2002
Uit de duisternis in zijn prachtige licht
Juli 2002


Uit de duisternis in zijn prachtige licht

‘De symbolen van de verzoening van de Heiland herinneren ons eraan dat we niet in de duisternis hoeven rondstrompelen. We kunnen zijn licht altijd bij ons hebben.’

Jesaja, een groot profeet in het Oude Testament, profeteerde: ‘En het zal geschieden in het laatste der dagen: dan zal de berg van het huis des Heren vaststaan als de hoogste der bergen (…) En alle volkeren zullen derwaarts heenstromen’.1 Met betrekking tot die volkeren heeft president John Taylor gezegd: ‘Zij zullen komen en zeggen: wij weten niet van de beginselen van jullie godsdienst, maar we zien dat jullie een eerlijke gemeenschap vormen; jullie passen recht en gerechtigheid toe.’2

‘Uit duisternis’ tevoorschijn gebracht

Omdat in Salt Lake City de Olympische winterspelen en de Paralympics zijn gehouden, hebben we veel profetieën gedeeltelijk in vervulling zien gaan. De volken van de aarde en veel van hun leiders zijn er naartoe gekomen. Zij hebben ons aan het werk gezien, aan de zijde van onze vrienden in deze gemeenschap en onze buren van andere geloofsrichtingen. Zij hebben het licht in onze ogen gezien en onze handdruk gevoeld. ‘De berg van het huis des Heren’,3 met de hel verlichte torenspitsen zijn gezien door 3,5 miljard mensen over de hele wereld. De volken hebben het prachtige geluid van dit Tabernakelkoor gehoord. Honderdduizenden hebben in deze gehoorzaal een live-uitzending bijgewoond van Light of the World: A Celebration of Life — Spirit of Man, Glory of God, waarin ook een verklaring van ons geloof in Jezus Christus werd gegeven. Ik geef nederig uiting aan mijn dankbaarheid dat De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen hierdoor en op vele andere manieren steeds verder ‘uit het verborgene en uit duisternis te voorschijn’ wordt gebracht.’4

Gedurende de Olympische Spelen is er veel licht geweest, zoals de Olympische vlam; het kind van het licht, en het thema ‘Light the Fire Within’ [Ontsteek het innerlijk vuur].5 Misschien wel het meest gedenkwaardige licht was te zien in de ogen van de deelnemers zelf. Maar wat ons het meest heeft getroffen, waren niet de wedstrijden of het schouwspel. Het was de diepere waarheid waarvan die zaken een symbool waren — de lichtbron in ieder van ons.

Op deze ochtend spreek ik tot degenen die vroegen: ‘Wat was dat licht dat ik gezien en gevoeld heb? Waar kwam het vandaan? En hoe kan ik dat altijd hebben voor mezelf en mijn dierbaren?’

Het licht van Christus en de gave van de Heilige Geest

Ieder van ons brengt licht mee naar de aarde, het licht van Christus. ‘Ik [ben] het ware licht dat ieder mens verlicht, die in de wereld komt’6 zei de Heiland.

‘Het licht, dat in alle dingen is en alle dingen leven geeft.’7

Dat licht dat ‘uitnodigt en aanspoort om het goede te doen’8 wordt ‘aan ieder mens gegeven, opdat hij het goede van het kwade moge onderscheiden.’9

Door het Licht van Christus te gebruiken om het goede te onderscheiden en te kiezen, kunnen we naar een nog groter licht gevoerd worden: de gave van de Heilige Geest. Ik getuig dat discipelen van Jezus Christus door de herstelling van het evangelie en het heilig priesterschap van God in deze laatste dagen de macht hebben om de gave van de Heilige Geest te verlenen. Die wordt verleend door oplegging van handen van degenen die het gezag van het priesterschap hebben, en wordt ontvangen door degenen die de beginselen van geloof en bekering hebben gevolgd en de verordening van de doop door onderdompeling hebben ontvangen voor de vergeving van zonden.

