2007
Mijn zoon leeft ook
April 2007


Mijn zoon leeft ook

Een zuster in onze wijk leerde mij een onschatbare les over de gemoedsrust die we door geloof in Jezus Christus en zijn verzoening kunnen ontvangen.

In haar patriarchale zegen was deze zuster beloofd dat zij moeder zou worden. Maar zij en haar man baden jarenlang om kinderen. Uiteindelijk werden hun gebeden verhoord. Negen maanden lang was hun leven vol met vreugdevolle voorbereidingen. Zij verfden een kamer, kochten meubeltjes, kleertjes en andere babyspullen. En ze baden vaak. De artsen zeiden dat ze na deze zwangerschap geen kinderen meer kon krijgen, dus al haar hoop was op dit kind gericht.

De dag brak aan dat deze zuster haar kind ter wereld bracht en de baby hoorde huilen.

‘Het is een prachtige jongen’, zei de verpleegkundige.

De moeder sloot haar ogen en sprak een dankgebed uit. Vier minuten later was haar baby dood.

Twee weken daarna zag ik haar in de avondmaalsdienst. Als dirigente liep ze naar het podium in de kapel en nam plaats naast het orgel. Onder haar leiding zongen we ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft’ (lofzang 92). Ze stond rechtop en haar gezicht en getuigenis straalden. Af en toe waren de woorden moeilijk voor haar. Ze slikte en drukte haar lippen op elkaar. Toen stopte ze met zingen, maar met haar arm bleef ze dirigeren.

Later, met tranen die over haar wangen liepen, gaf deze zuster met deze eenvoudige woorden haar getuigenis: ‘Ik weet dat mijn Verlosser leeft. Ik weet dat Hij rechtvaardig is en ons liefheeft. En omdat Hij leeft, leeft mijn zoon ook.’

In haar geloof herkende ik het getuigenis van onze Verlosser, die door zijn verzoening de onsterfelijkheid en het eeuwige leven mogelijk heeft gemaakt. Haar zoon was haar ontnomen, maar ze wist dat zij hem ooit weer zou zien.