2010
Jouw lang en gelukkig leven
mei 2010


Jouw lang en gelukkig leven

Onze hemelse Vader biedt je het grootst denkbare geschenk — het eeuwige leven — en de oneindige zegen van een kans op je eigen ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’.

Afbeelding
President Dieter F. Uchtdorf

Geliefde zusters, waar ook ter wereld, ik ben dankbaar voor de eer om vandaag bij jullie te zijn. President Thomas S. Monson en alle leiders van de kerk hebben jullie lief; wij bidden voor jullie en wij verheugen ons in jullie getrouwheid.

In de loop der jaren heb ik veel mooie talen gehoord — elk is fascinerend en opmerkelijk; elk heeft zijn eigen charme. Maar zo verschillend als die talen zijn, ze hebben vaak van alles gemeen. In de meeste talen bestaat bijvoorbeeld een zinsnede die betoverender, en misschien veelbelovender, is dan elke andere zinsnede in de wereld. Die zinsnede is: ‘Er was eens.’

Zijn dat geen geweldige woorden om een verhaal mee te beginnen? ‘Er was eens’ belooft iets: een verhaal vol avontuur, romantiek, een verhaal over prinsen en prinsessen. Het kan een verhaal over moed, hoop en eeuwigdurende liefde zijn. In veel van die verhalen overwint vriendelijkheid gemeenheid en overwint het goede het kwade. Maar wat ik waarschijnlijk het mooiste vind, is als we omslaan naar de laatste bladzijde en onze ogen de onderste regel bereiken, waar we de betoverende woorden zien: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’

Is dat niet waar wij allen naar verlangen: helden in ons eigen verhaal te zijn, het kwaad te overwinnen, het leven in al zijn schoonheid te ervaren, en om uiteindelijk nog lang en gelukkig te leven?

Vandaag wil ik je aandacht vestigen op iets heel belangrijks, iets bijzonder opmerkelijks. Op de eerste pagina van ons boekje Jongevrouwen — Persoonlijke vooruitgang, vind je deze woorden: ‘Jij bent een dochter van je hemelse Vader en Hij houdt van je. Je was voorbereid om juist in deze tijd naar de aarde te komen, met een heilig en heerlijk doel.’1

Zusters, die woorden zijn waar! Ze zijn geen verzinsel in een sprookje! Is het niet opmerkelijk om te weten dat onze hemelse Vader je kent, hoort, over je waakt, en je oneindig liefheeft? In feite is zijn liefde voor jou zó groot dat Hij je dit aardse leven gegund heeft als een kostbare geschenk van een ‘er was eens’, compleet met uw eigen ware verhaal van avontuur, beproevingen en kansen op grootsheid, edelheid, moed en liefde. En wat het allerheerlijkste is, Hij biedt je een onbevattelijk groot geschenk van onschatbare waarde. Onze hemelse Vader biedt je het grootst denkbare geschenk — het eeuwige leven — en de oneindige zegen van een kans op je eigen ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’.

Maar zo’n zegen heeft een prijs. Je krijgt die niet gewoon omdat je ernaar verlangt. Je krijgt die alleen als je begrijpt wie je bent en wat je moet worden om zo’n geschenk te verdienen.

Beproevingen horen bij de reis

Denk eens even aan je lievelingssprookje. In dat verhaal kan de hoofdfiguur een prins of een boer zijn; een meermin of een melkmeisje, een heerser of een dienstknecht. Maar je zult merken dat ze allemaal iets gemeen hebben: ze moeten tegenspoed overwinnen.

Assepoester moet haar slechte stiefmoeder en kwade stiefzusters verduren. Ze moet vele uren lang slavenarbeid verrichten en spot verduren.

In ‘Belle en het beest’ wordt Belle de gevangene van een afschuwelijk uitziend beest om haar vader te redden. Ze geeft haar huis en haar familie op, al wat haar dierbaar is, om maandenlang in het kasteel van het beest door te brengen.

In het verhaal van Repelsteeltje belooft een arme molenaar de koning dat zijn dochter stro in goud kan veranderen door het te spinnen. De koning laat haar onmiddellijk komen en sluit haar op in een kamer met een stapel stro en een spinnewiel. Later in het verhaal dreigt ze haar eerstgeboren kind te verliezen als ze de naam van het magische wezen niet kan raden dat haar met deze onmogelijke taak hielp.

