2010
Slotwoord
mei 2010


Slotwoord

De vuurtoren van de Heer geeft een signaal af dat makkelijk te herkennen is en dat nimmer faalt.

Afbeelding
President Thomas S. Monson

Dit was een geweldige slotbijeenkomst. Ik heb zelden zulke fijne toespraken in zo weinig woorden gehoord als vandaag. We zijn hier allemaal omdat we de Heer liefhebben. We willen Hem dienen. Onze hemelse Vader is ons indachtig. Dat getuig ik. Ik erken zijn hand in alles.

Een korte tekst:

‘Vertrouw op de Here met uw ganse hart en steun op uw eigen inzicht niet.

‘Ken Hem in al uw wegen, dan zal Hij uw paden recht maken.’1

Dat is het verhaal van mijn leven.

Geliefde broeders en zusters, we komen nu aan het einde van een zeer opbouwende en inspirerende conferentie. Ik denk dat we door de adviezen en getuigenissen van de sprekers en spreeksters rijkelijk zijn gezegend, en vastbesloten zijn om volgens de beginselen van het evangelie van Jezus Christus te leven. Het is goed dat we hier zijn geweest. We danken iedereen die tot ons heeft gesproken, en ook hen die de gebeden hebben uitgesproken.

De muziek was fantastisch. Ik moet denken aan de tekst die in de Leer en Verbonden staat: ‘Want mijn ziel schept genoegen in het gezang des harten; ja, het gezang der rechtvaardigen is Mij een gebed, en het zal verhoord worden met een zegen op hun hoofd.’2

De boodschappen die we tijdens deze conferentie hebben gehoord, worden in het meinummer van de Ensign en de Liahona gepubliceerd. Ik spoor u aan om die toespraken te bestuderen, de daarin vervatte leringen te overpeinzen en ze vervolgens na te leven.

Ik weet dat u met mij uw dank betuigt aan de broeders en zusters die tijdens deze conferentie zijn ontheven. Ze hebben goed werk verricht en een grote bijdrage geleverd aan het werk van de Heer. Hun toewijding was volkomen. We danken hen uit de grond van ons hart.

We hebben tevens, door handopsteking, onze steun verleend aan broeders en zusters die tijdens deze conferentie voor een nieuwe functie zijn geroepen. We kijken ernaar uit om met hen samen te werken in dienst van de Meester.

Broeders en zusters, we hoeven maar om ons heen te kijken in de wereld om te zien dat we voor ernstige problemen staan die ons grote zorgen baren. Het lijkt erop dat de touwen van de wereld van de veilige meerpalen zijn afgegleden en het wereldse schip is weggedreven uit de haven van vrede.

Losbandigheid, onzedelijkheid, pornografie, oneerlijkheid en talloze andere ondeugden slingeren velen heen en weer op een zee van zonde en doen ze stranden op de puntige rotsen van verloren kansen, verspeelde zegeningen en vernietigde dromen.

Mijn raad aan ons allen is: kijk naar de vuurtoren van de Heer. Er is geen mist zo dicht, geen nacht zo donker, geen storm zo sterk, geen zeeman zo verdwaald, of de lichtstraal van die vuurtoren kan redding brengen. Hij wenkt ons in de stormen van het leven. De vuurtoren van de Heer geeft een signaal af dat makkelijk te herkennen is en dat nimmer faalt.

Ik vind deze woorden in Psalmen erg mooi: ‘O Here, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil, (…) Here, roep ik uit; want van mijn vijanden ben ik verlost.’3

De Heer heeft ons lief, broeders en zusters, en zal ons zegenen als wij Hem aanroepen.

We zijn uitermate dankbaar voor het herstelde evangelie van Jezus Christus en voor al het goede wat het ons brengt. De Heer heeft zijn zegeningen over ons als volk uitgestort. Ik geef u mijn getuigenis dat dit werk waar is, dat onze Heiland leeft, en dat Hij deze kerk hier op aarde leidt.

Mijn hart is vervuld van tedere gevoelens nu we deze conferentie gaan beëindigen. Ik spreek mijn liefde en dank voor u uit. Ik dank u voor uw gebeden voor mij en voor alle algemene autoriteiten van de kerk. De Heer verhoort uw gebeden en zegent ons en leidt ons in de aangelegenheden van zijn koninkrijk hier op aarde. Daar zijn wij uitermate dankbaar voor.

Aan het slot van deze conferentie smeek ik de zegen des hemels over eenieder van u af. Als u waar ook ter wereld naar huis terugkeert, bid ik dat onze hemelse Vader u en uw gezin zal zegenen. Mogen de boodschappen en de geest van deze conferentie tot uiting komen in alles wat u doet — bij u thuis, op uw werk, in uw bijeenkomsten en in uw hele handel en wandel.

Ik heb u lief. Ik bid voor u. Moge God u zegenen. Moge zijn beloofde vrede nu en altijd met u zijn. In de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Spreuken 3:5–6.

  2. Leer en Verbonden 25:12.

  3. Psalmen 18:2–3.