2010
Wij volgen Jezus Christus
mei 2010


Wij volgen Jezus Christus

We verheugen ons in alles wat de Heiland voor ons heeft gedaan. Hij heeft het voor eenieder mogelijk gemaakt om verlost en verhoogd te worden.

Afbeelding
Elder Quentin L. Cook

Het is een enorme verantwoordelijkheid om op paaszondag te spreken tot heiligen der laatste dagen over de hele wereld die onze Heer en Heiland, Jezus Christus, liefhebben. We vieren deze dag zijn overwinning op de dood. We koesteren onze kennis van en diepe dankbaarheid voor het gewillige zoenoffer van de Heiland ten behoeve van ons. Zijn gehoorzaamheid aan de wil van zijn Vader heeft geresulteerd in de grootse overwinning op de dood en is de allesovertreffende gebeurtenis in de geschiedenis van de mensheid. Ik ben dankbaar voor de gelegenheid om te spreken over het volgen van de Heiland.

De laatste twee dagen van de aardse bediening van de Heiland vóór zijn kruisiging zijn uitermate belangrijk en gaan in sommige opzichten ons bevattingsvermogen te boven. Veel van wat essentieel is voor onze eeuwige bestemming, vond plaats op donderdag en daarna de vrijdag waarop Christus gekruisigd werd. Het laatste avondmaal, een paasmaaltijd, de ‘(…) ingestelde herdenking van Israëls bevrijding uit slavernij’1, nam een aanvang op donderdagavond. Belangrijke verordeningen en leerstellingen zijn bij dat laatste avondmaal geïntroduceerd. Ik zal er drie noemen. Ten eerste introduceerde de Heiland de verordening van het avondmaal. Hij nam brood, brak het, sprak een gebed uit en gaf het aan zijn discipelen, zeggende: ‘Dit is mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt; doet dit tot mijn gedachtenis.’2 Aldus stelde Hij het avondmaal in. Ten tweede legde Hij veel nadruk op de leer van de liefde als voornaamste beginsel. Hij zei: ‘Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.’3 Ten derde werd door de tussenkomst of op aanwijzing van Christus ‘de apostelen (…) de Heilige Geest beloofd’4 als een andere Trooster.

De Heiland bracht vervolgens de verzoening tot stand. Hij nam de ‘last van de zonden der mensheid’ en de ‘verschrikkingen die Satan (…) kon teweegbrengen’ op Zich.5 Bij dat alles verduurde Hij de onrechtmatige processen tegen Hem en de afschuwelijke en tragische gebeurtenissen die tot zijn kruisiging leidden. Dat voerde uiteindelijk tot de climax, namelijk de triomfale opstanding van Christus op paaszondag. Christus vervulde zijn heilige zending als Heiland en Verlosser. We zullen opstaan uit de dood en onze geest zal met ons lichaam herenigd worden. Op basis van onze getrouwheid wordt ons, door zijn genade, de heerlijke mogelijkheid geboden om in de tegenwoordigheid van God terug te keren.6

De profeet Joseph Smith heeft over die paasgebeurtenissen het volgende gezegd: ‘De fundamentele beginselen van onze godsdienst zijn het getuigenis van de apostelen en profeten aangaande Jezus Christus — dat Hij stierf, werd begraven, ten derden dage is verrezen en ten hemel is opgevaren. Al het andere dat verband houdt met onze godsdienst is hier slechts een aanhangsel van.’7

Hoewel we ons verheugen in de overweldigende betekenis van Getsemane en Golgota, zijn we ons altijd op de herrezen Heiland blijven richten. Frederic Farrar, een bekende Engelse theoloog en gelovige, heeft getuigd dat de eerste generatie gelovigen in de vroegchristelijke kerk de Heiland herdacht als ‘(…) de herrezen, de eeuwige, de verheerlijkte Christus’ en ‘Hem beschouwden, niet als aan het kruis, maar op de troon (…).’8

President Gordon B. Hinckley heeft gezegd dat onze boodschap aan de wereld is dat Hij leeft! Hij zei dat het symbool van Christus voor de heiligen der laatste dagen wordt gevonden in de betekenisvolle expressie van onze godsdienst en de wijze waarop we zijn evangelie naleven.9

Laten we nadenken wat het betekent om vandaag de dag christen te zijn en wat het pad van het discipelschap van ons vraagt. Ik stel voor dat we overpeinzen en op gepaste wijze navolgen wat de Heiland in die laatste twee dagen van zijn aardse leven heeft gedaan.

