2010
De leden in Haïti gaan standvastig in het evangelie voorwaarts
mei 2010


De leden in Haïti gaan standvastig in het evangelie voorwaarts

Toen Haïti in januari door een aardbeving werd getroffen, snelde Jean-Elie René naar huis om te zien of zijn gezin in veiligheid was. Bij aankomst trof hij een van zijn drie zoontjes huilend op straat aan en hoorde hij de kreten van een ander zoontje onder het puin waar eerder hun huis had gestaan.

De 32-jarige vader ging op de kreten af en groef zich een weg door het puin, tot hij zijn vijfjarige zoontje en het lichaam van zijn zwangere vrouw aantrof, hun baby van negen maanden nog steeds beschermend tegen het ingestorte dak van het huis.

Broeder René is wijkadministrateur in de wijk Leogane, ring Port-au-Prince (Haïti). Hoewel hij zijn vrouw, zijn ongeboren kind en zijn huis is kwijtgeraakt, klaagt hij niet over zijn situatie en is hij niet boos. Na de aardbeving was broeder René bijna elke dag in het kerkgebouw te vinden, met de baby op schoot en zijn twee andere jongens naast hem, om de bisschop bij te staan met de coördinatie van de hulp aan de wijkleden en anderen die tijdelijk onderdak zochten in het kerkgebouw.

Het verhaal van broeder René is aangrijpend, maar staat niet op zich. Ook andere leden van de kerk in Haïti hebben veel geleden onder de aardbeving met een kracht van 7,0 op de schaal van Richter, maar de ramp heeft ook de kracht van het groeiende aantal leden in Haïti blootgelegd. Net als broeder René hebben veel leden — zowel leden die lang en kort tot de kerk behoren — zich kranig geweerd en gemoedsrust en troost gevonden in hun getrouwheid en gehoorzaamheid.

Beproevingen doorstaan

Door alle beproevingen heen zijn de leden van de kerk in Haïti standvastig gebleven in het evangelie en geven ze elkaar en anderen in hun gemeenschap nog steeds de zorg en kracht die ze nodig hebben.

‘Het is waar dat we alles wat we hadden, ja, onze bezittingen en onze familieleden, zijn kwijtgeraakt. Maar ons geloof in Jezus Christus is overeind gebleven’, zegt Yves Pierre-Louis, bisschop van de wijk Leogane. ‘Het was een goede gelegenheid voor ons om onder ogen te zien waar we als volgelingen van Christus staan.’

Vooral de plaatselijke priesterschapsleiders zijn een groot voorbeeld van geloof en getuigenis geweest in deze moeilijke omstandigheden. Ze hebben in moeilijke tijden geleerd hun roeping te vervullen en anderen in nood te helpen, zegt ouderling Francisco J. Viñas van de Zeventig en president van het Caraïbisch gebied.

‘Zij hebben hun priesterschapssleutels gebruikt om leden en niet-leden tot zegen te zijn’, zegt hij. ‘Zij hebben in raden samengewerkt en leiding van de Geest ontvangen om dag na dag met de problemen om te gaan.’

De nasleep van de verwoestende aardbeving heeft voor een grote uitdaging gezorgd, vooral voor de bisschoppen in Haïti, zegt Prosner Colin, president van de ring Port-au-Prince (Haïti). De bisschoppen en andere kerkleiders kregen de verantwoordelijkheid om voor honderden wijkleden en hun eigen gezinsleden te zorgen en hulp te bieden.

‘[De bisschoppen] blijven hulp bieden’, zegt president Colin. ‘Zij zien in dat ze veel verloren hebben, maar het evangelie nog wel hebben. Zij sporen [de leden] aan om waardig te blijven leven.’

Bisschop Pierre-Louis is na de aardbeving een leider in de gemeenschap geworden. In de weken en maanden na de ravage in Haïti heeft hij zich ingezet voor de leden en niet-leden in Leogane — en daarbij honderden mensen geholpen.

‘Hij is een van de uitzonderlijkste, nederigste dienstknechten die ik ken’, zegt Chad Peterson, een arts uit Arizona die na de aardbeving als vrijwilliger met bisschop Pierre-Louis heeft samengewerkt.

Geloof voor nu en later

Er zijn veel verhalen verteld over leden in Haïti die de veerkracht en het geloof in de Heer hadden om hun beproevingen te doorstaan.

‘Hoewel de getrouwe Haïtiaanse heiligen veel hebben geleden, houden ze hun hoop gericht op de toekomst’, zei ouderling Wilford W. Anderson van de Zeventig in zijn toespraak tijdens de algemene aprilconferentie van 2010. ‘Net als de pioniers in 1846 is hun hart gebroken, maar is hun geest sterk. Ook zij leren ons dat hoop, geluk en vreugde geen producten van omstandigheden zijn, maar voortkomen uit geloof in de Heer.’

Die gehoorzaamheid en dat geloof bleken onder meer uit het feit dat de kerkelijke bijeenkomsten direct na de aardbeving gewoon doorgingen.

Ondanks de verwoesting van hun land kwamen de leden in Haïti in hun zondagse kleren naar de kerk, met een glimlach op hun gezicht. Het evangelie was de reddingslijn waarop velen vertrouwden om ze uit hun verdriet en wanhoop omhoog te trekken.

‘Ondanks het verlies van hun huis, werk en familieleden zijn de mensen zo liefdevol, zo vol vertrouwen en zo opgewekt. Hun geloof is verbazingwekkend’, zegt broeder Peterson.

Ook nu blijft de kerk in Haïti gedijen. De opkomst in de avondmaalsdienst is toegenomen, zegt president Colin, en de mensen in Haïti blijven werken aan de wederopbouw van hun gemeenschap.

‘De leden doen goed hun best om anderen te helpen’, zegt hij. ‘Ze leggen bezoeken af en zijn op zoek naar werk voor zichzelf en voor de anderen.’

De in Haïti geboren Berthony Theodor is hoofd van de kerkelijke welzijnszorg in Haïti en zegt dat hij en andere huidige en toekomstige leiders van de kerk in Haïti als gevolg van de ramp waardevolle ervaring hebben opgedaan.

‘We zijn in de gelegenheid om anderen te helpen en ze nogmaals te laten zien hoezeer we ze liefhebben’, zegt hij. ‘We hebben wederom gezien dat we niet alleen zijn in de wereld, dat we deel uitmaken van het volk van de Heer.’

Broeder Theodor zegt dat de aardbeving — of welke andere ramp dan ook — de vrede en vreugde van de leden in Haïti niet heeft kunnen wegnemen.

‘Het is mijn getuigenis dat de Heer zijn kinderen nooit vergeet’, zegt hij. ‘Hij weet waar ik ben en kent mijn situatie. Hij zal mij nooit in de steek laten.’