2010
Geef nooit, maar dan ook nooit, op!
mei 2010


Geef nooit, maar dan ook nooit, op!

Wat verwacht de Heer van jullie? Hij wil dat jullie een moedige en deugdzame dochter van God zijn, toegewijd om iedere dag zo te leven dat je de zegeningen van de tempel waardig bent.

Afbeelding
Mary N. Cook

Afgelopen augustus namen we enkele van onze kleinkinderen mee naar het Timpanogos Cave National Monument, een van de populairste bestemmingen in Utah. Het is een vrij zware wandeling van ruim twee kilometer bergopwaarts om de grot te bereiken, maar zeker de moeite waard om de prachtige, spiraalvormige formaties in de grot te zien. Ik wist zeker dat Ruthie van negen er weinig moeite mee zou hebben, maar vroeg me af of Caroline van zes wel voldoende kracht en uithoudingsvermogen zou hebben.

We begonnen allemaal enthousiast aan de wandeling en we liepen vrij snel over het geasfalteerde pad. We hadden al gauw een kwart afgelegd, maar het volgende kwart duurde een stuk langer. Caroline begon erg moe te worden. Met Ruthie ging het goed en ze moedigde Caroline aan om door te zetten. We gingen ter wille van Caroline wat langzamer lopen. Toen leek het wel of alles mis ging. Het begon te waaien, en door het opwaaiende stof konden we bijna niets zien. Het was beangstigend, en of dat niet genoeg was, zagen we een bordje staan met de woorden: ‘Natuurlijk leefgebied van de ratelslang. Voor uw veiligheid: blijf op het pad.’

We gingen langzaam verder totdat we driekwart van de weg hadden afgelegd, maar toen hadden we het steilste gedeelte nog voor ons liggen. Moe, bang en vol twijfel ging Caroline zitten en zei met tranen in haar ogen: ‘Ik geef het op! Ik kan echt niet verder!’

We gingen zitten en overlegden wat we moesten doen. We bedachten een plan. We besloten onze stappen te tellen en te zien hoe we ons na honderd stappen zouden voelen. Ruthie en ik beloofden Caroline dat we haar zouden helpen. We zouden om ons heen kijken om iets te vinden dat ons blij zou maken en daar zouden we over praten. We zongen zelfs jeugdwerkliedjes.

Alles veranderde. Caroline zei dat ze het plan zou volgen. Honderd stappen leken niet onmogelijk. Caroline wist dat we haar zouden helpen, en toen we naar het goede om ons heen keken en liedjes zongen, voelden we ons gelukkiger.

Zijn jullie weleens bang en ontmoedigd geweest als je iets moest doen wat je krachten te boven ging? Heb je ooit de moed willen opgeven?

Stel je voor hoe Jozua, de opvolger van de grote profeet Mozes, zich moet hebben gevoeld toen hij de Israëlieten naar het beloofde land moest leiden. Hij zal af en toe ook weleens de moed hebben willen laten zakken. Maar de Heer troostte hem door drie keer tegen hem te zeggen dat hij sterk en moedig moest zijn (zie Jozua 1:6–9). Vol vertrouwen dat God hen zou helpen, beloofden de Israëlieten: ‘Al wat gij ons bevolen hebt, zullen wij doen’ (Jozua 1:16).

In de Schriften staan veel voorbeelden van mannen en vrouwen die veel moed toonden om te doen wat de Heer gebood, ook als de opdrachten onmogelijk leken en ze de moed wel hadden willen laten zakken.

Wat verwacht de Heer van jullie? Hij wil dat jullie een moedige en deugdzame dochter van God zijn, toegewijd om iedere dag zo te leven dat je de zegeningen van de tempel waardig bent en bij Hem kunt terugkeren. Daar is in deze wereld moed voor nodig. Jullie hebben het heilsplan om dat mogelijk te maken. Morele keuzevrijheid, het vermogen om te kiezen, is een essentieel onderdeel van dat plan. Je hebt al enkele goede beslissingen genomen. Voordat je werd geboren, heb je ervoor gekozen om op aarde te komen, een lichaam te ontvangen en jezelf te bewijzen. Je hebt ervoor gekozen om je te laten dopen, de eerste verordening op je weg naar het eeuwige leven. Je leidt nu je aardse leven, en je blijft beslissingen nemen, leren en groeien. Het sluiten van heilige verbonden en het ontvangen van de tempelverordeningen zijn belangrijke onderdelen van het plan.