Ten eerste staan we stil bij de introductie van het avondmaal door de Heiland. De Heiland wist wat er met Hem zou gebeuren. Zijn heilige, verlossende zending die in het voorbestaan met de oorlog in de hemel was begonnen, stond op het punt zich die avond en de volgende dag te ontvouwen. Toch, met de aanstaande processen van zijn tegenstanders in het verschiet, is er geen enkele aanwijzing dat Hij zijn verdediging tegen de valse beschuldigingen aan het voorbereiden was. In plaats daarvan introduceerde de Heiland de heilige verordening van het avondmaal aan zijn discipelen. Als ik aan dat plechtige gebeuren denk, raak ik diep ontroerd. De avondmaalsdienst is de heiligste bijeenkomst in de kerk. Na zijn opstanding stelde de Heiland het avondmaal onder de Nephieten in.10 Als we zijn discipelen en toegewijde leden van zijn kerk willen zijn, moeten we het avondmaal gedenken en eerbiedigen. Het stelt eenieder in staat met een gebroken hart en verslagen geest onze gewilligheid te tonen om de Heiland te volgen, ons te bekeren en een heilige te worden door de verzoening van Christus.11 Als wij tijdens het avondmaal ons doopverbond hernieuwen, getuigen we tot God dat wij zijn Zoon indachtig zullen zijn en zijn geboden zullen onderhouden.12 Daardoor nemen onze liefde en waardering voor zowel de Vader als de Zoon toe.

De Heiland beklemtoonde ook het belang van liefde en eenheid, en verklaarde dat we als zijn discipelen herkend zouden worden als wij liefde onder elkaar hebben. In het licht van de verzoening die Hij weldra met eeuwige gevolgen teweeg zou brengen, vraagt een dergelijk gebod om onze gehoorzaamheid. We tonen onze liefde voor God als we zijn geboden onderhouden en zijn kinderen dienen. We hebben geen volledig begrip van de verzoening, maar we kunnen wel proberen om liefdevoller en vriendelijker te worden, ongeacht de moeilijkheden die we doormaken.

De opdracht van de Heiland aan zijn discipelen om elkaar lief te hebben, en de indrukwekkende en krachtige wijze waarop Hij dat beginsel tijdens het laatste avondmaal overbracht, behoren tot de aangrijpendste en prachtigste episodes in de laatste dagen van zijn aardse leven.

Hij gaf niet zomaar een les in ethisch gedrag. Dit was de Zoon van God, die zijn apostelen en alle discipelen die na hen zouden komen, opriep om dit kernbeginsel van zijn leringen in gedachten te houden en na te volgen. Uit onze omgang met elkaar blijkt hoe gewillig we zijn om Jezus Christus te volgen.

Als we naar de boodschappen van deze conferentie luisteren, worden we in ons hart geraakt en nemen we ons voor om beter ons best te doen. Maar na de conferentie keren we terug naar ons werk, onze school, onze eigen omgeving en naar een wereld vol beroering. Veel mensen in deze wereld zijn bang en boos op elkaar. Hoewel we die gevoelens begrijpen, moeten we beleefd zijn in ons spraakgebruik en respectvol in onze omgang met anderen. Dat geldt in het bijzonder wanneer we het onderling oneens zijn. De Heiland heeft ons geleerd om zelfs onze vijanden lief te hebben.13 Verreweg de meeste kerkleden volgen die raad op. Maar sommigen vinden het belangrijker om hun persoonlijke woede of standpunten te uiten dan zich te gedragen zoals Jezus Christus ons heeft getoond en geleerd. Ik vraag u allemaal om in te zien dat de manier waarop we van mening verschillen een duidelijk teken is van wie we zijn en of we de Heiland waarlijk navolgen. We mogen het met elkaar oneens zijn, maar we mogen geen onenigheid veroorzaken. Geweld en vandalisme vormen geen antwoord op onze meningsverschillen. Als we ook in moeilijke omstandigheden liefde en respect tonen, gaan we meer op Christus lijken.

