2010
Dingen die op de gerechtigheid betrekking hebben
mei 2010


Dingen die op de gerechtigheid betrekking hebben

Als ouders en leidinggevenden moeten we over onze leden en gezinnen waken en ze helpen weg te blijven van de dingen die hun geestelijke dood kunnen betekenen.

Afbeelding
Elder Francisco J. Viñas

In de Leer en Verbonden lezen wij dat na het getuigenis van de dienstknechten van God het getuigenis van aardbevingen en het getuigenis van andere gebeurtenissen zullen volgen. ‘En alle dingen zullen in beroering zijn; en stellig zal het hart der mensen het begeven, want alle mensen zullen door vrees bevangen worden’ (LV 88:91; zie ook de verzen 88–90).

Als lid van het presidium van het Caraïbisch gebied heb ik met eigen ogen gezien hoe de getrouwe heiligen hun vrees in geloof hebben omgezet. De geleerde lessen in Haïti hebben hun parallellen in het Boek van Mormon.

De indrukken van die verschrikkelijke verwoesting doen mij denken aan de woorden in Alma 28: ‘Dit nu was een tijd dat er een groot rouwgeschrei en geweeklaag werd gehoord door het gehele land’ (Alma 28:4).

Ook 42 leden zijn omgekomen. Terwijl hun familie en vrienden ‘oprecht rouwen over het verlies van hun verwanten, verheugen zij zich nochtans en jubelen in de hoop, en weten zelfs, volgens de beloften des Heren, dat zij worden opgewekt om aan de rechterhand Gods te wonen in een staat van nimmer eindigend geluk’ (Alma 28:12).

De kerk heeft onmiddellijk hulpgoederen gezonden voor leden en niet-leden, die op aanwijzing van de plaatselijke priesterschapsleiders en ZHV-leidsters zijn verspreid. Zij ontvingen niet alleen medische hulp, voedsel, water en andere eerste levensbehoeften, maar ook leiding, raad en troost van hun plaatselijke leiders. Zij ervaren de steun van de kerkleden over de hele wereld, die ‘treuren met hen die treuren; ja, en hen (…) vertroosten die vertroosting nodig hebben’ (Mosiah 18:9).

Andere profeten in andere tijden hebben ons gewaarschuwd voor een tragedie die minder zichtbaar, maar niet minder belangrijk is. Dat is de ‘vreselijke dood [die] komt over de goddelozen; want zij sterven ten opzichte van dingen die met de dingen der gerechtigheid te maken hebben; want zij zijn onrein, en niets onreins kan het koninkrijk Gods beërven’ (Alma 40:26).

Nephi leerde dit beginsel aan zijn broers en zei dat wie in hun goddeloosheid stierven, ook moesten worden verworpen ‘ten aanzien van de dingen die geestelijk zijn en op de gerechtigheid betrekking hebben’ (1 Nephi 15:33).

De Lamanitische profeet Samuël leerde dat ‘wie zich niet bekeert, wordt (…) omgehakt en in het vuur geworpen; en er komt wederom een geestelijke dood over hen, ja, de tweede dood, want zij worden wederom afgesneden met betrekking tot de dingen der gerechtigheid’ (Helaman 14:18).

De tragedie van het sterven ten aanzien van dingen die geestelijk zijn, heeft grotere gevolgen voor wie ‘eens door de Geest Gods verlicht is geweest en grote kennis heeft gehad met betrekking tot de dingen der gerechtigheid, en dan tot zonde en overtreding vervalt, [die] nog verstokter wordt, en aldus wordt zijn toestand erger dan wanneer [hij] die dingen nooit had geweten’ (Alma 24:30).

Als ouders en leidinggevenden moeten we over onze leden en gezinnen waken en ze helpen weg te blijven van de dingen die hun geestelijke dood kunnen betekenen. Wij zoeken ook de redding van wie nu dood zijn ten aanzien van de dingen die geestelijk zijn, en helpen hen te ‘worden wedergeboren (…); ja, geboren uit God, veranderd van hun vleselijke en gevallen staat in een staat van rechtvaardigheid, waardoor zij, door God verlost, zijn zonen en dochters worden’ (Mosiah 27:25).

De geestelijke genezing van wie zijn gestorven met betrekking tot de dingen der gerechtigheid, komt tot stand door de kracht van de verzoening, de bekering tot de waarheid en de naleving van de beginselen der gerechtigheid.

In het proces van een duurzame bekering is het belangrijk dat we onze leden en gezinnen in de dingen der gerechtigheid onderwijzen. Zo krijgen zij immers een juiste kennis van de geboden van de Heer, van de beginselen en leerstellingen van het evangelie, en van de voorwaarden en verordeningen voor eeuwig heil in het koninkrijk van de Heer.

Er staan veel voorbeelden in de Schriften die het belang van onderwijzen in de ‘dingen der gerechtigheid’ bevestigen om tot een duurzame bekering te komen. In het verslag van Ammon en zijn broeders die het evangelie onder de Lamanieten verkondigden, lezen we: ‘En Ammon predikte tot het volk van koning Lamoni; en het geschiedde dat hij hun alle dingen leerde aangaande de dingen der gerechtigheid’ (Alma 21:23).

