2010
Voorbereiding brengt zegeningen
mei 2010


Voorbereiding brengt zegeningen

Laten we over onze roeping nadenken, laten we onze plicht overwegen en laten we Jezus Christus, onze Heer, volgen.

Afbeelding
President Thomas S. Monson

Broeders hier in het Conferentiecentrum in Salt Lake City — het is inspirerend u te zien. Het is verbazingwekkend dat er op dit moment in duizenden kerkgebouwen over de hele wereld nog meer dragers van Gods priesterschap deze uitzending via de satelliet volgen. Uw nationaliteit kan verschillen, uw taal kan verschillen, maar wij hebben iets dat ons bindt. Aan ons is het priesterschap toevertrouwd om in Gods naam te handelen. Wij hebben een heilige verantwoordelijkheid ontvangen. Er wordt veel van ons verwacht.

Ik kan mij nog levendig herinneren dat ik als pasgeordende diaken de priesterschapsvergadering bijwoonde en de openingslofzang meezong: ‘Komt, alle zonen Gods.’ In de geest van die bijzondere lofzang wil ik vandaag tot u zeggen: Komt, alle zonen Gods, met ’t priesterschap gezegend’.1 Laten we over onze roeping nadenken, laten we onze plicht overwegen en laten we Jezus Christus, onze Heer, volgen.

Twintig jaar geleden woonde ik een avondmaalsdienst bij waar de kinderen spraken over het onderwerp ‘Ik ben lid van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen’. Die jongens en meisjes lieten zien dat ze in opleiding waren om de Heer en anderen te dienen. De muziek was prachtig, de teksten werden feilloos opgezegd en de Geest was hemels. Een van mijn kleinzoons, die toen elf jaar was, had in zijn aandeel van het programma over het eerste visioen gesproken. Na afloop, toen hij bij zijn ouders en grootouders kwam, zei ik tegen hem: ‘Tommy, volgens mij ben je bijna klaar om op zending te gaan.’

Hij antwoordde: ‘Nog niet. Ik moet nog een heleboel leren.’

In de jaren die volgden, heeft Tommy inderdaad een heleboel geleerd, dankzij zijn ouders en dankzij toegewijde en plichtsgetrouwe leerkrachten en adviseurs in de kerk. Toen hij oud genoeg was, werd hij op zending geroepen. Die heeft hij op eervolle wijze vervuld.

Jongemannen, ik spoor jullie aan om je op een zending voor te bereiden. Er zijn veel hulpmiddelen die jullie de nodige lessen bijbrengen en tot zegen zullen zijn, en die jullie helpen om zo te leven dat je er waardig voor bent. Een van die hulpmiddelen is het boekje Voor de kracht van de jeugd, dat op aanwijzing van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen is uitgegeven. Dit boekje bevat in het kort de normen waarin de leiders van de kerk onderwijzen en die in de Schriften staan; normen die ons, als we ze aanhouden, de zegeningen van onze hemelse Vader en de leiding van zijn Zoon zullen schenken. Daarnaast zijn er lesboeken die met zorg en na gebedvolle overweging zijn samengesteld. Gezinnen houden gezinsavond waarop evangeliebeginselen aan de orde komen. Jullie zijn vrijwel allemaal in de gelegenheid om seminarie te volgen, onder leiding van een toegewijde leerkracht met wie je veel kunt bespreken.

Bereid je nu al voor op een tempelhuwelijk, naast een zending. Op een goede manier met anderen uitgaan maakt deel uit van die voorbereiding. In culturen waar uitgaan of verkering geaccepteerd is, wacht je met afspraakjes tot je zestien jaar bent. ‘Niet alle tieners gaan uit en sommigen willen dat zelfs niet. (…) Als je met uitgaan begint, ga dan in groepsverband of samen met een ander stel uit. (…) Zorg dat je ouders kennismaken met wie je uitgaat.’ Omdat verkering een stukje voorbereiding op het huwelijk is, moet je alleen uitgaan met iemand die hoge normen heeft.2

Bezoek plaatsen waar een goede sfeer heerst, waar je niet aan verleidingen wordt blootgesteld.