De Heilige Geest is het derde lid van de Godheid, een persoon van geest.10 Hij is de Trooster, de Geest van God, de Heilige Geest der belofte. Hij getuigt van Jezus Christus, zijn werk, en het werk van zijn dienstknechten op aarde. Hij heiligt ons en reinigt ons van zonde.11 Hij troost ons en brengt onze ziel vrede. Het recht op zijn voortdurende gezelschap behoort tot de belangrijkste gaven die we kunnen ontvangen, want door het licht van zijn influisteringen en zijn reiniging kunnen we worden teruggeleid in Gods tegenwoordigheid.12

Duisternis en licht

Als kinderen leren we hoe we duisternis kunnen verjagen door een licht aan te doen. Soms, als onze ouders een avond weggingen, deden we alle lichten in huis aan! Wij begrepen de stoffelijke wet die ook geestelijk is: licht en duisternis kunnen niet tegelijkertijd op dezelfde plaats zijn.

Licht verjaagt duisternis. Waar licht is, wordt duisternis overwonnen en moet hij weggaan. Nog belangrijker: duisternis kan licht niet overwinnen, tenzij het licht verzwakt of weggaat. Wanneer het geestelijk licht van de Heilige Geest er is, gaat de duisternis van Satan weg.

Dierbare jongemannen en jongevrouwen van de kerk, wij zijn verwikkeld in een strijd tussen de legers van licht en duisternis. als wij het licht van Jezus Christus en zijn evangelie niet hadden, zouden we gedoemd zijn tot de duisterste ondergang. Maar de Heiland heeft gezegd: ‘Ik ben als een licht in de wereld gekomen.’13 ‘Wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben.’14

De Heer is ons licht en letterlijk ons heil.15 Net als het heilige vuur dat de kinderen in 3 Nephi omsloot16, zal zijn licht een schild vormen tussen jou en de duisternis van de tegenstander als je het waardig bent. Je hebt dat licht nodig. Je hebt dat licht nodig. Bestudeer aandachtig de Schriften en Voor de kracht van de jeugd en luister naar wat je ouders en leiders je leren. Ontdek dan, door gehoorzaamheid aan wijze raad, hoe je aanspraak kunt maken op het beschermende licht van het evangelie.

Je vraagt je misschien af: ‘Hoe doe ik dat?’ Er is maar één manier: je moet leren hoe je dat licht elke dag ontsteekt door in Jezus Christus te geloven en zijn geboden na te leven.

Het licht ontsteken

Deze afgelopen winter was ik in de gelegenheid om meer over mijn longen te weten te komen. Ik werd me er zeer van bewust dat we zuurstof niet kunnen inslaan. We kunnen de lucht die we nodig hebben om te ademen niet vasthouden, hoe we ook ons best doen. Van moment op moment, iedere ademtocht, wordt ons leven verleend en vernieuwd. Zo is het ook met geestelijk licht. Het moet regelmatig in ons vernieuwd worden. We moeten het elke dag ontsteken, bij elke gedachte, en met dagelijkse, rechtschapen handelingen als we de duisternis van de tegenstander weg willen houden.

Toen ik nog een jongen was, ging ik elke avond op de fiets van de basketbaltraining naar huis. Ik bevestigde dan een peervormig dynamootje aan mijn wiel. Tijdens het trappen, dreef het wiel een rotortje aan wat elektriciteit opwekte en er een welkom lichtje ging branden. Het was een eenvoudig maar doeltreffend mechaniekje, maar ik moest trappen om het in werking te stellen! Ik kwam er al snel achter dat het licht uitging als ik ophield met trappen. Ik kwam er ook achter dat het licht, als ik ‘ijverig werkzaam’17 was met trappen, helderder werd en dat de duisternis vóór mij werd verdreven.

We ontsteken geestelijk licht door dagelijks geestelijk te trappen. We ontsteken het door bidden, schriftstudie, vasten en dienen — door het evangelie en de geboden na te leven. ‘Hij, die zijn geboden onderhoudt, ontvangt waarheid en licht’,18 zegt de Heer, en ‘hij, die licht ontvangt en in God voortgaat, ontvangt meer licht; en dat licht neemt toe in helderheid tot de volle dag toe.’19 Broeders en zusters, die volmaakte dag is aangebroken als we in de tegenwoordigheid van God de Vader en Jezus Christus staan.