In al die verhalen moeten Assepoester, Belle en de molenaarsdochter verdriet en beproeving doorstaan voordat ze ‘nog lang en gelukkig kunnen leven’. Denk er maar eens over na. Is er ooit iemand geweest die niet door zijn of haar eigen diepe dal vol verleiding, beproeving en verdriet moest gaan?

Tussen ‘er was eens’ en ‘ze leefden nog lang en gelukkig’ moesten ze allemaal grote tegenspoed meemaken. Waarom krijgen we allemaal met verdriet en drama te maken? Waarom kunnen we niet gewoon in geluk en vrede leven, en kan niet elke dag vol verwondering, vreugde en liefde zijn?

In de Schriften staat dat er ‘een tegenstelling in alle dingen’2 moet zijn, want zonder die tegenstelling zouden we het zoet niet van bitter kunnen onderscheiden. Zou de marathonloopster de triomf van het uitlopen van de wedloop kunnen voelen als ze niet de pijn van urenlang haar grenzen verleggen had gevoeld? Zou de pianiste de vreugde voelen van het beheersen van een ingewikkelde sonate zonder uren oefenen?

In verhalen en in het leven leren wij door tegenspoed dingen die we op geen andere manier kunnen leren. Tegenspoed verdiept ons karakter op een wijze die op geen enkele andere manier mogelijk is. Onze liefhebbende hemelse Vader heeft ons in een wereld gezet vol moeilijkheden en beproevingen zodat wij door tegenstand wijsheid kunnen krijgen, sterker worden en vreugde ervaren.

Ik wil jullie iets vertellen dat ik als tiener meemaakte toen onze familie in Frankfurt (Duitsland) naar de kerk ging.

Op een zondag namen de zendelingen een nieuw gezin mee naar de bijeenkomsten. Het was een moeder met twee knappe dochters. Ik vond dat die zendelingen het echt uitstekend deden.

Vooral een van de dochters trok mijn aandacht, een meisje met prachtig donker haar en grote bruine ogen. Zij heette Harriet en ik denk dat het van mijn kant liefde op het eerste gezicht was. Helaas leek deze jongevrouw niet hetzelfde voor mij te voelen. Heel veel jongemannen wilden kennis met haar maken en ik begon me af te vragen of ze me ooit als meer dan slechts een vriend zou zien. Maar ik liet me daar niet door afschrikken. Ik bedacht manieren om in haar buurt te komen. Als ik het avondmaal ronddiende, zorgde ik ervoor dat ik degene was die haar het avondmaal bediende.

Als we activiteiten hadden in de kerk, fietste ik naar Harriets huis en belde aan. Meestal deed haar moeder de deur open. In feite deed ze het keukenraam van hun flat op de vierde verdieping open en vroeg waar ik voor kwam. Ik vroeg dan of Harriet op mijn fiets mee wilde naar de kerk. Harriets moeder zei dan: ‘Nee, ze komt later, maar ik ga graag met je mee naar de kerk.’ Dat was niet precies wat ik in gedachten had, maar hoe kon ik dat weigeren?

En dus fietsten we naar de kerk. Ik moet toegeven dat ik een hele mooie fiets had. Harriets moeder zat op de stang voor me en ik probeerde de elegantste fietser te zijn op straten met kasseien.

De tijd verstreek en terwijl Harriet bleef omgaan met veel andere jongemannen, leek ik niet veel vooruitgang bij haar te boeken.

Was ik teleurgesteld? Ja.

Was ik verslagen? Absoluut niet!

Eigenlijk is het, als ik zo terugkijk, helemaal niet zo slecht om op goede voet te staan met de moeder van het meisje van je dromen.

Toen ik jaren later klaar was met mijn opleiding als straaljagerpiloot in de luchtmacht, maakte ik een hedendaags wonder mee toen ik Harriets antwoord kreeg op mijn voortdurende hofmakerij. Op een dag zei ze: ‘Dieter, je bent de afgelopen jaren erg volwassen geworden.’

Daar ging ik snel op in, en binnen enkele maanden trouwde ik met de vrouw die ik al had liefgehad sinds ik haar voor het eerst gezien had. Het was geen gemakkelijk proces geweest — er waren momenten van lijden en wanhoop — maar uiteindelijk was mijn geluk compleet, en dat is het nog steeds; beter zelfs.