Een wijze vader zei eens tegen zijn zoon: ‘Als je ooit ergens bent waar je niet hoort te zijn, maak dan dat je wegkomt!’ Goed advies voor ons allemaal.

De dienstknechten van de Heer hebben ons altijd de raad gegeven om ons fatsoenlijk te kleden, uit respect voor onze hemelse Vader en voor onszelf. Met je kleding zend je signalen uit naar anderen en beïnvloed je vaak je eigen en hun gedrag. Kleed je zo dat je het beste in jezelf en anderen om je heen laat uitkomen. Mijd uitersten in kleding en uiterlijk, met inbegrip van tatoeages en piercings.

Iedereen heeft goede vrienden nodig. Je vrienden zullen je denken en je gedrag sterk beïnvloeden, net zo goed als jij dat bij hen doet. Wanneer jij en je vrienden praten over de waarheden die jullie met elkaar gemeen hebben, kunnen jullie elkaar versterken en aanmoedigen. Wees vriendelijk voor anderen en respecteer ze. Veel mensen zijn lid van de kerk geworden door vrienden die ze voor kerkactiviteiten hadden uitgenodigd.

Het blijft een feit: ‘Eerlijkheid duurt het langst.’3 Een jongeman die lid van de kerk is, doet wat hij zegt en wat hij gelooft. Hij is eerlijk ten opzichte van anderen. Hij is eerlijk ten opzichte van zichzelf. Hij is eerlijk ten opzichte van God. Eerlijkheid is voor hem een gewoonte en een vanzelfsprekendheid. Hij vraagt zich bij het nemen van een moeilijke beslissing nooit af: ‘Wat zullen anderen van me denken?’ maar ‘Wat zal ik van mezelf denken?’

Sommigen zullen in de verleiding komen om te schipperen met eerlijkheid. Ik weet nog dat toen ik aan de universiteit handelsrecht studeerde, er een medestudent was die zich nooit voorbereidde op deelname aan de klasbesprekingen. Ik dacht bij mezelf: hoe wil hij ooit slagen voor zijn examen?

Dat werd me duidelijk toen hij op de dag van het voorexamen, midden in de winter, het lokaal binnenkwam met alleen sandalen aan zijn blote voeten. Ik was verbaasd en hield hem in de gaten toen de klas begon. Al zijn boeken lagen in volgorde op de grond. Hij deed zijn sandalen uit, en met tenen die hij had geoefend en met glycerine had ingesmeerd, bladerde hij behendig door een van de boeken die hij op de grond had gelegd, en vond zo de antwoorden op de examenvragen.

Hij haalde de hoogste cijfers voor het vak handelsrecht. Maar de dag van afrekening zou nog komen. Later, toen hij het eindexamen moest afleggen, zei de decaan van dat vak: ‘Dit jaar gaan we het anders aanpakken: ik ga het examen mondeling afnemen in plaats van schriftelijk.’ Bij onze favoriet, de geoefende teenexpert, zakte niet alleen de moed in de schoenen, hij zakte ook voor het eindexamen.

Je taalgebruik en woordenkeus onthullen veel over het imago dat je wilt uitstralen. Gebruik taal die anderen opbouwt en versterkt. Godslasterlijke, vulgaire of grove taal en ongepaste of schuine grappen zijn een belediging voor de Heer. Misbruik nooit de naam van God of Jezus Christus. De Heer heeft gezegd: ‘Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken.’4

Onze hemelse Vader heeft ons aangeraden om te streven naar al wat ‘deugdzaam, liefelijk, of eerzaam of prijzenswaardig is’.5 Alles wat je leest, waar je naar luistert of naar kijkt, heeft invloed op je.

Pornografie is in het bijzonder gevaarlijk en verslavend. Nieuwsgierig kijken naar pornografie kan aanzetten tot een verslavende gewoonte die tot stuitender materiaal en seksuele overtreding leidt. Mijd pornografie tegen elke prijs.

