2002
Het eeuwige leven door Jezus Christus
Juli 2002


Het eeuwige leven door Jezus Christus

‘Om de Heer Jezus Christus te leren kennen, moeten wij, en de gehele mensheid, Hem ontvangen. En om Hem te ontvangen, moeten we zijn dienstknechten ontvangen.’

Bijna tweeduizend jaar geleden stelde een rijke jonge man de Heiland een uiterst belangrijke vraag: ‘Meester, wat voor goed moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven?’ (Matteüs 19:16.)

Toen hij de instructies van de Heiland hoorde, en zijn vriendelijke uitnodiging om te komen en Hem te volgen (zie Matteüs 19:21), ging de jonge man ‘bedroefd heen, want hij bezat vele goederen’ (Matteüs 19:22).

Jammer genoeg waarderen en verkiezen miljoenen in de huidige wereld ‘aardse schatten’ boven ‘de schatten der eeuwigheid’ (LV 38:39) omdat zij niet weten of ten volle begrijpen dat ‘hij, die het eeuwige leven heeft, (…) rijk [is]’ (zie LV 6:7) en dat het eeuwige leven ‘de grootste van alle gaven Gods’ is. (Zie LV 14:7.) Eenvoudig gezegd betekent eeuwig leven voor altijd als gezin in de nabijheid van God leven. (Zie LV 132:19–20, 24, 55.)

In zijn grote hogepriesterlijke gebed leert de Heiland de gehele mensheid wat de sleutel is tot het verkrijgen van het eeuwige leven: ‘Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt’ (Johannes 17:3).

Maar hoe kan de mens de enige waarachtige God leren kennen?

De Heiland antwoordt daarop: ‘Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader, dan door Mij’ (Johannes 14:6).

Ik getuig dat wij en de gehele mensheid alleen tot onze hemelse Vader kunnen komen en Hem kunnen leren kennen, en zo het eeuwige leven verwerven, door tot de Heer Jezus Christus te komen en Hem te leren kennen.

Maar wie is Jezus Christus, dat we tot Hem zouden moeten komen en Hem leren kennen? Ik ken geen krachtigere en mooiere samenvatting van de identiteit en rol van de Heer Jezus Christus dan de verklaring van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf getiteld ‘De levende Christus: het getuigenis van de apostelen’, waaruit ik citeer:

‘[Jezus Christus] was de grote Jehova van het Oude Testament, de Messias van het Nieuwe Testament. Onder leiding van zijn Vader heeft Hij de aarde geschapen. (…)

‘Hij heeft zijn leven gegeven ter verzoening van de zonden van het hele mensdom. (…)

‘Hij is de Eerstgeborene van de Vader, de eniggeboren Zoon in het vlees, de Verlosser van de wereld. (…)

‘Hij is herrezen uit het graf “als eersteling van hen, die ontslapen zijn” (1 Korintiërs 15:20).

‘Als herrezen Heer (…) is Hij in het oude Amerika onder zijn “andere schapen” werkzaam geweest. (Zie Johannes 10:16.)

‘(…) Hij en zijn Vader [zijn] verschenen aan de jonge Joseph Smith, waarmee de lang geleden beloofde bedeling “van de volheid der tijden” (Efeziërs 1:10) werd ingeluid. (…)

‘(…) Zijn priesterschap en zijn kerk [zijn] op aarde hersteld — “gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is” (Efeziërs 2:20). (…)

‘(…) Hij [zal] eens op aarde terugkeren, en (…) heersen als Koning der koningen en regeren als Heer der heren (…). Ieder van ons zal voor Hem staan om door Hem te worden geoordeeld (…).

‘(…) Zijn naar behoren geordende apostelen [getuigen] dat Jezus de levende Christus is, de onsterfelijke Zoon van God. Hij is de grote koning Immanuël (…). Hij is het licht, het leven en de hoop van de wereld. (…)’ (Liahona, april 2000, blz. 2–3.)