Mijn geliefde jonge zusters, jullie moeten weten dat je zelf ook tegenspoed zult doormaken. Niemand is daarvan uitgezonderd. Je zult lijden, verleid worden en vergissingen maken. Je zult zelf leren wat elke heldin heeft geleerd: je groeit en wordt sterker als je moeilijkheden overwint.

Het is jouw reactie op tegenspoed, en niet de tegenspoed zelf, die bepaalt hoe je levensverhaal zich ontwikkelt.

Er zijn jongevrouwen onder jullie die, hoewel je jong bent, al het nodige verdriet hebben gehad. Mijn hart loopt over van mededogen en liefde voor jullie. De kerk wil het allerbeste voor jullie. Je hemelse Vader houdt heel veel van jullie. Het lijkt misschien alsof je alleen staat, maar je hebt engelen om je heen. Je hebt misschien het gevoel dat niemand je wanhoop kan doorgronden, maar onze Heiland, Jezus Christus, begrijpt het. Hij heeft meer geleden dan wij ons kunnen indenken. En Hij heeft dat voor ons gedaan, voor jou. Je staat er niet alleen voor.

Als je meent dat je last te zwaar is om te dragen, zie dan met je hart op naar je hemelse Vader, dan zal Hij je ondersteunen en je zegenen. Hij zegt tegen jou, net als tegen Joseph Smith: ‘[Je] tegenspoed en [je] ellende zullen slechts van korte duur zijn; en dan, indien [je] het goed doorstaat, zal God [je] ten hemel verhogen.’3

Tegenspoed doorstaan is niet het enige wat je moet doen om een gelukkig leven te leiden. Ik herhaal: hoe je op tegenspoed en verleiding reageert is een bepalende factor om al dan niet lang en gelukkig te kunnen leven.

Blijf trouw aan wat je weet dat goed is

Zusters, jonge zusters, geliefde jonge zusters, blijf trouw aan wat je weet dat goed is. Tegenwoordig vind je overal beloften van geluk. Advertenties in tijdschriften beloven je gelukzaligheid als je maar bepaalde kleren, shampoo of make-up koopt. Bepaalde mediaproducties verheerlijken mensen die het kwaad omarmen of zich overgeven aan vleselijke instincten. Vaak worden die mensen afgeschilderd als voorbeelden van succes en geluk.

In een wereld waarin het kwaad wordt voorgesteld als goed en goed als kwaad, is het soms moeilijk om te weten wat waar is. Op de een of andere manier is het bijna zoals het dilemma van Roodkapje: je weet misschien niet zeker of wat je ziet je geliefde grootmoeder is of een gevaarlijke wolf.

Ik heb heel wat jaren doorgebracht in de cockpit van een vliegtuig. Het was mijn taak om een groot straalvliegtuig van een plaats ergens in de wereld naar onze gewenste bestemming te brengen. Ik wist zeker dat als ik van New York naar Rome wilde reizen, ik naar het oosten moest vliegen. Als iemand me zou hebben gezegd dat ik naar het zuiden moest vliegen, had ik geweten dat het niet waar was. Ik zou dat niet hebben vertrouwd, omdat ik het zelf wist. Geen enkele vorm van overtuiging, vleierij, omkoperij of bedreiging had me kunnen overtuigen dat naar het zuiden vliegen mij op mijn bestemming had gebracht, omdat ik het zelf wist.

We zijn allemaal op zoek naar geluk en we proberen allemaal een ‘lang en gelukkig leven’ te bereiken. De waarheid is dat God weet hoe we daar moeten komen! En Hij heeft een route op de kaart voor je uitgezet; Hij weet de weg. Hij is je hemelse Vader en wil dat het je goed gaat en dat je gelukkig bent. Hij verlangt er met alle liefde van een volmaakte en zuivere Vader naar dat je je goddelijke bestemming bereikt. De kaart staat alle mensen ter beschikking. Er staan expliciete aanwijzingen op aangaande wat te doen en waarheen te gaan voor ieder die ernaar streeft tot Christus te komen en ‘te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen (…) als getuige van God op te treden’.4 Je hoeft alleen maar voldoende op je hemelse Vader te vertrouwen om zijn plan te volgen. Vertrouw Hem zoveel dat je zijn plan wil volgen.