Wees niet bang om een bioscoopzaal uit te lopen, de tv uit te zetten of een andere radiozender op te zoeken als er iets wordt gebracht dat niet aan de normen van je hemelse Vader voldoet. Kortom, als je twijfelt of een bepaalde film, een boek of welke andere vorm van amusement dan ook gepast is, kijk er dan niet naar, lees het niet, doe er niet aan mee.

De apostel Paulus heeft gezegd: ‘Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? (…) de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig!’6 Broeders, wij hebben de plicht onze tempel zuiver en rein te houden.

Drugs, misbruik van op recept verkrijgbare geneesmiddelen, alcohol, koffie, thee en tabaksproducten vernietigen je lichamelijke, mentale en geestelijke welzijn. Elke vorm van alcohol is schadelijk voor je geest en je lichaam. Tabak kan verslavend werken, je longen verzwakken en je leven bekorten.

Muziek kan je dichter tot je hemelse Vader brengen. Ze is geschikt om te onderwijzen, te verheffen, te inspireren en te verenigen. Maar muziek kan, door haar tempo, ritme, intensiteit en teksten, ook je geestelijke gevoeligheid afstompen. Je kunt het je niet veroorloven je geest te vullen met slechte muziek.

Omdat seksuele intimiteit zo heilig is, verlangt de Heer zelfbeheersing en reinheid vóór het huwelijk, en volledige trouw in het huwelijk. Behandel je vriend of vriendin met respect, en verwacht dat hij of zij dat ook ten opzichte van jou doet. Na de zonde komen onherroepelijk de tranen.

President David O. McKay, de negende president van de kerk, heeft de volgende raad gegeven: ‘Ik smeek u reine gedachten te hebben.’ Vervolgens wees hij op deze belangrijke waarheid: ‘Aan iedere handeling gaat een gedachte vooraf. Als we onze daden willen beheersen, moeten we onze gedachten beheersen.’ Broeders, vul uw geest met goede gedachten, en uw daden zullen dat ook zijn. Mogen jullie allemaal zijn zoals de dichter Tennyson Sir Galahad liet zeggen: ‘Mijn kracht is als die van tien man, omdat mijn hart rein is.’7

Enige tijd geleden vatte de schrijver van een rapport over seksualiteit onder tieners zijn bevindingen samen door te zeggen dat de samenleving een tegenstrijdige boodschap uitzendt naar tieners: reclames en de massamedia ‘dringen met hoge druk het idee op dat seksuele activiteit aanvaardbaar is en verwacht wordt’, prikkels die soms de waarschuwingen van deskundigen en smeekbeden van ouders overstemmen. De Heer breekt door alle mediaboodschappen heen met duidelijke en niet mis te verstane taal: ‘Weest rein.’8

Wanneer de verleiding komt, denk dan aan de wijze raad van de apostel Paulus, die zei: ‘Gij hebt geen bovenmenselijke verzoeking te doorstaan. En God is getrouw, die niet zal gedogen, dat gij boven vermogen verzocht wordt, want Hij zal met de verzoeking ook voor de uitkomst zorgen, zodat gij ertegen bestand zijt.’9

Toen je werd bevestigd als lid van de kerk, ontving je het recht op het gezelschap van de Heilige Geest. Hij kan je helpen bij het maken van de juiste keuzen. Als je uitgedaagd of verleid wordt, hoef je je niet alleen te voelen. Denk eraan dat gebed de sleutel tot geestelijke kracht is.

Als iemand is gestruikeld op zijn reis, dan is er een weg terug. Dat proces wordt bekering genoemd. Onze Heiland is gestorven om jou en mij die gezegende mogelijkheid te bieden. Hoewel die weg moeilijk is, is de belofte waar: ‘Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw.’10

Zet je eeuwige leven niet op het spel. Onderhoud de geboden van God. Als je gezondigd hebt, doe je er goed aan zo snel mogelijk je weg terug te vinden — des te eerder zul je de zoete vrede en vreugde smaken die voortvloeien uit het wonder der vergeving. Geluk is voor je weggelegd als je leeft zoals de Heer dat wil, en als je God en anderen dient.

