2010
Al de verhalen van Jezus
mei 2010


Al de verhalen van Jezus

Door een sterker, persoonlijk geloof in Jezus Christus worden [uw kinderen] dan voorbereid op de uitdagingen die ze zullen tegenkomen.

Afbeelding
Elder Neil L. Andersen

Als je gevraagd bent om aan het einde van de laatste bijeenkomst van de algemene conferentie te spreken, ga je aandachtig naar ieder woord luisteren en vraag je je af welk deel van je toespraak al gegeven is voordat jij aan de beurt komt. Er worden geen onderwerpen toegewezen, thema’s worden onderling niet op elkaar afgestemd. Dat kan je het beste aan de Heer overlaten. Hij neemt de individuele, gebedvolle inspanningen van iedere spreker en componeert daarmee een geestelijke symfonie, vol kracht en openbaring. Thema’s worden herhaald, het ene beginsel bouwt voort op het andere, profetische waarschuwingen en verheffende beloftes weerklinken — die goddelijke harmonie is een wonder! Ik getuig dat we tijdens deze conferentie de zin en de wil des Heren gehoord en gevoeld hebben.

President Monson heeft de opkomende generatie bestempeld als ‘de beste die we ooit hebben gehad’1 en heeft tegen de jongeren gezegd: ‘Jullie zijn in een prachtige tijd op aarde gekomen. Jullie mogelijkheden zijn bijna onbeperkt.’2 Maar hij heeft ook gewaarschuwd: ‘We zijn in een moeilijke tijd op aarde gekomen.’3 ‘Het is een tijd van overmatige tolerantie, terwijl de samenleving in het algemeen gewend is de wetten van God te negeren en te overtreden.’4 We worden omgeven door van alles dat onze aandacht wil afleiden. ‘De boze (…) gebruikt alle mogelijke middelen om ons in zijn bedrieglijke web te strikken.’5

We houden de opkomende generatie in onze armen. Zij zijn op aarde geboren met belangrijke taken en grote geestelijke vaardigheden. We mogen hun voorbereiding niet licht opnemen. Als ouders en leerkrachten hoeven we geen geestelijke kern in hun ziel te creëren, maar moeten we de vlam van de geestelijke kern aanwakkeren die met het vuur van hun vooraardse geloof al ontstoken is.

Vanmiddag wil ik de vraag van een kind uit een jeugdwerklied behandelen:

Al de verhalen van Jezus hoor ik zo graag.

Wilt u mij weer over Hem vertellen vandaag?6

In de huidige wereld heeft ieder kind, iedere jongeman en jongevrouw een eigen bekering tot de waarheid nodig. Een ieder heeft — onafhankelijk van hun ouders, jeugdleiders en aanmoedigende vrienden en vriendinnen — zijn of haar eigen licht nodig, zijn of haar eigen ‘standvastig en onveranderlijk’7 geloof in de Heer Jezus Christus.

De verhalen van Jezus kunnen als een krachtige wind de sintels van geloof in het hart van onze kinderen aanwakkeren. Jezus heeft gezegd: ‘Ik ben de weg en de waarheid en het leven.’8 Door de verhalen van Jezus die steeds opnieuw verteld worden, krijgen ze geloof in de Heer Jezus Christus en wordt het fundament van hun getuigenis sterker. Kunt u zich voor uw kinderen een waardevoller geschenk voorstellen?

Zijn het leven en de leringen van Jezus Christus verankerd in het verstand en de ziel van onze kinderen? Denken zij na over het leven van de Heiland als ze zich afvragen wat ze in hun leven willen doen? Dat zal de komende jaren steeds belangrijker worden.

Kunnen onze kinderen zich de voorsterfelijke raadsvergadering voorstellen,9 waar Jezus — de grootste van allen — zei: ‘Hier ben Ik, zend Mij’10? Zien ze hun eigen bereidheid om naar zijn voorbeeld te dienen?

Denken ze na over zijn nederige geboorte,11 De Heiland van de wereld die in een kribbe lag.12 Gaan ze door zijn nederige omstandigheden beter begrijpen wat voor plek materiële bezittingen echt innemen?

Weten ze dat Jezus vaak zei: ‘Bidt, en gij zult ontvangen’?13 Denken onze kinderen aan zijn dankgebeden14 en zijn smeekbeden tot de Vader15 als zij zelf met hun zorgen neerknielen?