De belofte van de Heiland aan de Twaalf aangaande de Heilige Geest is van uitermate groot belang. Daaruit blijkt namelijk de voorname rol van de Heilige Geest, het derde lid van de Godheid. De Heilige Geest is een persoon van geest, de Trooster die getuigt van de Vader en de Zoon, die alle waarheid openbaart en die heiligt wie zich hebben bekeerd en laten dopen. Hij wordt de Heilige Geest der belofte genoemd en bevestigt als zodanig dat onze rechtvaardige daden, verordeningen en verbonden voor God aannemelijk zijn.14 Wie door de Heilige Geest der belofte zijn verzegeld, ontvangen alles wat de Vader heeft.15

We leven in een luidruchtige, twistzieke wereld waarin we vrijwel elk uur van de dag informatie, muziek of zelfs pure nonsens kunnen bekijken of beluisteren. Als we de inspiratie van de Heilige Geest wensen, moeten we de tijd vinden en rust nemen, nadenken, bidden en zo leven dat we zijn ingevingen kunnen ontvangen en ernaar handelen. We zullen grote fouten voorkomen als we acht slaan op zijn waarschuwingen. Als leden zijn we bevoorrecht om licht en kennis van Hem te ontvangen, tot de volle dag toe.16

De beproevingen van de verzoening die de Heiland in Getsemane en aan het kruis heeft doorgemaakt, vormen een groot voorbeeld voor ons. Hij onderging mentale, fysieke en geestelijke benauwingen die ons begrip te boven gaan. In de hof bad Hij tot zijn Vader, zeggende: ‘Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat deze beker Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt.’17 Als zijn discipelen zullen wij soms worden beproefd en ten onrechte vervolgd en bespot, en aardse en geestelijke stormen moeten trotseren die ondraaglijk voor ons lijken, en bittere bekers ervaren waarvan we bidden dat die ons voorbijgaan. Niemand wordt gespaard voor de stormen van het leven.

We bereiden ons voor op de wederkomst van de Heiland. De Schriften geven duidelijk aan dat niemand weet wanneer die zal plaatsvinden. De Schriften geven wel aan dat we in de laatste dagen te maken krijgen met bittere bekers van ‘nu hier, dan daar (…) aardbevingen’18 en ‘de golven der zee die zich buiten hun grenzen storten’.19

Verwoestende aardbevingen en tsunami’s zijn recentelijk hier en daar opgetreden, zoals in Chili, Haïti en Oceanië. Enkele weken geleden spraken presiderende bisschop H. David Burton, ouderling Tad R. Callister en ik met de heiligen die familieleden hadden verloren als gevolg van de tsunami die afgelopen september het oosten van Samoa heeft getroffen. De kapel zat vol en het was een aangrijpende bijeenkomst. We konden die fijne leden verzekeren dat ze door de verzoening van Jezus Christus met hun verloren dierbaren herenigd kunnen worden.

De ringpresident, Sonny Purcell, bestuurde zijn auto toen hij de enorme golf ver vanuit de zee zag opdoemen. Hij begon te claxonneren en hield kinderen op weg naar school aan en waarschuwde ze om zo snel mogelijk naar hogere grond te rennen en veiligheid te zoeken. De kinderen volgden zijn instructies op. Hij reed snel verder, bereikte zijn vierjarige dochter, zette haar in de auto en probeerde toen zijn moeder te bereiken. Voordat hij bij zijn moeder kon komen, werd zijn auto door de muur van water opgepakt en belandde die bijna honderd meter verderop in een boom. Hij bracht zijn dochter met enige moeite op het dak van de auto in veiligheid en zwom toen in een reddingspoging naar zijn moeder toe, die zich vastklampte aan een tak van een andere boom dicht bij hun huis. Met grote inspanning bracht hij haar al zwemmend naar de auto en in veiligheid. Velen waren niet zo fortuinlijk. Ze hadden geen tijd om op hogere grond veiligheid te zoeken. Velen zijn omgekomen, vooral jonge en oude mensen.

