezus Christus heeft ons geboden: ‘Vertrouw op Mij bij iedere gedachte; twijfel niet, vrees niet.’12 Twijfel, angst en zorgen duiden erop dat we al onze zorgen en problemen zelf dragen. Als u geplaagd wordt door gedachten dat u een nietsnut bent, zegt u vol vertrouwen: ‘Ik kan alles aan, dankzij Hem die mij kracht geeft.’13 Als u vervolgens ‘blijmoedig alle dingen [doet] die binnen [uw] vermogen liggen’14 kunt u ervan op aan dat de Heer de rest zal doen, en dat alles goed zal komen.

De Heiland heeft beloofd: ‘Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven’15 Wanneer u ‘uw bekommernis op de Heer [werpt]’16 zult u de vrede van de Geest voelen.17

Ten derde, vergeef uzelf uw zonden en onvolmaaktheden. Vader in de hemel verwacht niet van u dat u in dit leven helemaal volmaakt wordt. Hij wist dat zijn kinderen op aarde fouten zouden maken. Maar ‘alzo lief heeft God de wereld gehad’18 dat zijn plan van geluk in een barmhartige Heiland voorzag.

Jezus heeft gezegd: ‘Ik, de Here, zal vergeven wie Ik wil vergeven, maar het is van u vereist alle mensen te vergeven.’19 Begin bij uzelf, en vergeef ook anderen. Als God niet meer denkt aan zonden waarvan we ons bekeerd hebben,20 waarom wij dan wel? Verdoe uw tijd en energie niet aan het oprakelen van het verleden.

Als u uzelf en anderen wilt vergeven, zult u op de verzoening van Jezus Christus moeten vertrouwen. De profeet Zenock heeft gebeden: ‘Gij zijt vertoornd op dit volk, o Heer, omdat zij uw barmhartigheden, die Gij hun wegens uw Zoon hebt betoond, niet willen begrijpen.’21 Onze hemelse Vader is bedroefd als we de reikwijdte van het zoenoffer van zijn Zoon beperken. U kunt geloof in Jezus Christus oefenen, dan zal uw schuld worden ‘weggevaagd.’22 Als u met schuldgevoelens blijft zitten na u oprecht te hebben bekeerd, geloof dan uw priesterschapsleiders wanneer die u zeggen dat u weer in het reine bent.23

Ten vierde, houd hoop op het eeuwige leven. Als u van mening bent dat uw vroegere zonden, gebreken en slechte keuzes een sta-in-de-weg zijn om alle zegeningen van God te kunnen ontvangen, overweeg dan de ervaring van Alma de oude. Verwijzend naar zijn jaren als verdorven priester van de slechte koning Noach, gaf Alma toe: ‘Ik was zelf in een valstrik gevangen en deed vele dingen die gruwelijk waren in de ogen des Heren, hetgeen mij een pijnlijke bekering bezorgde.’24 Toch was Alma’s bekering zo volledig en Christus’ verzoening zo oneindig dat Alma tot profeet werd geroepen en de belofte van het eeuwige leven kreeg.25 Als u uw beste doet om gehoorzaam en bekeerlijk te zijn, kunt ook u een plek in het celestiale koninkrijk krijgen in en door de verzoening en genade van Jezus Christus.26

Ten vijfde, richt u elke dag op vreugde. Eén bron van vreugde is hulpbetoon, want als u druk bent met het helpen van anderen, zult u minder tijd hebben om in te zitten over uw tekortkomingen. De Heiland verkondigde deze wijze raad: ‘Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder, die zijn leven verliezen zal om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden.’27

U zult meer vreugde ervaren als u afrekent met pessimisme dat volwassenen zo eigen is en dat te vervangen door kinderlijk optimisme. Optimisme is een deugd die ons toestaat Gods liefdevolle hand in alle aspecten van ons leven te zien. In een lievelingslofzang krijgen we de raad: ‘Tel uw zegeningen […] en gij ziet Gods liefde dan door alles heen.’28

Ik getuig van onze hemelse Vader, die zich in grote en wonderbaarlijke liefde naar elk van zijn kinderen uitstrekt. Ik getuig van Jezus Christus, die ‘machtig is’29 om ons van onze negatieve instelling, onvolmaaktheden en zonden te redden. Ik getuig van de Heilige Geest, die het gezelschap zal zoeken van de onvolmaakte doch bekeerlijke ziel. Tot u, getrouwe en reine heiligen die moeite hebben met de hedendaagse valstrikken van de duivel,30 zeg ik: ‘God geve u (…) dat uw lasten licht zullen zijn door de vreugde in zijn Zoon.’31 In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Geloofsartikelen 1:1.

  2. Alma 34:23; zie ook Handelingen 13:10; Mosiah 4:14; Moroni 9:6.

  3. Zie Matteüs 24:24; zie ook Matteüs naar Joseph Smith 1:22, 37.

  4. Alma 10:17.

  5. LV 138:3.

  6. Helaman 3:29.

  7. Spreuken 23:7, naar de King James-bijbel.

  8. ‘Ik ben een kind van God’, lofzang 195.

  9. Genesis 1:27; zie ook Alma 22:12; Ether 3:15–16; LV 20:17–18; Mozes 6:8–10; Abraham 4:26–27.

  10. 2 Korintiërs 7:10.

  11. LV 18:10.

  12. LV 6:36; zie ook Jesaja 41:10; Matteüs 10:31; Lucas 8:50; LV 50:41; 122:9.

  13. Filippenzen 4:13; zie ook 2 Korintiërs 12:7–10; Hebreeën 11:33–34; 1 Nephi 7:12; 17:3; Jakob 4:7; Alma 26:12; Ether 12:27.

  14. LV 123:17.

  15. Matteüs 11:28.

  16. Psalmen 55:23.

  17. Zie Galaten 5:22; zie ook LV 19:23.

  18. Johannes 3:16.

  19. LV 64:10.

  20. Zie LV 58:42; zie ook Psalmen 25:7; Jesaja 43:25; Jeremia 31:34; Hebreeën 8:12; 10:17; Alma 36:19.

  21. Alma 33:16.

  22. Zie Enos 1:3–8; zie ook Alma 24:10; Alma 36:16–19.

  23. Zie Marvin J. Ashton, ‘Wij kunnen aan de vereisten voldoen’, De Ster, juli 1989, pp. 18–20.

  24. Mosiah 23:9.

  25. Zie Mosiah 26:20.

  26. Zie Titus 3:7; 1 Petrus 5:10; 2 Nephi 2:6–8; 10:24–25; 25:23; Enos 1:27; Moroni 7:41; LV 138:14.

  27. Marcus 8:35; zie ook Alma 36:24–25.

  28. ‘Tel uw zegeningen’, lofzang 163.

  29. 2 Nephi 31:19; zie ook Jesaja 63:1; Alma 7:14; 34:18; LV 133:47.

  30. Zie 2 Timoteüs 2:26.

  31. Alma 33:23.