2002
Voor uw welzijn
Juli 2002


Voor uw welzijn

‘Wij zullen misschien uit tegenspoed onze grootste overwinningen halen, en dag zal misschien komen dat wij door onze problemen de bekende woorden ‘voor uw welzijn’ zullen begrijpen.’

Enige tijd geleden kreeg ik een anonieme brief van een moeder met een gebroken hart. Zij gaf uiting aan het verdriet en de pijn die zij had ervaren vanwege een zoon die zware zonden had begaan, waarbij onschuldige dierbaren diep gekwetst waren.

Sinds ik die anonieme brief heb ontvangen, waaruit haar wanhoop sprak, heb ik een sterk verlangen om mijn liefde aan haar en anderen in een soortgelijke situatie te uiten. Ik zou wat troost en hoop willen schenken aan hen die anoniem en in stilte zware lasten dragen; lasten die vaak alleen hun en een liefdevolle Vader in de hemel bekend zijn.

Ik weet, geliefde zuster, wat ik ga zeggen zal niet nieuw voor u zijn, maar toch hoop ik dat het een extra steun in de rug zal zijn.

Toen de profeet Joseph Smith, gevangen in de kerker die men Liberty Jail noemde, een van de moeilijkste perioden van zijn leven doormaakte, riep hij uit: ‘O God, waar zijt Gij?’ (LV 121:1.) De Heer troostte hem met de volgende woorden: ‘Weet dan, mijn zoon, dat dit alles u ondervinding zal geven, en voor uw welzijn zal wezen’ (LV 122:7). Wat is het moeilijk en wat lijkt het pijnlijk paradoxaal om het goede te halen uit onze persoonlijke tragedie en ons lijden. Hoe tegenstrijdig lijken de woorden ‘voor uw welzijn’.

Niettemin zien we door een begrip van Christus’ plan van verlossing alles beter in het juiste perspectief. In onze voorsterfelijke staat legde onze hemelse Vader ons zijn plan voor de sterfelijkheid voor. Dat plan noemde Alma ‘het plan van geluk’ (Alma 42:8). Ik ben van mening dat we allemaal begrepen dat wij, door naar de aarde te komen, zouden worden blootgesteld aan alle ervaringen van dit aardse leven, met inbegrip van de minder aangename beproevingen zoals pijn, lijden, wanhoop, zonde en de dood. Er zouden tegenstellingen en tegenstand zijn. Als dat alles was geweest wat we van het plan afwisten, betwijfel ik of ook maar iemand van ons het had aangenomen, opgetogen denkend: ‘Dat is nou precies waar ik altijd van gedroomd had: pijn, lijden, wanhoop, zonde en de dood.’ Maar het werd allemaal in het juiste licht geplaatst, en het werd acceptabel, toen een oudere Broer naar voren kwam en aanbood dat Hij naar de aarde af zou dalen en alles in orde maken. Uit pijn en lijden zou Hij vrede doen voortkomen. Uit wanhoop zou Hij hoop doen voortkomen. Uit overtreding zou Hij bekering en vergeving doen voortkomen. Uit de dood zou Hij de opstanding en leven doen voortkomen. En door die uitleg en dat gulle aanbod besloot ieder van ons: ‘Dat kan ik wel aan. Dat is het risico waard.’ Dus maakten we die keuze.

De onpeilbare omvang van Christus’ genade en zijn verzoening worden door Amulek in het hoofdstuk 34 in het boek Alma in het Boek van Mormon uitgelegd. Amulek legt uit dat er ‘een grote en laatste offerande’ moet zijn (Alma 34:10). En dan verduidelijkt hij dat dit niet een offer van een dier of vogel mag zijn vergelijkbaar met die welke de mens al kende. Het moest het een offer van een God zijn — Jezus Christus. Want het moest een eindeloze en eeuwige offerande zijn. Dat offer is gebracht. En nu maken we deze reis die we de sterfelijkheid noemen, in geloof. Het gevolg is dat wij diepbedroefd raken door het onverklaarbaar verlies van een kind of een naar onze mening ontijdige ziekte of handicap van iemand die ons dierbaar is. Voor alleenstaande ouders is het een worsteling om thuis te voorzien in financiële zekerheid en de geruststellende invloed van het evangelie. En het moeilijkste van alles is waarschijnlijk het verdriet dat men ervaart als men hulpeloos toeziet hoe een geliefde lijdt als gevolg van zonde en overtreding.

Er zijn er maar weinig onder ons die het zuiverende vuur van tegenspoed en wanhoop niet moeten doorstaan. Soms is het anderen bekend, maar vaak wordt het stilletjes weggestopt en alleen verdragen. We zouden veel van dat verdriet, die pijn en dat lijden nu niet kiezen. Maar we hebben al gekozen. We hebben gekozen toen we een volledig overzicht van het plan hadden. We hebben gekozen toen we een duidelijk inzicht hadden in onze redding door de Heiland. En als geloof en begrip nu even helder waren als op het moment van onze eerste keuze, denk ik dat we die keuze weer zouden maken.

