2010
De belofte van een profeet
juli 2010


De belofte van een profeet

Naar een toespraak, gehouden tijdens de algemene aprilconferentie van 2008.

Afbeelding
President Thomas S. Monson

In het voorjaar van 1848 verlieten mijn betovergrootouders, Charles Stewart Miller en Mary McGowan Miller, hun woning in Schotland en reisden met een groep kerkleden naar St. Louis (Missouri, VS), waar ze in 1849 aankwamen.

Toen het gezin in St.-Louis aankwam en geld ging verdienen om de reis naar de Salt Lake Valley te ondernemen, brak er in het gebied een choleraplaag uit. In twee weken tijd bezweken vier familieleden aan de ziekte. De overblijvende kinderen bleven als wezen achter. Onder hen mijn overgrootmoeder, Margaret, die toen dertien was.

De negen overgebleven kinderen van de familie Miller bleven werken en sparen voor de reis die hun ouders en broers nooit zouden maken. In het voorjaar van 1850 verlieten ze St. Louis met vier runderen en één huifkar en kwamen uiteindelijk datzelfde jaar in de Salt Lake Valley aan.

Andere voorouders van mij hebben soortgelijke beproevingen doorstaan. Maar ondanks alles is hun getuigenis standvastig en sterk gebleven. Van hen allen heb ik een erfgoed van volledige toewijding aan het evangelie van Jezus Christus gekregen.

Met hart en ziel verhef ik mijn stem en verklaar dat God echt leeft. Jezus is zijn Zoon, de Eniggeborene van de Vader in het vlees. Hij is onze Verlosser, onze Bemiddelaar bij de Vader. Hij heeft ons meer lief dan wij kunnen begrijpen, en omdat Hij van ons houdt heeft Hij zijn leven voor ons gegeven. Mijn dankbaarheid voor Hem kan ik niet onder woorden brengen.

Ik beloof plechtig dat ik mijn leven, mijn kracht zal toewijden om Hem te dienen en zijn kerk volgens zijn wil en inspiratie te leiden.

Illustraties Maryn Roos