Hebben we ze verteld over de liefde die Jezus voor kinderen had, hoe Hij ze in zijn armen nam, voor hen bad en huilde?16 Weten onze kinderen dat Jezus ‘met open armen’ klaarstaat ‘om [ze] te ontvangen’?17

Putten ze kracht uit Jezus’ voorbeeld van vasten18 als wij ze in de wet van vasten onderwijzen?

Begrijpen onze kinderen in hun eenzaamheid de eenzaamheid die de Heiland voelde toen zijn vrienden Hem in de steek lieten, en toen Hij aan zijn apostelen vroeg: ‘Gij wilt toch ook niet weggaan?’19

Hebben onze kinderen de kracht van de wonderen van Heiland gevoeld? Jezus genas de melaatse20 en liet de blinde zien.21 Hij voedde vijfduizend mensen22, bracht de zee tot bedaren23 en wekte Lazarus uit de dood op.24 Geloven onze kinderen dat ‘het is door geloof dat wonderen worden verricht,’25 en bidden ze om wonderen in hun eigen leven?

Putten onze kinderen moed uit de woorden van de Heiland tegen de overste der synagoge: ‘Wees niet bevreesd, geloof alleen’?26

Zijn onze kinderen op de hoogte van zijn volmaakte leven27, zijn onzelfzuchtige bediening, dat Hij werd verraden en een wrede kruisdood onderging?28 Hebben wij ons getuigenis gegeven van zijn zekere opstanding29, van zijn bezoek aan de Nephieten in Amerika,30 van zijn verschijning aan de profeet Joseph Smith in het heilige bos?31

Kijken zij uit naar zijn verheven terugkeer, wanneer alles goed gemaakt zal worden en iedere knie zal buigen en iedere tong belijden dat Jezus de Christus is?32

Zeggen uw kinderen: ‘Al de verhalen van Jezus hoor ik zo graag?’33

Tot de jongeren en kinderen zeg ik: maak je belangrijke taken en je geestelijke vaardigheden waar. Leer meer over Jezus, open de Schriften. Je kunt bijvoorbeeld opnieuw het boek Johannes lezen, en dat dan met je ouders, leerkrachten en elkaar bespreken.

Vaders en moeders, grootvaders en grootmoeders, en iedereen die geen kinderen heeft en kinderen en jongeren liefdevol omarmt, ik wil u graag aansporen om vaker over Jezus Christus te praten. In zijn heilige naam schuilt veel geestelijke kracht. ‘Ik [zeg] u dat er geen andere naam, noch enige andere weg (…) zal worden gegeven waardoor redding tot de mensenkinderen kan komen, dan alleen in en door de naam van Christus.’34

Ik beloof de moeders die hun kinderen zonder een vader thuis opvoeden, dat als u over Jezus Christus spreekt, u met kracht uit de hemel zult worden gezegend.

Nadat haar man was overleden, voedde zuster Stella Oaks haar drie jonge kinderen (waaronder ouderling Dallin H. Oaks35) als alleenstaande moeder op. Ze heeft ooit gezegd: ‘Ik kwam te weten dat de Heer me liefhad en dat ik mijn zending zou kunnen volbrengen. Ik voelde dat ik door liefde werd omgeven (…) [en ik wist] dat Hij [ons zou steunen] in alle tegenspoed die we [zouden] krijgen.’36

Ik heb een speciaal verzoek aan de vaders: zorg er alstublieft voor dat u met uw kinderen over de Heiland praat. Zij hebben het nodig om u, alsook hun moeder, te horen getuigen van uw geloof.

Hoewel het kan voorkomen dat een kind niet met een gelovig hart luistert, toch zal uw getuigenis van Jezus in zijn of haar verstand en ziel blijven hangen. Herinnert u zich het verhaal van Alma die het verkeerde pad had gekozen?

Toen hij terugkeerde zei hij: ‘Ik (…) herinnerde [mij dat] mijn vader (…) [profeteerde over] de komst van (…) Jezus Christus (…) om voor de zonden der wereld verzoening te doen.

‘Welnu, zodra deze gedachte bij mij opkwam, riep ik in mijn hart: O, Jezus, Zoon van God, wees barmhartig jegens mij.’37

Wanhoop niet als een kind niet luistert. Tijd en waarheid zijn aan uw zijde. Op het juiste moment zullen uw woorden tot hen terugkeren alsof ze uit de hemel komen. Uw getuigenis zal uw kinderen nooit verlaten.