We zien de resultaten van het ijverig onderwijzen in alle dingen die op de gerechtigheid betrekking hebben in hoofdstuk 23 en 27, waarin onder meer staat: ‘Zovelen als er geloofden, ofwel zovelen als er tot de kennis der waarheid waren gebracht (…) en zich tot de Heer bekeerden, zijn nooit afvallig geworden’ (Alma 23:6).

Toen Alma de oude de kerk had gevestigd, wijdde hij rechtvaardige mannen als priesters en leraren. Zij ‘waakten (…) over hun volk en voedden hen met dingen die verband hielden met de gerechtigheid’ (Mosiah 23:18).

Ouders spelen een essentiële rol om hun kinderen de dingen die verband houden met de gerechtigheid bij te brengen. In het Boek van Mormon lezen we dat Alma de jonge, die treurig was wegens de ongerechtigheid, oorlogen en twisten die er waren, en bedroefd omdat het hart van de mensen begon te verstokken, ‘zijn zonen tezamen [liet] komen, om ieder van hen afzonderlijk zijn aanwijzingen te geven met betrekking tot de dingen der gerechtigheid’ (Alma 35:16; cursivering toegevoegd).

Het is opmerkelijk dat hij zijn kinderen ieder afzonderlijk onderrichtte en hun aanwijzingen gaf. Hij stemde zijn instructies aan iedere zoon op diens behoeften af. Hij gaf zijn getuigenis en bracht hen de leer en de beginselen bij, en bereidde hen voor om diezelfde beginselen aan anderen te verkondigen.

In een tijd waarin het gezin onder vuur ligt door de krachten van het kwaad, en de omstandigheden waarin we leven niet erg verschillen van die van Alma, hebben het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf in ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ verklaard: ‘Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen in liefde en rechtschapenheid op te voeden’ (Liahona, oktober 2004, p. 49).

Dat betekent ook de kinderen op te voeden, te steunen en te onderwijzen in alle dingen die op de gerechtigheid betrekking hebben, zodat zij staande zullen kunnen blijven, hun lendenen omgord met de waarheid, ‘bekleed met het pantser der gerechtigheid, en [hun] voeten geschoeid met de voorbereiding van het evangelie des vredes’ (LV 27:16).

Net als in de tijd van Alma waken onze leiders ook over de leden van de kerk en voeden zij hen met betrekking tot de dingen der gerechtigheid. Die dingen zullen ons tot een duurzame bekering brengen. In het document ‘Aandachtspunten voor leiders’, herzien op 10 december 2009, vragen het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf de leidinggevenden in priesterschap en hulporganisaties het volgende: ‘Moedig ieder gezinslid — ouders en kinderen — aan de Schriften te bestuderen, geregeld te bidden en het evangelie van Jezus Christus na te leven’ (Brief van het Eerste Presidium, 15 december 2009).

De Schriften bestuderen, geregeld bidden en het evangelie van Jezus Christus naleven zijn werken van gerechtigheid, en de Heer heeft de volgende prachtige belofte geopenbaard: ‘Wie de werken van gerechtigheid doet, [zal] zijn loon ontvangen (…), ja, vrede in deze wereld en het eeuwige leven in de toekomende wereld’ (LV 59:23).

Voor een doeltreffender onderricht in de dingen der gerechtigheid moeten we inzien dat we naast het geven van aanwijzingen ruimte moeten laten voor openbaring. Zo kan de persoon die wordt onderricht, zelf het verlangen krijgen om die beginselen te leren kennen.

De Heer heeft het volgende geopenbaard aan Hyrum Smith, via zijn broer, de profeet Joseph Smith:

‘Ik zal u van mijn Geest meedelen, die uw verstand zal verlichten, die uw ziel met vreugde zal vervullen.

‘En dan zult gij alle dingen weten (…) die u maar van Mij verlangt, die verband houden met de dingen der gerechtigheid, vol geloof vertrouwend op Mij dat u zult ontvangen’ (LV 11:13–14).

Tot slot waarschuwen de Schriften ons voor het gevaar van sterven met betrekking tot de dingen der gerechtigheid en van de ernstige gevolgen daarvan voor wie, na door de Geest van God te zijn verlicht, tot zonde en overtreding vervallen.

Onderwijs in de dingen der gerechtigheid is een belangrijk element om mensen tot kennis van de waarheid te brengen, tot bekering te laten komen, en tot het einde toe standvastig in het geloof van Christus te laten blijven.

Ouders hebben de heilige plicht om hun kinderen aangaande de dingen der gerechtigheid te leren. Leiders en leerkrachten kunnen over de leden onder hun hoede waken, hen voeden en hen onderwijzen in alle dingen die op de gerechtigheid betrekking hebben.

Dat vindt doeltreffender plaats als er tijdens het leerproces ruimte is voor openbaring, zodat de mensen het verlangen krijgen om door de Geest verlicht te worden. Dan kan de Geest ze na de uitoefening van hun geloof de dingen der gerechtigheid bekendmaken. Van deze dingen getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.