Geestelijke kracht komt vaak voort uit onbaatzuchtig dienstbetoon. Jaren geleden bezocht ik wat toen het zendingsgebied Californië heette, waar ik een gesprek had met een jonge zendeling uit Georgia. Ik weet nog dat ik hem vroeg: ‘Schrijf je je ouders elke week?’

Hij antwoordde: ‘Ja, broeder Monson.’

Toen vroeg ik: ‘Vind je het fijn om brieven van thuis te krijgen?’

Hij gaf geen antwoord. Uiteindelijk vroeg ik: ‘Wanneer heb je voor het laatst een brief van thuis gekregen?’

Met bevende stem antwoordde hij: ‘Ik heb nog nooit een brief van thuis gehad. Mijn vader is slechts diaken en mijn moeder is geen lid van de kerk. Ze hebben me gesmeekt om niet op zending te gaan. Ze zeiden dat als ik het toch deed, ze me niet zouden schrijven. Wat moet ik doen, broeder Monson?’

In stilte bad ik tot mijn hemelse Vader: ‘Wat moet ik zeggen tegen deze jonge dienstknecht van U, die alles opgeofferd heeft om U te dienen?’ Toen kreeg ik de volgende ingeving. Ik zei: ‘Elder, schrijf je ouders iedere week van je zending. Vertel ze wat je aan het doen bent. Vertel ze hoeveel je van hen houdt en geef hun je getuigenis.’

‘Zullen ze me dan schrijven?’, vroeg hij.

‘Ja, dan zullen ze je schrijven’, gaf ik als antwoord.

We namen afscheid en gingen ieder ons weegs. Maanden later woonde ik een ringconferentie bij in het zuiden van Californië, waar een jonge zendeling naar me toe kwam en zei: ‘Broeder Monson, kent u mij nog? Ik ben de zendeling die de eerste negen maanden van mijn zending geen brief van mijn vader of moeder had gekregen. U zei tegen mij: “Schrijf elke week naar huis, en je ouders zullen jou schrijven.”’ Toen vroeg hij: ‘Kunt u zich die belofte nog herinneren, ouderling Monson?’

Ik wist het nog. Ik vroeg hem: ‘Heb je al iets van je ouders gehoord?’

Hij deed zijn hand in zijn zak en haalde er een stapeltje brieven uit met een elastiekje eromheen, pakte de bovenste brief en zei: ‘Of ik van mijn ouders gehoord heb! Moet u horen wat mijn moeder schrijft: “Jongen, we zijn zo blij met je brieven. We zijn trots op jou, onze zendeling. En raad eens wat? Je vader is tot priester geordend. Hij bereidt zich erop voor om mij te dopen. Ik krijg les van de zendelingen en over een jaar willen we je van je zending in Californië ophalen, want wij, net als jij, willen een eeuwig gezin worden door naar de tempel van de Heer te gaan.”’ Die jonge zendeling vroeg mij: ‘Broeder Monson, verhoort onze hemelse Vader altijd gebeden en vervult Hij altijd de beloften van een apostel?’

Ik antwoordde: ‘Als iemand het geloof heeft dat jij getoond hebt, hoort onze hemelse Vader zulke gebeden en verhoort Hij die op zijn eigen manier.’

Reine handen, een zuiver hart en een gewillige geest hadden de hemel geraakt. Een zegen uit de hemel kwam als antwoord op het vurige gebed uit het hart van een nederige zendeling.

Broeders, ik bid dat wij ook zo mogen leven dat wij allemaal de hemel mogen aanraken en net zo gezegend worden. In de naam van de Schenker van alle zegeningen, namelijk Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. ‘Komt, alle zonen Gods’, lofzang 202.

  2. Voor de kracht van de jeugd (boekje, 2001), pp. 24, 25.

  3. Miguel de Cervantes. In: John Bartlett, samensteller, Familiar Quotations, 14e editie (1968), p. 197.

  4. Exodus 20:7.

  5. Geloofsartikelen 1:13.

  6. 1 Korintiërs 3:16–17.

  7. Alfred Lord Tennyson. In: Familiar Quotations, p. 647.

  8. Leer en Verbonden 38:42.

  9. 1 Korintiërs 10:13.

  10. Jesaja 1:18.