Maar als je ouder wordt, wordt het pad steiler en heb je, net als Caroline, misschien de neiging om de moed te laten zakken. Het leven is moeilijker, vol beslissingen en verleidingen. Satan probeert je in de war te brengen, zodat je je gaat afvragen of je dit pad wel wilt bewandelen. Je wordt misschien verleid om een andere weg te nemen, ook als er bordjes staan om je voor gevaar te waarschuwen. Je twijfelt wellicht aan je vaardigheden en je vraagt je misschien af, zoals een jongevrouw dat deed: ‘Is het echt mogelijk om in deze wereld deugdzaam te blijven?’ Het antwoord, mijn jonge vriendinnen, luidt: ‘Jazeker!’ en mijn raad is vergelijkbaar met de raad van Winston Churchill tijdens de Tweede Wereldoorlog: ‘Geef nooit, maar dan ook nooit, op!’ (Zie ‘Never Give In’, [Toespraak, Harrow School, Londen, 29 oktober 1941].)

Daar is veel moed voor nodig, maar je hebt zijn plan! Hoe kun je het plan volgen en een moedige en deugdzame dochter van God zijn? Ten eerste, ontwikkel een sterk getuigenis, stap voor stap. Ten tweede, roep de hulp in van onze hemelse Vader, Jezus Christus, familieleden en anderen die je steunen in je beslissing om het plan te volgen. En ten slotte, leef zodanig dat je in aanmerking komt voor het gezelschap van de Heilige Geest.

Over het verkrijgen van een sterk getuigenis heeft president Thomas S. Monson de jongevrouwen het volgende beloofd: ‘Als je getuigenis voortdurend wordt gevoed, zul je beschermd worden.’ (‘Mogen jullie moed hebben’, Ensign, mei 2009, p. 126.)

Je getuigenis zal ‘geleidelijk door ervaring groeien. Niemand ontvangt in één keer een volledig getuigenis.’ (Trouw aan het geloof, p. 63.) Toen we het steilste deel van de berg opliepen, deden we dat stap voor stap. Om een getuigenis te ontwikkelen, moet je het stap voor stap voeden. ‘Als [je] de geboden onderhoudt, zal [je getuigenis] verder groeien. [Je] zult zien dat [je] getuigenis zich zal blijven ontwikkelen als [je] anderen opbouwt en sterkt.’ Door [te bidden, de Schriften te bestuderen, de geboden te onderhouden en anderen te helpen, zul je] gezegend worden met momenten van inspiratie die [je] getuigenis [zullen versterken].’ (Trouw aan het geloof, p. 63.)

Persoonlijke vooruitgang is een uitstekende manier om je getuigenis stap voor stap te voeden. Je ervaringen met de JV-waarden en je projecten zijn kleine stappen waardoor je getuigenis van Jezus Christus wordt gevoed terwijl je zijn leringen bestudeert en in je dagelijkse leven toepast. Door die voortdurende voeding blijf je veilig op het pad.

Roep ten tweede de hulp van anderen in om je te sterken en te steunen. Roep allereerst je hemelse Vader in gebed aan. Je bent zijn dochter. Hij kent je en heeft je lief. Hij hoort en verhoort je gebeden. In de Schriften worden we herhaaldelijk aangemoedigd om ‘altijd te bidden’ (zie bv. LV 90:24). Als je bidt, zal de Heer bij je zijn, net zoals Hij bij Jozua was.

We hebben allemaal de hulp van de Heiland nodig om het plan te volgen en bij onze Vader in de hemel terug te keren. Misschien heb je vergissingen begaan of ben je op een verkeerd pad terechtgekomen. ‘Daar de Heiland je liefheeft en zijn leven voor jou heeft gegeven, kun je je bekeren. (…) Dankzij het zoenoffer van de Heiland kun jij vergiffenis van je zonden ontvangen’ (Persoonlijke vooruitgang [boekje], p. 71). ‘Hoe sneller je je bekeert, des te sneller je de zegeningen ontvangt die voortvloeien uit vergeving.’ (Voor de kracht van de jeugd [brochure, 2001], p. 30.)

Besluit nu dat je al het nodige zult doen om je te bekeren. ‘Neem (…) iedere week aan het avondmaal deel [en vul] je leven met deugdzame activiteiten die je geestelijke kracht geven. Als je dat doet, zul je beter in staat zijn om verleidingen te weerstaan, de geboden te onderhouden en meer op Jezus Christus te lijken.’ (Persoonlijke vooruitgang, deugd.)