De uitdaging is derhalve dat we in moeilijke tijden hetzelfde soort geloof hebben als toen we voor het eerst kozen. Zulk geloof verandert twijfel en zelfs boosheid in erkenning van de macht, zegeningen en hoop die alleen kunnen komen van Hem die de bron is van alle macht, zegeningen en hoop. Zulk geloof verschaft de zekerheid en geruststelling dat al onze ervaringen deel uitmaken van het evangelieplan en dat alles wat verkeerd schijnt te zijn voor de rechtvaardigen uiteindelijk in orde zal worden gemaakt. De vrede en het begrip waardoor we waardig en met een duidelijk doel voor ogen volharden, kan de zoete beloning zijn. Door zulk geloof kunnen we het goede zien, zelfs als ons levenspad allen maar met doorns, distels en ruwe stenen is bezaaid.

Toen Jezus en zijn discipelen langs een man kwamen die al vanaf zin geboorte blind was, vroegen zijn discipelen: ‘Rabbi, wie heeft gezondigd, deze of zijn ouders, dat hij blind geboren is?

‘Jezus antwoordde: Noch deze heeft gezondigd noch zijn ouders, maar de werken Gods moesten in hem geopenbaard worden’ (Johannes 9:2–3).

Ik geloof niet dat onze Vader in de hemel de tragediën en ellende in ons leven veroorzaakt. Maar evenals de ‘werken Gods’ geopenbaard werden in het genezen van een blinde man, zo kan de wijze waarop wij onze persoonlijke beproevingen onder ogen zien, de ‘werken Gods’ openbaren.

Uit ons verdriet kunnen we misschien het zoete en goede selecteren dat vaak verband houdt met en typerend is voor ons probleem. We kunnen de gedenkwaardige ogenblikken selecteren die dikwijls door pijn en kwelling bedekt zijn. We kunnen vrede vinden door anderen de helpende hand te reiken en onze eigen ervaringen te gebruiken om hoop en troost te verschaffen. En altijd kunnen we heel plechtig en dankbaar denken aan Hem die het meest geleden heeft om alles voor ons in orde te maken. Als we dat doen, kunnen we kracht ontvangen om onze lasten in vrede te dragen. En dan worden misschien de ‘werken Gods’ geopenbaard.

Als ik het over de verzoening van Christus heb, denk ik graag aan de definitie die het woordenboek geeft van eindeloos en eeuwig, omdat zij naar mijn mening precies aangeeft wat God bedoelde. Eindeloos: ‘zonder einde; nooit ophoudend.’ En de definitie van eeuwig: ‘begin noch einde hebbend’ (Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal [1999], blz. 864, 873.)

Ziet u, geliefde zuster, dat betekent dat de verzoening voor u in uw lijden bestemd was. Zij is persoonlijk omdat Hij innig vertrouwd is met uw beproevingen en verdriet, want Hij heeft ze al meegemaakt. Het betekent dat er altijd een nieuw begin kan zijn voor ieder van ons — zelfs een zoon die ernstige overtredingen heeft begaan. Het betekent dat wij, als we voortgaan temidden van de beproevingen en rampspoed van het leven, gekluisterd in gevoelens van wanhoop, ons niet richten op waar we zijn geweest, maar op waar we heen gaan. We richten ons niet op wat geweest is, maar op wat nog kan zijn.

Toegegeven, de meesten van ons zouden de harde levenslessen het liefst in de veilige omgeving van een zondagsschoolklas leren, of in de warmte van een open haard tijdens de gezinsavond. Maar laat me er op wijzen dat uit de koude, donkere hoeken van Liberty Jail een van de troostrijkste teksten die ooit aan de mens zijn gegeven, zijn gekomen; met de slotwoorden ‘dit alles [zal] u ondervinding (…) geven, en voor uw welzijn (…) wezen.’ ‘Wij zullen misschien uit tegenspoed onze grootste overwinningen halen, en dag zal misschien komen dat wij door onze problemen de bekende woorden ‘voor uw welzijn’ zullen begrijpen.’

In de Schriften lezen we dat de Heiland, toen Hij in de tuin van Getsemane was om de ultieme prijs voor onze overtredingen en ons lijden te betalen, uit iedere porie bloedde (zie LV 19). Ik denk, geliefde zuster, dat Hij in zijn ondraaglijke pijn een druppel bloed voor u vergoot. Hij vergoot een druppel voor uw zoon en Hij vergoot een druppel voor mij.

Ik geloof in bidden. Ik geloof in geloof. Ik geloof in bekering. Ik geloof in de macht van de Verlossing. En ook, lieve zuster, geloof ik in u. En uw liefdevolle Vader in de hemel doet dat ook. In de naam van Jezus Christus. Amen.