Als u eerbiedig over de Heiland praat, in de auto, in de bus, aan de eettafel, als u in gebed neerknielt, tijdens schriftstudie, of tijdens gesprekken ’s avonds laat, zal de Geest van de Heer uw woorden vergezellen.38

Als u uw best doet, zal het getuigenis van Jezus langzaam in het hart van uw kinderen doordringen. Zij wenden zich dan in nederig gebed tot hun hemelse Vader en voelen zijn invloed door de kracht van de Heilige Geest. Door een sterker, persoonlijk geloof in Jezus Christus worden zij dan voorbereid op de uitdagingen die ze zullen tegenkomen.39

Toen ik op de Brigham Young University studeerde, ontmoette ik Bill Forrest en Debbie Hutchings. Bill was van zending thuisgekomen. Hij en Debbie werden verliefd en trouwden in de Oaklandtempel. Ze vestigden zich in Mesa (Arizona) en werden gezegend met vijf zoons en twee dochters. Bill en Debbie leerden hun kinderen om de Heer Jezus Christus lief te hebben zoals zij Hem liefhadden. Hun zoon, ouderling Daniel Forrest, die momenteel in het zendingsgebied Oaxaca (Mexico) werkzaam is, zegt: ‘Iedere ochtend voordat we naar school gingen, zaten we, zonder uitzondering, aan tafel om de Schriften te bestuderen.’

Hun dochter Kara, die nu getrouwd is en zelf twee kinderen heeft, herinnert zich nog goed dat haar vader haar iedere ochtend naar het seminarie reed. Ze zegt: ‘Mijn vader leerde graag citaten, teksten en gedichten uit het hoofd, [en tijdens die ochtendritjes] oefenden we ze altijd.’ Een van zijn lievelingsteksten was: ‘Bedenkt, bedenkt, het is op de rots van onze Verlosser, die Christus is, de Zoon Gods, dat gij uw fundament moet bouwen; zodat, wanneer de duivel zijn krachtige winden zendt, (…) [hij] geen macht over u [zal] hebben om u neer te sleuren (…), wegens de rots waarop gij zijt gebouwd.’40

Op Goede Vrijdag in het jaar 2000, precies tien jaar geleden, was Bill Forest bisschop van de wijk Estate Groves in Arizona. Op weg naar zijn werk, slechts anderhalve kilometer bij zijn huis vandaan, had hij een aanrijding met een grote vrachtwagen. Debbie en de kinderen waren vlak na Bill van huis gegaan en kwamen langs de plaats van het ongeluk. Bill had het ongeluk niet overleefd. De onsterfelijke geest van deze dierbare echtgenoot en vader was plotseling teruggekeerd naar Hem die de dood heeft overwonnen, de Zoon van God, van wie ze die Paaszondag zijn glorierijke opstanding zouden gedenken.

Hoe vonden Debbie en haar zeven kinderen (de jongste was pas vijf) de kracht die ze nodig hadden? Kara, die toen vijftien was, zei onlangs tegen me: ‘Ik ben mijn [moeder en vader] dankbaar voor de manier waarop ze mij [over de Heiland] hebben verteld. Ze hebben de Schriften met me gelezen, met me gebeden en ze zijn een voorbeeld van de liefde en het geduld van [de Heiland] geweest. (…) Pasen [is] ieder jaar een gevoelige tijd. Dan denk ik aan het leven, de zending en de opstanding van onze Heiland, en word ik herinnerd aan het leven van mijn aardse vader.’

Ouderling Daniel Forest zegt: ‘Ik was tien toen mijn vader overleed. Dat was een moeilijke tijd (…) mijn moeder is altijd een voorbeeld van de leringen van de Heiland geweest. Ik heb het naambordje van mijn vader bij me, van zijn zending in Spanje. [Twee] van de lievelingscitaten van mijn vader [zijn]: “Twee mannen kunnen alles tot stand brengen, als een van hen maar de Heer is”, en “De Heiland moet ons fundament zijn. Anders zullen we falen.”’

Het hart van de kinderen van de familie Forrest is vervuld met geloof in Jezus Christus. Op dit Paasweekend, tien jaar na het overlijden van hun vader, missen ze hem enorm, maar de prikkel van zijn dood is in Christus ‘verzwolgen’.41 Ze weten dat ze door de onmetelijke gave van de Heiland weer met hun aardse vader en hun hemelse Vader verenigd kunnen worden.