Maar niet iedereen zal de kaart volgen. Ze kijken er misschien naar. Ze denken misschien dat het wel redelijk is, misschien zelfs waar. Maar ze volgen de goddelijke aanwijzingen niet. Velen geloven dat elke weg naar een ‘lang en gelukkig leven’ leidt. Sommigen worden misschien zelfs boos omdat anderen die de weg weten proberen hen te helpen en erover te vertellen. Ze vinden dat advies ouderwets, niet relevant en niet modern.

Zusters, ze hebben het mis.

Het evangelie is de weg naar een lang en gelukkig leven

Ik begrijp dat sommigen zich wel eens afvragen waarom ze naar kerkbijeenkomsten gaan, of waarom het belangrijk is om geregeld in de Schriften te lezen of dagelijks tot onze hemelse Vader te bidden. Dit is mijn antwoord: je doet dat omdat het hoort bij Gods pad voor jou. En dat pad brengt je naar je bestemming, naar een lang en gelukkig leven.

‘Een lang en gelukkig leven’ is niet iets dat alleen in sprookjes te vinden is. Jij kunt lang en gelukkig leven! Het is er voor jou! Maar je moet wel de kaart van je hemelse Vader volgen.

Zusters, omarm het evangelie van Jezus Christus! Leer je hemelse Vader met heel je hart, macht en verstand lief te hebben. Vul je ziel met deugd en heb het goede lief. Streef er altijd naar om het beste in jezelf en anderen naar boven te brengen.

Leer de waarden van de jongevrouwen te accepteren en ernaar te handelen. Leef naar de normen in Voor de kracht van de jeugd. Die normen leiden je naar dat ‘lange en gelukkige leven’. Als je die normen naleeft, bereid je je voor om heilige verbonden te sluiten in de tempel. Zo vestig je je eigen erfgoed aan goedheid in jouw omstandigheden. Sta ‘op heilige plaatsen’ en word ‘niet aan het wankelen’5 gebracht, ongeacht verleidingen of moeilijkheden. Ik beloof je dat toekomstige generaties je dankbaar zullen zijn en je naam prijzen om je moed en getrouwheid in deze cruciale periode van je leven.

Mijn jonge zusters, jullie die staan voor waarheid en deugd, jullie die naar goedheid streven, jullie die het water van de doop in zijn gegaan en het pad van de Heer, onze Vader in de hemel, bewandelen, die je heeft beloofd dat je het volgende zult doen: ‘[op]varen […] met vleugelen als arenden; […] lopen, maar […] niet moede worden; […] wandelen, maar […] niet mat worden.’6 Je zult ‘niet misleid’ worden.7 God zal je zegenen en zorgen dat het je goed gaat.8 ‘De poorten der hel [zullen je] niet overweldigen [en] de Here God zal de machten van duisternis voor [je] uit verjagen, en de hemelen doen schudden voor [je] welzijn en de heerlijkheid van zijn naam.’9

Zusters, wij hebben jullie lief. Wij bidden voor jullie. Wees sterk en moedig. Jullie zijn koninklijke geestdochters van de almachtige God. Jullie zijn prinsessen, en het is jullie bestemming om koninginnen te worden. Jouw eigen wonderlijke verhaal is al begonnen. Jullie ‘er was eens’ is nu.

Als een apostel van de Heer Jezus Christus laat ik jullie mijn zegen en doe ik je een belofte dat als je de waarden en beginselen van het herstelde evangelie van Jezus Christus aanvaardt en naleeft, je voorbereid zult zijn ‘om [het] gezin te sterken, heilige verbonden te sluiten en na te komen, de tempelverordeningen te ontvangen en de zegeningen van verhoging te genieten.’10 En de dag zal komen dat als je de pagina omslaat naar de laatste bladzijde van je eigen heerlijke verhaal, je daar de vervulling zult lezen en ervaren van deze gezegende en geweldige woorden: ‘En ze leefden nog lang en gelukkig.’ Daarvan getuig ik in de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Jongevrouwen — Persoonlijke vooruitgang (boekje, 2009), p. 1.

  2. Zie 2 Nephi 2:11, 15.

  3. Leer en Verbonden 121:7–8.

  4. Mosiah 18:9.

  5. Leer en Verbonden 87:8.

  6. Jesaja 40:31.

  7. Matteüs naar Joseph Smith 1:37.

  8. Zie Mosiah 2:22–24.

  9. Leer en Verbonden 21:6.

  10. Jongevrouwen — Persoonlijke vooruitgang, p. 3.