Het is fantastisch, en absoluut essentieel, te weten wie de Heer Jezus Christus is.

Nogmaals getuig ik dat wij en de gehele mensheid alleen tot onze hemelse Vader kunnen komen en Hem kunnen leren kennen, en zo het eeuwige leven verwerven, door tot de Heer Jezus Christus te komen en Hem te leren kennen.

Wat betekent het de Heer Jezus Christus te kennen en hoe kunnen we Hem leren kennen?

De Heiland antwoordt: ‘Eng is de poort, en nauw het pad, dat tot verhoging leidt en tot voortzetting der levens, en weinigen zijn er, die dit vinden, omdat gij Mij niet in de wereld ontvangt, noch Mij kent.

‘Doch indien gij Mij in de wereld ontvangt, dan zult gij Mij kennen (…)’ (LV 132:22–23).

Kunnen wij zijn woorden echt volledig begrijpen? ‘Indien gij Mij ontvangt’, Mij, de grote Jehova, de Messias, de Schepper van de aarde, de Heiland en Verlosser van de wereld, de onsterfelijke Zoon van God; ‘Indien gij Mij (…) ontvangt, dan zult gij Mij kennen’ (LV 132:23; cursivering toegevoegd).

Om de Heer Jezus Christus te leren kennen, moeten wij, en de gehele mensheid, Hem ontvangen. En om Hem te ontvangen, moeten we zijn dienstknechten ontvangen. (Zie Matteüs 10:40; LV 1:38; 68:8–9; 84:36; 112:20.)

Om Hem te ontvangen, moeten we de volheid van zijn evangelie ontvangen, zijn eeuwig verbond, met inbegrip van alle waarheid of wetten, verbonden en verordeningen die de mensheid nodig heeft om weer in de tegenwoordigheid van God te kunnen terugkeren. (Zie LV 39:11; 45:9; 66:2; 76:40–43; 132:12; 133:57.)

Om Hem te ontvangen moeten getrouwe zoons van God zijn priesterschap ontvangen en hun roepingen grootmaken. (Zie LV 84:33–35.)

Uiteindelijk moeten wij en de gehele mensheid om Hem te ontvangen en te leren kennen, doen wat Moroni ons aanspoort te doen: ‘Komt tot Christus, en wordt in Hem vervolmaakt’ (Moroni 10:32). Met andere woorden: we moeten tot Christus komen en ernaar streven te worden zoals Hij. (Zie ‘Opdracht tot wording’, Liahona, januari 2001, blz. 40–43.)

De herrezen Heer heeft gezegd: ‘Welke soort mensen behoort gij daarom te zijn? Voorwaar zeg Ik u: Zoals Ik ben’ (3 Nephi 27:27). Om zijn antwoord ‘Zoals Ik ben’ goed te begrijpen is het essentieel dat we de betekenis van het woord ‘behoort’ in zijn vraag ‘Welke soort mensen behoort gij daarom te zijn?’ begrijpen. Het woord ‘behoren’ betekent onder meer: ‘vereist worden’. De heilige Schriften, zowel de oude als de hedendaagse, bevestigen dat het noodzakelijk is dat wij zijn, zoals Hij zegt: ‘Zoals Ik ben.’ (3 Nephi 27:27; zie ook 3 Nephi 12:48; Matteüs 5:48; 1 Johannes 3:2; Moroni 7:48.)

Het is mijn gebed dat de tijd spoedig mag komen ‘dat de kennis van een Zaligmaker onder alle natiën, geslachten, talen en volken zal worden verspreid’ (Mosiah 3:20; zie ook Mozes 7:62; Jesaja 11:9), dat allen die dat willen, Hem zullen ontvangen, ja, de Heer Jezus Christus, en Hem zullen kennen, dat zij tot onze hemelse Vader kunnen komen en Hem kennen, en zo het eeuwige leven mogen verwerven. In de naam van Jezus Christus. Amen.