Soms vragen mensen: ‘Waarom moet ik naar de avondmaalsdienst?’ of: ‘Waarom moet ik me aan het woord van wijsheid houden en tiende betalen?’ ‘Waarom kan ik niet met één voet in Babylon staan?’ Mag ik je vertellen waarom niet? Omdat je voor geestelijk trappen twee voeten nodig hebt! Als je je niet volledig aan het evangelie toewijdt — met je hele ‘hart, macht, verstand en sterkte’20 — kun je niet genoeg geestelijk licht ontsteken om de duisternis te verdringen.

En in deze wereld is de duisternis nooit ver weg. In feite is hij altijd in de buurt, wachtend op een kans om binnen te komen. ‘Indien gij niet goed handelt,’ zegt de Heer, ‘ligt de zonde (…) aan de deur.’21

Het is net zo voorspelbaar als elke stoffelijke wet: als wij het licht van de Geest laten flakkeren of verzwakken door de geboden niet te onderhouden, niet aan het avondmaal deel te nemen, niet te bidden of de Schriften te bestuderen, zal de duisternis van de tegenstander zeker binnenkomen. ‘De boze komt, en neemt door ongehoorzaamheid (…) licht en waarheid (…) weg.’22

In de Schriften lezen we dat sommige mensen ‘rond[tasten] in lichtloze duisternis’ en ‘dwalen als een beschonkene.’23 Al strompelend raken we wellicht gewend aan onze schemerige omgeving en vergeten we hoe fantastisch het is om in het licht te lopen.

Het pad naar het licht

Er is een weg uit de ‘donkere nevelen’24 naar het pad dat leidt tot geluk in dit leven en tot eeuwig leven in de komende wereld. De Heer zei tegen Jesaja: ‘Ik zal de blinden leiden op een weg die zij niet kenden; op paden die zij niet kenden, zal Ik hen doen treden; Ik zal de duisternis voor hen uit tot licht maken.’25

De profeet Nephi beschreef dat pad: ‘Daarom weet ik, mijn geliefde broederen, dat indien gij de Zoon zult navolgen, met vol voornemen des harten, zonder huichelarij en bedrog voor God, maar met een oprecht hart, u van uw zonden bekerende en voor de Vader getuigende dat gij gewillig zijt de naam van Christus door de doop op u te nemen (…) gij dan de Heilige Geest zult ontvangen; ja, dan komt de doop met vuur en met de Heilige Geest.’26

Het verbond dat we bij de doop sluiten en hernieuwen tijdens het avondmaal — de naam van Jezus Christus op ons te nemen, Hem altijd te gedenken en zijn geboden te onderhouden — omvat de belofte dat we altijd zijn Geest met ons zullen hebben.27 De symbolen van de verzoening van de Heiland herinneren ons eraan dat we niet in de duisternis hoeven rondstrompelen. We kunnen zijn licht altijd bij ons hebben.’

‘Laat zo uw licht schijnen’

Ik ben opgegroeid op Long Island in New York, en ik begreep hoe essentieel licht is voor wie in het donker op zee zijn. Hoe gevaarlijk is een ingestorte vuurtoren! Hoe verschrikkelijk is het als het licht van een vuurtoren uitvalt!

Wij, die de gaven van de Heilige Geest hebben, moeten zijn aanwijzingen opvolgen zodat we een licht kunnen zijn voor anderen.

