2010
‘Red Kathy’-avond
juli 2010


Jongeren

Red Kathy

In januari 1976 kreeg ik een telefoontje van een vriend die bij maatschappelijk werk in dienst was. Hij vroeg of mijn vrouw en ik bereid waren om een pleegkind in huis te nemen. We hadden destijds zelf twee jonge kinderen, maar we stemden ermee in om Kathy van zeventien in huis te nemen.

Al gauw nadat ze bij ons haar intrek had genomen, vroeg Kathy of ze met ons mee naar de kerk mocht. Natuurlijk vonden we dat goed, en al gauw ging Kathy geregeld mee naar de kerk. Veel van Kathy’s vrienden uit haar vorige kerkgemeente merkten haar afwezigheid op en waren niet blij toen ze erachter kwamen dat ze nu naar de mormoonse kerk ging.

Op een dag vertelde Kathy ons toen ze uit school kwam dat haar vorige kerk een ‘Red Kathy’-avond op touw wilde zetten voor hun jongerenorganisatie. Kathy vroeg of ik met haar mee wilde gaan naar die bijeenkomst om de kerk te verdedigen. Ik stemde daar aarzelend mee in, hoewel ik niet met haar vrienden wilde redetwisten over leerstellige verschillen, besefte ik dat zij nog niet genoeg van de kerk wist om die te verdedigen. Ik besloot nog iemand mee te nemen, Richard Jones, die net van zending terug was.

De dag van de ‘Red Kathy’-avond was voor ons allemaal een dag van vasten en gebed. Ik bad dat de Geest aanwezig zou zijn bij de bijeenkomst en dat er geen twisten zouden zijn.

Toen we die avond bij haar kerk aankwamen, voelden we enig antagonisme, maar de jongerenpredikant heette ons hartelijk welkom en vroeg ons om de groep wat over de kerk en haar leer te vertellen. Toen Richard bracht wat destijds de eerste zendelingenles was, over de herstelling, luisterden de ongeveer vijftien jongeren in de kamer aandachtig. Zelfs de jongerenpredikant was geboeid.

Vervolgens beantwoordden we de rest van de avond vragen en hadden we een fijn gesprek over het evangelie. Het antagonisme dat we aanvankelijk hadden gevoeld, nam af toen we rustig vertelden wat we geloofden. Er was wederzijds respect. De Heilige Geest was aanwezig toen we ons getuigenis gaven en vragen beantwoordden.

Aan het eind van het gesprek bedankte de predikant ons voor onze komst. En toen we op het punt stonden te vertrekken, stond er een jongedame op en zei dat ze ons iets wilde zeggen. Ze zei dat ze vóór haar komst niet dacht dat mormonen christenen waren, maar nu vond ze dat we misschien wel betere christenen waren dan zij.

We hadden niet kunnen hopen op een betere afsluiting van ons gesprek. Ik wist dat die bijeenkomst nooit zo goed zou zijn verlopen als we niet hadden gevast en gebeden, gesmeekt hadden dat de Geest erbij mocht zijn, en de Heer hadden gevraagd om twisten te vermijden. Alleen met de Heilige Geest erbij kunnen we de evangelieboodschap goed overbrengen.