2010
Goed leren oordelen zonder te veroordelen
mei 2010


Goed leren oordelen zonder te veroordelen

Een goed oordeelsvermogen hebben we niet alleen nodig om mensen te begrijpen, maar ook als we beslissingen moeten nemen die ons vaak naar onze hemelse Vader toe of bij Hem vandaan leiden.

Afbeelding
Elder Gregory A. Schwitzer

In de wereld waarin we leven, moeten we vaak moeilijke beslissingen nemen. Toch heeft de Heiland met betrekking tot onze naasten gezegd: ‘Oordeelt niet’1. Hoe kunnen we dat gebod naleven en toch in deze misleidende en corrupte wereld goede oordelen vellen? Om in iedere fase van ons leven belangrijke beslissingen te kunnen nemen — zoals bij het kiezen van vrienden, het vinden van een eeuwige partner, het uitkiezen van een carrière om voor ons gezin te zorgen en de Heer te dienen — moeten we goed leren oordelen. Hoewel de Heiland ons heeft geboden om anderen niet te veroordelen, verwacht Hij toch dat we ons oordeelsvermogen correct gebruiken.

We hebben wellicht vaak een snel oordeel klaar over andere mensen, waardoor onze relatie met hen wordt beïnvloed of veranderd. We oordelen vaak verkeerd omdat we over beperkte informatie beschikken, of omdat we niet verder kijken dan onze neus lang is.

Vaak wordt om dat te illustreren het verhaal aangehaald van Jezus die op bezoek was bij Maria en Marta, die met hun broer Lazarus in Betanië woonden. De Heiland kwam er graag omdat Hij er kon uitrusten en genieten van rechtschapen gezelschap. Tijdens een van zijn bezoeken was Marta druk bezig om eten klaar te maken, terwijl Maria ervoor koos om aan de voeten van de Heiland naar zijn woorden te luisteren.

‘Marta echter werd in beslag genomen door het vele bedienen. En zij ging bij Hem staan en zeide: Here, trekt Gij het U niet aan, dat mijn zuster mij alleen laat dienen? (…)

‘Maar de Here antwoordde en zeide tot haar: Marta, Marta, gij maakt u bezorgd en druk over vele dingen,

‘maar weinige zijn nodig of slechts één; want Maria heeft het goede deel uitgekozen, dat van haar niet zal worden weggenomen.’2

In veel zondagse lessen die aan dit verhaal zijn besteed, wordt het geloof van Marta in een verkeerd daglicht geplaatst. Er is immers een ander verhaal over deze bijzondere vrouw Marta, dat ons een beter beeld geeft van haar geestelijk begrip en getuigenis. Dat gebeurde toen de Heiland bij hen kwam om haar broer Lazarus uit de dood op te wekken. We lezen dat Marta meteen naar Hem toeging zodra ze hoorde ‘dat Jezus kwam’. Toen ze Hem sprak, zei ze dat ze wist dat ‘God [Hem] geven zal al wat [Hij] van God begeert’.

Christus onderwijst Marta dan in de grootse leer van de opstanding:

‘Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is Hij gestorven,

‘en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven; gelooft gij dat?’

Ze antwoordde met haar krachtige getuigenis: ‘Ja, Here, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komen zou.’3

Hoe vaak is Marta niet verkeerd beoordeeld als iemand die meer om praktische zaken geeft dan om geestelijke? Maar uit haar getuigenis na de dood van haar broer blijkt duidelijk hoe groot haar begrip en geloof wel waren.

Veel zusters hebben vaak het eerste verhaal gehoord en zich afgevraagd of zij een Maria of een Marta zijn. Maar het gaat erom dat we de persoon in zijn totaliteit leren kennen en correct beoordelen. Als we Marta beter leren kennen, komen we erachter dat ze eigenlijk een diep geestelijke vrouw was met een krachtig en moedig getuigenis van de zending van de Heiland en van zijn goddelijke macht over het leven. Een verkeerde beoordeling van Marta kan ertoe leiden dat we de ware aard van deze geweldige vrouw miskennen.

Als jonge arts heb ik een belangrijke les geleerd over het vellen van een snel oordeel. Toen ik een keer nachtdienst op de spoedafdeling had, kwam er een jong echtpaar binnen. De vrouw had erg veel pijn. Aan hun kleding en verzorging was te zien dat ze een zwervend bestaan leidden. Zijn haar was erg lang en zag er onverzorgd uit. Hun kleding was al geruime tijd niet gewassen en het zwerversleven had hun gezicht getekend.

Nadat ik haar had onderzocht, nam ik hem apart om uit te leggen wat het probleem was en wat we voor haar konden doen. De man keek me liefdevol aan en vroeg met alle liefde van een zorgzame echtgenoot: ‘Dokter, wordt mijn vrouw weer beter?’ Op dat moment voelde ik de Geest getuigen dat hij een kind van God was en zag ik in zijn ogen de liefde van de Heiland. Deze man had duidelijk naastenliefde, en ik had hem verkeerd beoordeeld. Die les heeft een blijvende indruk bij me achtergelaten.

