2010
Waar kom ik vandaan?
juli 2010


Waar kom ik vandaan?

Betty Hollowell (Indiana, V.S.)

Als klein kind vroeg ik me vaak af: ‘Waar kom ik vandaan?’ Diep in mijn hart wist ik dat ik ergens had geleefd voordat ik werd wie ik nu ben, maar ik had geen idee wáár.

Jarenlang was ik bang om dat aan iemand te vertellen — zelfs mijn ouders — uit vrees dat ze zouden denken dat ik gek was. Maar op een dag, in mijn tienerjaren, was ik moedig genoeg om de predikant van onze kerk te vragen: ‘Waar woonden we voordat we naar de aarde kwamen?’ Hij zei dat ik niet aan dat soort dingen moest denken. Hij zei dat niemand ergens anders heeft geleefd vóór zijn geboorte; we hebben daarvoor gewoon nooit bestaan.

Ik was bang dat hij gelijk had en dat ik inderdaad gek was, maar toch kon ik die gedachten niet uit mijn hoofd zetten. Ik bleef zoeken naar antwoorden, maar vond er geen.

Toen ik achttien jaar was, verhuisde onze familie. Ik dacht dat de predikanten in onze nieuwe woonplaats wel meer zouden weten dan de vorige, dus ik besloot een van hen mijn vraag te stellen. Zijn antwoord was hetzelfde: hij zei dat het niet normaal was om dergelijke dingen te denken en hij stelde voor om met een psychiater te praten.

Kort daarna besloot ik niet meer naar de kerk te gaan. Ik vond een baan, ontmoette een jonge man, en trouwde. Vijf jaar later liep het huwelijk uit op een echtscheiding. Dus ik pakte al mijn bezittingen en met twee kinderen op sleeptouw keerde ik terug naar huis.

In de vijf jaar die sinds mijn vertrek waren verstreken, was mijn moeder lid geworden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ze had de kerk een keer genoemd toen ik haar een bezoek bracht, en had gevraagd of ik met de zendelingen wilde praten. Ik stemde daar eindelijk in toe, maar vóór het gesprek besloot ik dat ik alleen de zendelingenlessen zou volgen als de zendelingen me konden vertellen waar ik had gewoond voordat ik werd wie ik nu was.

Tot mijn verbazing beantwoordden ze niet alleen mijn vraag, maar gaven ze me het antwoord bovendien rechtstreeks uit de Bijbel (zie Job 38:4–7; Jeremia 1:5; Judas 1:6). Toen hadden ze mijn onverdeelde aandacht! Door hun antwoord begreep ik waarom ik al mijn hele leven het gevoel had gehad dat ik eerder had geleefd. Nu begreep ik dat ik in een voorsterfelijk bestaan bij mijn hemelse Vader had gewoond.

Het duurde niet lang voor ik lid van de kerk werd. Voor de eerste keer in mijn leven had ik het gevoel dat ik iemand was en dat ik een bestemming had: terugkeren naar mijn hemelse Vader.

Ik ben dankbaar dat de zendelingen in staat waren om de vraag te beantwoorden waar niemand anders antwoord op had.