We vertelden de gezinnen in Samoa dat leden over de hele wereld blijk gaven van hun liefde en zorg, voor hen baden en vastengaven en humanitaire hulp doneerden voor zowel de leden als hun naasten. Datzelfde geldt voor de leden en hun naasten in Chili en Haïti. Wij doen dat omdat wij Jezus Christus volgen.

Tijdens ons bezoek aan de gezinnen in Samoa was de betekenis van geestelijk naar de hogere grond gaan, een beter lever leiden en vasthouden aan heilbrengende verordeningen uitermate duidelijk. De Heiland leerde ons door zijn voorbeeld en leven om geestelijk de lage wegen te vermijden, waar de dingen van de wereld domineren. Bij het handen schudden met de leden na onze bijeenkomst, vertelde een zuster mij dat haar gezin niet in de tempel was geweest en dat een dochter was omgekomen. Ze vertelde in tranen dat ze het doel hadden zich op de heilige verordeningen van de tempel voor te bereiden, zodat ze eeuwig samen kunnen zijn.

Toen ik daar zo over nadacht en hoe de wereld er op dit moment voorstaat, voelde ik me gedrongen u te adviseren om de hogere grond, de toevlucht en eeuwige bescherming van de tempel, te zoeken.

Op paaszondag 3 april 1836, één week na de inwijding van de Kirtlandtempel, bedienden de Twaalf het avondmaal aan de leden. Na de bijeenkomst en plechtig en stil gebed verscheen de Heiland in zijn heerlijkheid aan de profeet Joseph en Oliver Cowdery, en luidde Hij door Mozes, Elias en Elia de herstelling van aanvullende priesterschapssleutels in, waaronder de heilige verzegelmacht die families voor eeuwig met elkaar verenigt.20

Vandaag op deze paasmorgen verheugen we ons in alles wat de Heiland voor ons heeft gedaan. Hij heeft het voor eenieder mogelijk gemaakt om verlost en verhoogd te worden. Maar wij moeten, net als de kinderen in Samoa, zo snel mogelijk naar de hogere grond rennen die Hij voor onze veiligheid en vrede heeft bereid.

Een van de manieren om dat te doen is de leringen van onze levende profeet, president Thomas S. Monson, opvolgen. Hij is een uitstekend voorbeeld van iemand die de Heiland volgt.

Op deze heerlijke paasmorgen sluit ik aan bij de gekoesterde woorden naar Eliza R. Snow, een getrouwe dienstmaagd in de herstelling:

Hoe groots, hoe heerlijk, hoe volmaakt

het heilsplan, ons verleend;

genade en gerechtigheid

zijn thans in liefd’ vereend!’21

Ik geef u mijn apostolische getuigenis dat Jezus Christus leeft en de Heiland en de Verlosser van de wereld is. Hij heeft de weg naar waar geluk bereid. Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. James E. Talmage, Jesus the Christ, 3e editie (1916), p. 594.

  2. Lucas 22:19.

  3. Zie Johannes 13:34–35.

  4. James E. Talmage, Jesus the Christ, p. 603; zie ook Johannes 14:16–17.

  5. James E. Talmage, Jesus the Christ, p. 613.

  6. Zie 2 Nephi 9:6–24.

  7. Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), p. 49; zie ook Leer en Verbonden 20:22–25.

  8. Frederic W. Farrar, The Life of Lives — Further Studies in the Life of Christ, p. 209.

  9. Zie Gordon B. Hinckley, ‘Deze heerlijke paasmorgen’, De Ster, juli 1996, pp. 65–67; ‘Het symbool van onze godsdienst’, Liahona, april 2005, pp. 2–6.

  10. Zie 3 Nephi 18:1-11.

  11. Zie Mosiah 3:19.

  12. Zie Mosiah 18:8–10; Leer en Verbonden 20:37, 77–79.

  13. Zie Matteüs 5:44.

  14. Zie Leer en Verbonden 132:7.

  15. Zie Romeinen 8:16–17; Efeziërs 1:13–14; Leer en Verbonden 76:51–60.

  16. Zie Leer en Verbonden 50:24.

  17. Matteüs 26:39.

  18. Matteüs 24:7; Matteüs naar Joseph Smith 1:29.

  19. Leer en Verbonden 88:90.

  20. Zie Leer en Verbonden 110.

  21. ‘Hoe groot de wijsheid’, lofzang 131.