Een goed oordeelsvermogen hebben we niet alleen nodig om mensen te begrijpen, maar ook als we beslissingen moeten nemen die ons vaak naar onze hemelse Vader toe of bij Hem vandaan leiden. Als ik op mijn leven terugkijk, zie ik veel momenten waarop een kleine koersverandering ten gevolge van een verkeerde beoordeling me ver weg zou hebben gevoerd van waar de Heer me wilde hebben — beslissingen als kinderen krijgen tijdens mijn studie, actief zijn in alle aspecten van het evangelie, tiende en andere gaven betalen als het inkomen beperkt is, en in moeilijke tijden roepingen aanvaarden, hebben me allemaal meer over opoffering geleerd. We lopen veel zegeningen mis als we een werelds oordeel toepassen op wat eigenlijk een geestelijke beslissing is.

Er zijn veel voorbeelden van mensen die een goed oordeelsvermogen hebben ontwikkeld. Ik wil graag vier richtlijnen bespreken voor een goede oordeelsvorming bij het nemen van belangrijke beslissingen.

Ten eerste moeten onze persoonlijke normen in overeenstemming zijn met het evangelie van Jezus Christus. Je kan nooit een goed oordeel vellen zonder het evangelie van Jezus Christus als richtsnoer te gebruiken. Het evangelie slaagt er al lange tijd in om mensen gelukkig te maken. Sommige wereldse denkbeelden maken mensen stuurloos zodat ze hun eigen normen gaan bedenken. Vandaar uitdrukkingen zoals ‘een nieuwe moraal’. Een dergelijke uitdrukking is misleidend! De zedelijke normen zijn eeuwig en onveranderlijk en behoeven geen nieuwe interpretatie. Voor de jongeren staan deze normen te boek in de brochure Voor de kracht van de jeugd. Deze normen zijn volledig in overeenstemming met het evangelie van Jezus Christus, en blijven dat ook wanneer we volwassen zijn. Het is wellicht goed als ook volwassenen deze brochure gaan bestuderen en toepassen.

Ten tweede moeten we naar de woorden van de hedendaagse profeet luisteren. Hoeveel slechte financiële beslissingen hadden kunnen worden vermeden als we naar de jarenlange adviezen van onze profeten hadden geluisterd om riskante beleggingen te vermijden, binnen ons inkomen te leven en consumptief krediet te vermijden? Hoeveel huwelijken zouden zijn gered als we bepaalde media hadden gemeden die tot pornoverslaving en hartzeer leiden? In iedere algemene conferentie en in ieder kerkelijk tijdschrift zijn adviezen van de profeten te vinden, die, als we ze toepassen, tot een goede oordeelsvorming leiden. We hebben geen enkel excuus als we ze negeren.

Ten derde moeten we naar de Heilige Geest leren luisteren. We hebben na de doop de gave van de Heilige Geest ontvangen, maar we laten die gave vaak op de plank liggen en vergeten dat Hij ons met belangrijke beslissingen zal helpen. De Heer heeft ons deze gave gegeven omdat Hij weet dat we moeilijke beslissingen in ons leven moeten nemen. Bij het ontwikkelen van ons oordeelsvermogen is het van levensbelang om naar die stem te luisteren. Om goed te kunnen luisteren hebben we een rustige omgeving nodig waarin we de tijd kunnen nemen om na te denken en de stille, zachte stem te horen. Deze vredige omgeving is zowel uiterlijk als innerlijk noodzakelijk. Daarom is het belangrijk dat we niet alleen wereldse muziek of het lawaai van andere media uitschakelen, maar dat we ons ook van het innerlijke lawaai van de zonde in onze ziel ontdoen. Dan kunnen we beter met de Geest communiceren, en dat is hard nodig.

Christus heeft gezegd: ‘Vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk de wereld die geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd of versaagd.’4 De gemoedsrust die we krijgen als we naar de Heilige Geest luisteren, verdrijft de angst voor het nemen van verkeerde beslissingen.

Ten vierde moeten we de geboden onderhouden. Als wij bereid zijn om de geboden van God te onderhouden, kunnen we veel beloofde zegeningen ontvangen. Het Boek van Mormon is niet alleen eveneens een testament aangaande Jezus Christus, het boek behandelt ook de gevolgen van gehoorzaamheid of ongehoorzaamheid aan de geboden. De Heer zegt tegen Nephi in het tweede hoofdstuk van zijn eerste boek: ‘En voor zoverre gij mijn geboden onderhoudt, zult gij voorspoedig zijn.’5

Die belofte is door bijna iedere profeet in het Boek van Mormon herhaald. Dan volgt er een verslag van zo’n duizend jaar geschiedenis waaruit blijkt dat die woorden waar zijn. En dezelfde boodschap geldt voor ons. Ons oordeelsvermogen wordt het best ontwikkeld en toegepast binnen de grenzen die de Heer door zijn geboden heeft gesteld.

Ik getuig dat wanneer we voor moeilijke beslissingen staan en deze richtlijnen volgen, we beter weten hoe we tot een goed oordeel kunnen komen. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Matteüs 7:1. Zie ook de Bijbelvertaling van Joseph Smith, in de Gids voor de Schriften, waar de Heiland gebiedt: ‘Oordeelt niet onrechtvaardig’.

  2. Lucas 10:40–42.

  3. Zie Johannes 11:20–27.

  4. Johannes 14:27.

  5. 1 Nephi 2:20.