‘Laat zo uw licht schijnen voor de mensen,’ zei de Heer, ‘opdat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.’28

We weten nooit wie zich op ons verlaten. En, zoals de Heiland heeft gezegd, we weten ‘niet, of zij niet zullen terugkomen en zich bekeren en met vol voornemen des harten tot Mij komen, en Ik hen zal genezen, en gij het middel zult zijn om hun zaligheid te brengen.’29

Een bijzondere getuige van zijn licht

Broeders en zusters, in dit laatste, grote conflict tussen licht en duisternis ben ik dankbaar voor de gelegenheid om te lijden ‘als een (…) soldaat van Jezus Christus.’30 Met Paulus verklaar ik: ‘De nacht is ver gevorderd, de dag is nabij. Laten wij dan de werken der duisternis afleggen en aandoen de wapenen des lichts!’31 Ik geef mijn bijzonder getuigenis dat Jezus Christus ‘het Licht en het Leven der wereld [is]; ja, een licht dat eindeloos is, dat nimmer kan worden verduisterd.’32

Hij is het Licht van Betlehem, geboren uit Maria, zijn aardse moeder, en zijn Vader, de almachtige God.

Hij is het Licht en heeft zich door Johannes de Doper door onderdompeling laten dopen, waarbij de Heilige Geest zichtbaar werd als een duif die op Hem neerdaalde.

Hij is het Licht in Wie zijn Vader behagen schepte.

Hij is het Licht aan het hoofd van de kerk van weleer, georganiseerd met twaalf apostelen, profeten en zeventigen.

Hij is het Licht van de hof van Getsemane en Golgota. Hij nam de zonden van de wereld op zich, opdat de hele mensheid verlost zou worden.

Hij is het Licht van het lege graf, de herrezen Heer met een verheerlijkt lichaam van vlees en beenderen, die de banden van de dood verbrak en een eeuwige overwinning behaalde op het graf.

Hij is het Licht dat voor de ogen van zijn discipelen opsteeg naar de hemel, met een belofte dat Hij op dezelfde manier zou terugkomen.

Hij is het Licht dat met zijn Vader verscheen en, door middel van de profeet Joseph Smith, dezelfde kerk herstelde die Hij tijdens zijn bediening op aarde had gevestigd.

Hij is het Licht dat de kerk in deze tijd leidt door openbaring aan een profeet, diens raadgevers en de twaalf apostelen.

Hij is mijn licht, mijn Verlosser, mijn Heiland — en de uwe.

Ik weet dat God leeft. Ik weet dat Hij ons heeft geroepen ‘uit de duisternis (…) tot zijn wonderbaar licht.’33 Ik bid dat het licht van zijn herstelde evangelie over de hele wereld verspreid zal worden zodat iedereen de kans heeft het te horen en te kiezen, en dat zijn kerk ‘uit de wildernis der duisternis tevoorschijn moge komen, en schoon als de maan moge schijnen, en helder als de zon’, opdat zijn ‘heerlijkheid de aarde moge vullen.’34

In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Jesaja 42:16.

  2. John Taylor, Deseret News: Semi-Weekly, 27 Jan. 1880, blz. 1.

  3. Micha 4:1

  4. LV 1:30.

  5. TMSalt Lake Olympic Committee.

  6. LV 93:2.

  7. LV 88:12–13.

  8. Moroni 7:13.

  9. Moroni 7:16.

  10. Zie Geloofsartikelen 1:1; LV 130:22.

  11. Zie Bible Dictionary, ‘Holy Ghost’, blz. 704.

  12. Zie Johannes 14:16–18, 26–27.

  13. Johannes 12:46.

  14. Johannes 8:12.

  15. Zie Psalmen 27:1.

  16. Zie 3 Nephi 17:24.

  17. LV 58:27.

  18. LV 93:28.

  19. LV 50:24.

  20. LV 4:2.

  21. Genesis 4:7.

  22. LV 93:39.

  23. Job 12:25.

  24. 1 Nephi 12:17.

  25. Jesaja 42:16.

  26. 2 Nephi 31:13.

  27. Zie LV 20:37, 77, 79.

  28. Matteüs 5:15–16.

  29. 3 Nephi 18:32.

  30. 2 Timoteüs 2:3.

  31. Romeinen 13:12.

  32. Mosiah 16:9.

  33. 1 Petrus 2:9.

  34. LV 109:73–74.