Er zijn ook hedendaagse profeten op aarde om je te helpen. Zij spreken voor deze tijd. Concentreer je op hun woorden. Zij geven je de waarschuwingsborden om je voor gevaar te behoeden en je veilig op het pad te houden. De waarschuwingsborden die op jullie van toepassing zijn staan in Voor de kracht van de jeugd. ‘Volg de profeet, want zijn raad is goed.’ (Kinderliedjes, ‘Volg de profeet’, p. 59.)

Een van de grote zegeningen van het plan is dat we in een gezin opgroeien. Jullie hebben ouders die je met hun wijsheid en ervaring zullen helpen om je goddelijke potentieel te bereiken. Vertrouw ze. Zij hebben het beste met je voor.

Leer van je moeder, je grootmoeder en andere rechtschapen vrouwen met een sterk getuigenis. De rol van een moeder is die van opvoedster. Moeders, niemand houdt zoveel van uw dochter als u. U bent haar beste leidster, gids en voorbeeld. We hopen dat u de uitnodiging wilt aanvaarden om samen met uw dochter aan Persoonlijke vooruitgang te werken. Ik heb veel geleerd toen ik met mijn moeder aan de waarde deugd werkte. Ook uw onderlinge relatie zal versterkt worden en u zult beiden door uw liefde, steun en aanmoediging gezegend worden.

Jongevrouwen, kies goede vriendinnen uit die je steunen in je rechtschapen beslissing om het plan te volgen. Net zoals Ruthie haar zusje Caroline aanmoedigde, kunnen jullie veel doen om elkaar te versterken. Als je je onderscheiding Voorbeeldige jongevrouw hebt ontvangen, is het jouw beurt om een ‘grote zus’ te zijn. Terwijl je werkt om je ‘bezige bij’ te verdienen, krijg je de kans om andere jongevrouwen te sterken door je rechtschapen voorbeeld en getuigenis, en als je ze helpt met hun Persoonlijke vooruitgang.

Leef ten slotte zodanig dat je in aanmerking komt voor het gezelschap van de Heilige Geest. Toen wij Caroline hielpen door naar het goede om ons heen te kijken en jeugdwerkliedjes te zingen, nodigden we de Geest uit. We voelden liefde, blijdschap en vrede, en dat zijn vruchten van de Geest (zie Galaten 5:22). Je hebt die vrede en dat zelfvertrouwen nodig als Satan je met gevoelens van twijfel bestookt, als je verleid wordt om een ander pad te bewandelen of als anderen onvriendelijk zijn of je uitlachen om je geloofsovertuiging.

Ik wil jullie graag het verhaal van Julie vertellen, een jongevrouw die haar problemen het hoofd kon bieden door naar de Heilige Geest te luisteren. Ze zat een keer in het Oude Testament te lezen toen ze de volgende gedachte kreeg: ‘Lees Matteüs 5. Lees Matteüs 5.’ Ze dacht: ‘Waarom zou ik de gedachte krijgen om iets in het Nieuwe Testament te lezen?’ Ze gaf echter gehoor aan de influistering en las in Matteüs: ‘Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen’ (Matteüs 5:44).

De volgende dag had ze wat moeite met vriendinnen die onvriendelijk waren en haar in de steek lieten. Eerst was ze erg boos, maar toen dacht ze: hier ben ik op voorbereid. De Geest heeft me ingefluisterd om Matteüs te lezen en ik moet aardig zijn en mijn vriendinnen vergeven. Door die kleine stap om in de Schriften te lezen, was ze erop voorbereid om op christelijke wijze te reageren. Na die ervaring wist ze zeker dat de Heer haar kende, en door de influisteringen van de Heilige Geest wist ze wat ze moest doen.

Lieve jongevrouwen, ik heb velen van jullie ontmoet die, net als Julie, in moeilijke omstandigheden niet de moed opgaven, maar ervoor kozen om het plan te volgen. Ik bid dat jullie stap voor stap je getuigenis zullen blijven versterken. Roep de hulp in van onze hemelse Vader, Jezus Christus, profeten, en anderen die je steunen in je beslissing om het plan te volgen. Leef een deugdzaam leven zodat de Heilige Geest bij je zal zijn om je veilig te begeleiden. Ik getuig dat als je dat doet, de Heer bij je zal zijn en dat je op het pad kunt blijven dat naar de tempel en het eeuwige leven leidt. ‘Wees sterk en moedig’ (Jozua 1:9) en geef nooit, maar dan ook nooit, op! In de naam van Jezus Christus. Amen.