Al de verhalen van Jezus.

We zullen dadelijk naar de profeet van God luisteren. De Heer heeft over zijn profeet gezegd: ‘Zijn woord zult gij aanvaarden, alsof uit mijn eigen mond.’42 Ik getuig dat president Thomas S. Monson de spreekbuis van de Heer op aarde is.

Ik getuig dat Jezus de Christus is, de Heiland van alle mensen. Zijn leven, zijn verzoening, zijn opstanding en zijn terugkeer zijn zo zeker als de opkomende zon. We zullen zijn naam eeuwig loven.43 In de heilige naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. Thomas S. Monson, ‘Onveranderlijke waarheden in veranderlijke tijden’, Liahona, mei 2005, p. 19.

  2. Thomas S. Monson, ‘Mogen jullie moed hebben’, Liahona, mei 2009, p. 123.

  3. Thomas S. Monson, ‘Een rechtschapen voorbeeld’, Liahona, mei 2008, p. 65.

  4. Thomas S. Monson, ‘Slotwoord’, Liahona, november 2009, p. 109.

  5. Thomas S. Monson, ‘Tot we elkaar weerzien’, Liahona, mei 2009, p. 113.

  6. ‘Al de verhalen van Jezus’, Kinderliedjes, 36.

  7. Alma 1:25.

  8. Johannes 14:6.

  9. Zie Abraham 3:2–28.

  10. Abraham 3:27.

  11. Zie Lucas 2.

  12. Zie Lucas 2:7.

  13. 3 Nephi 27:29.

  14. Zie Lucas 10:21.

  15. Zie Lucas 11:2–4.

  16. Zie 3 Nephi 17:11–24.

  17. Mormon 6:17.

  18. Zie Lucas 4:1–13.

  19. Johannes 6:67. President Monson heeft vorig jaar tegen de jongeren gezegd: ‘Reken er maar op (…) dat je pal zult moeten staan voor je geloof. Tenzij de wortels van je getuigenis sterk genoeg zijn, zal het moeilijk voor je zijn om de spot te weerstaan van hen die je geloof op de proef stellen’ (Liahona, mei 2009, p. 126).

  20. Zie Marcus 1:40–42.

  21. Zie Lucas 18:35–43.

  22. Zie Marcus 6:34–44.

  23. Zie Marcus 4:35–41.

  24. Johannes 11:8–53.

  25. Moroni 7:37.

  26. Marcus 5:36.

  27. Zie 1 Petrus 2:21–25.

  28. Zie Lucas 22:47–48; 23:32–46.

  29. Zie Johannes 20:11–23.

  30. Zie 3 Nephi 17:11–26.

  31. Geschiedenis naar Joseph Smith 1:17.

  32. Zie Leer en Verbonden 88:104.

  33. ‘Al de verhalen van Jezus’.

  34. Mosiah 3:17.

  35. Ouderling Dallin H. Oaks heeft ooit gezegd: ‘Toen ik jong was, las ik praktisch elke avond. Een van mijn lievelingsboeken was Hurlbut’s Story of the Bible … , [een] boek [met] 168 verhalen uit de Bijbel. Ik hield van die verhalen en las ze een paar keer’ (‘Bible Stories and Personal Protection’, Ensign, november 1992, p. 37).

  36. Stella Oaks, ‘Thy Will Be Done’. In: Leon Hartshorn, samensteller, Remarkable Stories from the Lives of Latter-day Saint Women, 2 delen [1973–1975], deel 2, p. 184.

  37. Alma 36:17–18.

  38. In onze wereld is het meer dan ooit nodig dat de woorden van Enos over zijn vader de woorden van onze kinderen over ons worden: ‘De woorden die ik mijn vader dikwijls had horen spreken aangaande het eeuwige leven (…) drongen tot diep in mijn hart door. Mijn ziel hongerde; en ik knielde voor mijn Maker neer’ (Enos 1:3–4).

  39. President Monson heeft jongeren beloofd: ‘Als het diep geworteld is, zal je getuigenis van het evangelie, de Heiland en onze hemelse Vader alles beïnvloeden wat je tijdens je leven doet. (…) Als je getuigenis voortdurend wordt gevoed, zul je beschermd worden’ (Liahona, mei 2009, 126).

  40. Helaman 5:12.

  41. Mosiah 16:8.

  42. Leer en Verbonden 21:5.

  43. Zie Alma 26:12.